Dienst van SURF
© 2025 SURF
In dit artikel wordt ingegaan op de snel veranderende digitale wereld. Want het stof rondom de term 'web 2.0' mag zo langzamerhand dan wel opgetrokken zijn, vragen blijven er genoeg. Welke impact hebben al die elkaar steeds sneller opvolgende ontwikkelingen nu eigenlijk op bibliotheken? In hoeverre dringt web 2.0 al door in de organisatie, in de werkprocessen, de klantbenadering en in de digitale bibliotheek? Vergt het wellicht ook een andere attitude van de bibliotheekmanager? En welke gevolgen heeft web 2.0 voor het functieprofiel van de informatiespecialist? Vragen als deze en nog meer, worden in dit artikel verder uitgediept.
Listening to students’ voices might result in the design of more effective learning practices, assuming that learning and teaching can be attuned more adequately in those practices. Therefore, research was carried out to investigate the characteristics of successful innovative learning practices using Web 2.0 technologies to establish to what extent they might serve as a model for learning practices in more or less similar contexts. Five learning practices were investigated through a range of processes including document analysis and by interviewing students. Additionally, a cross case analysis was carried out to track down success factors of teaching and learning with Web 2.0 technologies, and to find out to what extent these practices are contextual. The analysis showed the importance of co-production and co-creation in learning practices supported by the use of Web 2.0 technologies, and the crucial role of students’ motivation and teacher’s willingness to experiment with new learning practices.
LINK
Over the past 15 years the Web has transformed the ways in which we search for information and use it. In more recent years, we have seen the emergence of a new array of innovative tools that collectively go under the name of 'Web 2.0', in which the information user is also increasingly an information producer (i.e., prosumer), by sharing or creating content. The success of Web 2.0 tools for personal use is only partially replicated in the professional sphere and, particularly, in the academic environment in relation with research and teaching. To date, very few studies have explored the level of adoption of Web 2.0 among academic researchers in their research and teaching activity. It is not known in what way how and how much Web 2.0 is currently used within research communities, and we are not aware of the drivers and the drawbacks of the use of Web 2.0 tools in academia, where the majority of people is focused either on research or on teaching activities. To analyse these issues, i.e. the combined adoption of Web 2.0 tools in teaching and research, the authors carried out a survey among teaching and researching staff of the University of Breda in The Netherlands. This country was chosen mainly because it is on the cutting edge as far as innovation is concerned. An important driver in choosing the Breda University's academic community was the fact that one of the two authors of this survey works as senior researcher at this university. The purpose of our survey was to explore the level of adoption of Web 2.0 tools among the academic communities. We were interested in investigating how they were using these tools in the creation of scientific knowledge both in their research and teaching activity. We were also interested in analysing differences in the level of adoption of Web 2.0 tools with regard to researchers' position, age, gender, and research field. Finally, in our study we explored the issue of peer reviewing in the Web 2.0 setting. In particular, we investigated whether social peer review is regarded by researchers as a viable alternative to the current closed peer review system (single-blind or double blind). We approached about 60 staff members, but only 12 faculty members completed the survey fully. This means that our results can only be regarded as exploratory, but we still believe that they represent a complementary perspective with respect to previous studies.
LINK
Als grootste stad van Overijssel en kloppend hart van Twente ontwikkelt Enschede zich voortdurend. Er wordt, aan de hand van de vijf door de gemeenteraad vastgestelde opgaven, hard gewerkt aan een toekomst waarin iedereen mag meedoen. Deze urgente stedelijke opgaven kan de gemeente niet alleen oplossen; ze vragen om een actieve inbreng van bewoners én partners in de stad. Via het ENSCHEDELAB maakt de gemeente steeds meer gebruik van nieuwe kennis en onderzoekscapaciteit van de onderwijsinstellingen en van de frisse denkkracht van studenten, de burgers van de toekomst. Voor studenten, docenten en onderzoekers vormt de stad Enschede een unieke leeromgeving van de toekomst. Met de Impulsregeling 2018 wordt ENSCHEDELAB tot een duurzaam initiatief ontwikkeld. Aan het einde van de projectperiode staat een gezamenlijk onderwijsconcept dat vanaf 2020 als regulier onderwijs aangeboden wordt bij vier instellingen op basis van gezamenlijke competities, leerdoelen en -lijnen. Voortbouwend op de resultaten tot nu toe wordt komende twee jaar gewerkt aan het verbreden, verdiepen en versterken van het ENSCHEDELAB. Dit vormt de kern van het voorstel voor de regeling City Deal Kennis Maken 2019. Op deze manier gaan de vijf partners nog intensiever en duurzamer met elkaar samen werken aan twee doelen: 1) het beter benutten van alle kennis en denkkracht in de stad bij het oplossen van maatschappelijke vraagstukken en 2) het vergroten van het maatschappelijk bewustzijn van studenten, docenten en onderzoekers. Dit betekent concreet, dat de vier kennisinstellingen door gaan met het aanbieden van de minor/keuzemodule die in gezamenlijkheid wordt ontwikkeld. En daarnaast wordt de veelheid aan al bestaande samenwerkingsinitiatieven in kaart gebracht en zichtbaarder en toegankelijker gemaakt voor de studenten, docenten en inwoners van Enschede en omgeving. De belangrijkste taak voor de partners is om te zorgen voor verbinding tussen de instellingen en borging en verankering binnen de eigen organisatie.
