Dienst van SURF
© 2025 SURF
Welzijnswerk is uiterst gevoelig voor trends, veranderingen en discussies. De vraag hoe je het sociaal leven van mensen tot op zekere hoogte kunt reguleren en versterken levert geen eenduidige antwoorden op. Voor gemeentes en gemeenschappen is één ding wel duidelijk, er zijn momenten dat je in actie moet komen, dat je iets moet doen. Soms vanwege het gevoel van solidariteit, bewogenheid, rechtvaardigheid soms omdat je mensen moet beschermen, omdat mensen bedreigd worden, omdat het minder prettig wordt om er te wonen. In het spel tussen burgers en overheden heeft het welzijnswerk een vaste plek gekregen. 'Vast' niet in de zin van een duidelijke positie of een sterk profiel maar wel als niet meer weg te denken, je komt het steeds weer tegen. Het werk is permanent in uitvoering ondanks alle trends, veranderingen en twijfels. Dat is een troostrijke gedachte voor werkers in de sector maar geen excuus om niet te zoeken naar een steviger profiel en grotere herkenbaarheid. Dat is ook het debat van vandaag. Ik zal in dit debat stelling nemen. Ik doe dit door eerst kort drie belangrijke ontwikkelingen die het welzijnswerk raken toe te lichten om daarna een profielschets te geven van een moderne maatschappelijke dienstverlening, waarvan het welzijnswerk deel uitmaakt.
Wie verdere gezondheidswinst wil boeken, moet vooral ook inzetten op het verbeteren van het sociaal functioneren van mensen. Bij steeds meer zorgpartijen vindt deze stelregel aanhang. Zij richten een deel van hun eigen activiteiten op welzijn of zoeken de samenwerking met het sociaal domein. Een groeiend aantal evaluaties wijst uit dat de inzet op preventie van het Nederlandse welzijnswerk positieve effecten heeft op iemands gezondheid of goedkoper is dan een alternatieve inzet. Er is echter veel variatie in de effectiviteit. De vraag is dan ook: wat werkt?
LINK
In dit boek worden computertoepassingen voor de sociaal-agogische beroepspraktijk beschreven die tot voor kort nog science-fiction leken, maar dat inmiddels niet meer zijn. Het gaat om bestaande applicaties, die echter maar sporadisch in de praktijk worden toegepast omdat velen in de beroepspraktijk (nog) niet van de mogelijkheden afweten. Dit boek wil dan ook een 'eye-opener' zijn en beschrijven wat er zoal in het beroep gebruikt wordt of gebruikt kan worden.
Alle Nederlandse huishoudens krijgen te maken met de energietransitie. Dit heeft grote gevolgen, omdat ze bijvoorbeeld drastisch moeten omschakelen naar een andere vorm van energievoorziening. Met name bewoners van zogenaamde ‘kwetsbare wijken’ hebben hier meer moeite mee. De vraag die in dit project daarom centraal staat is ‘Hoe kunnen bewoners van kwetsbare wijken gemeenschappelijk bijdragen aan de energietransitie?’.Doel Het onderzoek heeft als doel om welzijnswerkers en beleidsbepalers te ondersteunen in het bevorderen van draagvlak en acceptatie voor de energietransitie bij bewoners in kwetsbare wijken. Resultaten Het onderzoek heeft als beoogd resultaat om concrete handvatten aan te reiken voor welzijnswerkers en beleidsbepalers om het draagvlak voor de energietransitie te vergroten. Lees hieronder drie nieuwsberichten over het project door de Provincie Utrecht. Looptijd 01 september 2020 - 31 augustus 2022 Aanpak Er wordt voornamelijk gebruik gemaakt van participatieve kwalitatieve onderzoeksmethoden, waarbij ook de koppeling naar meer kwantitatieve onderzoeksmethoden zal worden gemaakt. Een van de uitgangspunten is om sociale verandering in samenspraak met degenen die het aangaat te ontwikkelen. Dit zorgt ervoor dat interventies beter aansluiten bij de wensen en behoeften van respondenten en voorkomt mogelijke weerstand, omdat interventies niet top down worden opgelegd. De impact op het onderwijs en beroepspraktijk Het serieus betrekken van bewoners bevordert acceptatie en draagvlak. Dit vergroot het succes van de energietransitie als geheel. Daarnaast zorgt de samenwerking met het onderwijs ervoor dat relevante kennis en ervaring direct ten goede komt aan studenten. Ook brengen zij hun perspectieven in om bij te dragen aan het onderzoeksdoel. Cofinanciering Dit project wordt gecofinancierd door SIA als SIA post doc met dossiernummer HBOPD.2018.04.004.
Alle Nederlandse huishoudens krijgen te maken met de energietransitie. Dit heeft grote gevolgen, omdat ze bijvoorbeeld drastisch moeten omschakelen naar een andere vorm van energievoorziening. Met name bewoners van zogenaamde ‘kwetsbare wijken’ hebben hier meer moeite mee. De vraag die in dit project daarom centraal staat is ‘Hoe kunnen bewoners van kwetsbare wijken gemeenschappelijk bijdragen aan de energietransitie?’.
Alle Nederlandse huishoudens krijgen te maken met de energietransitie. Dit heeft grote gevolgen, omdat ze bijvoorbeeld drastisch moeten omschakelen naar een andere vorm van energievoorziening. Met name bewoners van zogenaamde ‘kwetsbare wijken’ hebben hier meer moeite mee. De vraag die in dit project daarom centraal staat is ‘Hoe kunnen bewoners van kwetsbare wijken gemeenschappelijk bijdragen aan de energietransitie?’.Doel Het onderzoek heeft als doel om welzijnswerkers en beleidsbepalers te ondersteunen in het bevorderen van draagvlak en acceptatie voor de energietransitie bij bewoners in kwetsbare wijken. Resultaten Het onderzoek heeft als beoogd resultaat om concrete handvatten aan te reiken voor welzijnswerkers en beleidsbepalers om het draagvlak voor de energietransitie te vergroten. Lees hieronder drie nieuwsberichten over het project door de Provincie Utrecht. Looptijd 01 september 2020 - 31 augustus 2022 Aanpak Er wordt voornamelijk gebruik gemaakt van participatieve kwalitatieve onderzoeksmethoden, waarbij ook de koppeling naar meer kwantitatieve onderzoeksmethoden zal worden gemaakt. Een van de uitgangspunten is om sociale verandering in samenspraak met degenen die het aangaat te ontwikkelen. Dit zorgt ervoor dat interventies beter aansluiten bij de wensen en behoeften van respondenten en voorkomt mogelijke weerstand, omdat interventies niet top down worden opgelegd. De impact op het onderwijs en beroepspraktijk Het serieus betrekken van bewoners bevordert acceptatie en draagvlak. Dit vergroot het succes van de energietransitie als geheel. Daarnaast zorgt de samenwerking met het onderwijs ervoor dat relevante kennis en ervaring direct ten goede komt aan studenten. Ook brengen zij hun perspectieven in om bij te dragen aan het onderzoeksdoel. Cofinanciering Dit project wordt gecofinancierd door SIA als SIA post doc met dossiernummer HBOPD.2018.04.004.