Groente en fruit bevatten tal van belangrijke voedingsstoffen. Het belang van groente en fruit als onderdeel van een gezond voedingspatroon wordt telkens weer bevestigd in wetenschappelijke studies. Zo is er overtuigend bewijs dat verhogen van de groente- en fruitconsumptie leidt tot een lagere bloeddruk en een lager risico op hart- en vaatziekten en beroertes. Ook relaties met andere ziekten worden steeds meer gelegd. De consumptie van groente en fruit is bij de meeste mensen echter veel lager dan de norm. Sterker nog, de consumptie lijkt de afgelopen jaren zelfs te dalen. Dat is vreemd, gezien de stijgende belangstelling van consumenten voor gezonde voeding en de stijgende kosten voor de zorg. Wat is de reden voor deze lage consumptiecijfers en, nog interessanter, wat is daar aan te doen? Het lectoraat Groene Gezondheid stelt zich tot doel om kennis te ontwikkelen en te verspreiden rond voedingswaarde en de consumptie van groente en fruit, om daarmee bij te dragen aan een gezonder eetpatroon en een reductie van zorgkosten.
MULTIFILE
Artikel in Cobouw over het kennisproject 'Op weg naar de goede vraag' van Hogeschool Utrecht, Saxion en Hogeschool Rotterdam. Het artikel beschrijft de relatie tussen de bouwwereld en zorgsector. Banken kijken naar ondernemingsplannen van ziekenhuizen waarin onderhoud van gebouwen een belangrijke rol speelt. Door nieuwe financieringswijze wordt gekeken naar nieuwe methoden van aanbesteding.
Artikel in Cobouw over het kennisproject 'Op weg naar de goede vraag' van Hogeschool Utrecht, Saxion en Hogeschool Rotterdam. Het artikel beschrijft de relatie tussen de bouwwereld en zorgsector. Banken kijken naar ondernemingsplannen van ziekenhuizen waarin onderhoud van gebouwen een belangrijke rol speelt. Door nieuwe financieringswijze wordt gekeken naar nieuwe methoden van aanbesteding.
Zo’n 30% van de 65-plussers valt minimaal eens per jaar en door de vergrijzing zal dit percentage alleen maar toenemen. De gevolgen van een val zijn enorm, zowel voor de persoon die valt als voor de maatschappelijke zorgkosten. De aandacht voor valpreventie neemt dan ook toe. Valpreventieve beweeginterventies zijn effectief om het risico op een val te verkleinen. Otago is één van de drie erkende valpreventie beweeginterventies in Nederland. Naast face-to-face begeleiding door een fysiotherapeut, bestaat het programma uit kracht- en balansoefeningen in de thuissituatie. Bekend is dat de therapietrouw voor huiswerkoefeningen laag is. Nieuwe digitale toepassingen, zoals smartphone-apps, beogen duurzame uitvoering van de oefeningen te ondersteunen en kunnen in potentie het effect van valpreventie beweeginterventies bestendigen. De eerste internationale ervaringen met smartphone-apps ter ondersteuning van face-to-face valpreventie zijn positief. Het huidige project onderzoekt in hoeverre Otago aangeboden in een blended vorm bruikbaar is voor 65-plussers en betrokken fysiotherapeuten. Partners in het project zijn Kenniscentrum Letselpreventie VeiligheidNL en een ontwikkelaar van zorgoplossingen HealthTrain. De branchevereniging voor fysiotherapeuten vormt de klankbordgroep, welke uitgebreid wordt met een wisselende groep van vertegenwoordigers van fysiotherapiepraktijken en 65-plussers. Het nieuw te vormen consortium ontwikkelt gezamenlijk een blended variant van de Otago valpreventieve beweeginterventie in de vorm van een nieuw programma voor een bestaande smartphone-app, gebruikt in de geriatrische doelgroep. Na user-tests met een prototype van het nieuwe programma binnen de bestaande smartphone-app in een kleine groep 65-plussers en hun fysiotherapeuten, vindt een bruikbaarheidsonderzoek inclusief procesevaluatie plaats in een grotere groep (eind-)gebruikers. Het project besluit met het beschrijven van de projectresultaten in een Nederlandstalige publicatie en het beschrijven van aanbevelingen voor vervolgonderzoek naar de effectiviteit van een blended valpreventieve beweeginterventie voor de 1,1 miljoen thuiswonende 65-plussers in Nederland met een verhoogd valrisico.
Ongeveer 70% van het dagelijkse voedsel in Nederland wordt gekocht bij supermarkten. Dit aandeel illustreert de cruciale rol van supermarkten in het dagelijkse leven en hun invloed op zowel consumenten als leveranciers. Obesitas is afgelopen 40 jaar verdrievoudigd. De helft van de Nederlanders is te zwaar en bijna 15% heeft obesitas. De hieraan gerelateerde gezondheidsproblemen zijn groter bij mensen met een lagere SEP. Ongezonde voeding draagt hier 8.1% aan bij en kost ongeveer 6 miljard aan zorgkosten. Het is niet gemakkelijk om gezond te eten. 80% van het totale supermarktaanbod van ruim 70000 voedingsmiddelen is ongezond. Het gebrek aan een systeem voor het in kaart brengen van het voedselaanbod is problematisch. Dit is namelijk cruciaal om te evalueren of gezonde keuzes ook de makkelijkste keuzes worden voor consumenten. Onderzoekers van o.m. praktijkpartner Questionmark benadrukken het belang van een structurele monitoring van de gezondheid van de voedselomgeving. Dit is echter duur en tijdrovend. Zo ontstond de praktijkvraag: Hoe kan het doorontwikkelen en valideren van een meetmethode en bijbehorende indicator inzichtelijk maken hoe gezond en ongezond het voedselaanbod in een supermarkt is? Welke mogelijkheden zijn er om deze indicator te gebruiken bij de vergelijking tussen het voedselaanbod van supermarkten en verzorgingsgebieden met verschillende sociaal economische positie (SEP) in Den Bosch. De achterliggende gedachte was de volgende: “Wellicht kan deze nieuwe indicator een prikkel zijn voor supermarkten om gezondere keuzes gemakkelijker te maken, juist voor mensen met een gezondheidsachterstand.” Bovendien, door deze meetmethode te digitaliseren werken we aan een use-case voor software van praktijkpartner Imagem. Met deze praktijkvragen gaan de kennisinstellingen Yuverta (MBO), HAS Green Academy en Avans (HBO) aan de slag met de praktijkpartners NGO Questionmark en het softwarebedrijf Imagem.
Ongeveer één op de vijf vrouwen die borstkanker overleven, ontwikkelen (lymf)oedeem. Oedeem is een ophoping van vocht in een lichaamsdeel en kan zeer ingrijpende gevolgen hebben voor het dagelijks leven. Behandelingen van oedeem worden uitgevoerd door bijvoorbeeld huid -en oedeemtherapeuten, (mammacare)verpleegkundigen, fysiotherapeuten en bandagisten. Vaak bestaan deze behandelingen uit een combinatie van manuele lymfedrainage (massagetechniek), lymfetaping en compressietherapie. De behandelingen van odeem zijn voor patiënten zeer pijnlijk, langdurig, intensief en kostbaar. Tevens is het geven van massagetechnieken voor fysiotherapeuten en oedeemtherapeuten lichamelijk zeer zwaar, wat resulteert in eerder ziekteverzuim en hogere zorgkosten. Daarnaast zijn deze behandelingen vooral gericht op armen en benen, en niet op de borst. Speciale compressie bh’s of inleg-pads die in de markt verkrijgbaar zijn werken onvoldoende of zijn zo volumineus dat dagelijks gebruik eigenlijk onmogelijk is. De focus van dit KIEM project ligt op het ontwikkelen van een innovatieve bh die oedeem na borstkanker kan beperken en/of voorkomen. De specifieke samenwerking tussen Bratelle, ISKO, Vechtstreek Fysiotherapie, Witte Vlinder Fysiotherapie en de lectoraten Verpleegkunde en Sustainable & Functional Textiles biedt nieuwe mogelijkheden en inzichten. Dit project kan een doorbraak betekenen voor innovatieve textielmaterialen met medische toepassingen, specifiek oedeem. Door gebruik te maken van hightech apparatuur op Saxion, kunnen nieuwe concepten of materialen ontwikkeld worden, die ‘op-schaalbaar’ zijn. Ook kunnen ontwikkelingen van speciale materialen in combinatie met confectietechnieken, tot nieuwe inzichten leiden. Daarnaast zetten we een onderzoeksplan op gericht op het meten van de werking van de bh, waarbij de rol van verschillende zorgprofessionals essentieel is. Tevens is het streven om het consortium verder uit te breiden met praktijkprofessionals en leveranciers van textielmaterialen.