De afgelopen tijd werkten we samen met Kennisinstituut Movisie aan het Kennisplein Informele Zorg. Met als resultaat een website met kennis, inspiratie, opdrachten en tools rond het thema informele zorg. Bedoeld voor studenten, docenten en beroepskrachten op mbo en hbo niveau in zorg en welzijn. Doel Het Kennisplein is een centrale plek waar kennis over informele zorg te vinden is én met anderen gedeeld kan worden. Daarnaast biedt het Kennisplein een kans om met de kennis aan de slag te gaan door middel van e-learning modules. Resultaten Vrij toegankelijke website met kennis, praktijkvoorbeelden en ervaringsverhalen rondom mantelzorg, het sociale netwerk en vrijwilligers. Artikelen over specifieke thema’s zoals outreachend werken, respijtzorg en de combinatie werk en mantelzorg. Integreren van de vier ontwikkelde e-learningmodules over samenwerking met de informele zorg rond mensen met dementie, niet-aangeboren hersenletsel (NAH) en (licht) verstandelijke beperking (LVB). Looptijd 01 november 2019 - 30 januari 2023 Aanpak In een kerngroep is gewerkt aan het ontwerp, de structuur en de (basis)inhoud van de site. Er is een klankbordgroep samengesteld. Vanuit deze klankbordgroep is op meerdere momenten meegedacht. Op 17 mei 2021 is de site gelanceerd. Samen met Movisie en MantelzorgNL vormen we een redactieraad om bekendheid te geven aan het Kennisplein en de site te verrijken en te (blijven) actualiseren. Verbinding Op twee niveaus zoeken wij de verbinding: kwaliteit en borging. We zien hier verbinding met het programma In voor Mantelzorg 2.0, vanwege de aandacht die in dat programma is voor opleidingen. Binnen het programma Langer Thuis van het ministerie van VWS is het ontwikkelen van het Kennisplein een onderdeel van Actielijn 2: Mantelzorgers en vrijwilligers in Zorg en Welzijn. Deze actielijn wil bereiken dat: Mantelzorgers en vrijwilligers zich bewust zijn van ondersteuning; Er een ondersteuningsaanbod en respijtzorg op maat is; Zorgprofessionals en informele zorgverleners goed samenwerken.
De afgelopen tijd werkten we samen met Kennisinstituut Movisie aan het Kennisplein Informele Zorg. Met als resultaat een website met kennis, inspiratie, opdrachten en tools rond het thema informele zorg. Bedoeld voor studenten, docenten en beroepskrachten op mbo en hbo niveau in zorg en welzijn. Doel Het Kennisplein is een centrale plek waar kennis over informele zorg te vinden is én met anderen gedeeld kan worden. Daarnaast biedt het Kennisplein een kans om met de kennis aan de slag te gaan door middel van e-learning modules. Resultaten Vrij toegankelijke website met kennis, praktijkvoorbeelden en ervaringsverhalen rondom mantelzorg, het sociale netwerk en vrijwilligers. Artikelen over specifieke thema’s zoals outreachend werken, respijtzorg en de combinatie werk en mantelzorg. Integreren van de vier ontwikkelde e-learningmodules over samenwerking met de informele zorg rond mensen met dementie, niet-aangeboren hersenletsel (NAH) en (licht) verstandelijke beperking (LVB). Looptijd 01 november 2019 - 30 januari 2023 Aanpak In een kerngroep is gewerkt aan het ontwerp, de structuur en de (basis)inhoud van de site. Er is een klankbordgroep samengesteld. Vanuit deze klankbordgroep is op meerdere momenten meegedacht. Op 17 mei 2021 is de site gelanceerd. Samen met Movisie en MantelzorgNL vormen we een redactieraad om bekendheid te geven aan het Kennisplein en de site te verrijken en te (blijven) actualiseren. Verbinding Op twee niveaus zoeken wij de verbinding: kwaliteit en borging. We zien hier verbinding met het programma In voor Mantelzorg 2.0, vanwege de aandacht die in dat programma is voor opleidingen. Binnen het programma Langer Thuis van het ministerie van VWS is het ontwikkelen van het Kennisplein een onderdeel van Actielijn 2: Mantelzorgers en vrijwilligers in Zorg en Welzijn. Deze actielijn wil bereiken dat: Mantelzorgers en vrijwilligers zich bewust zijn van ondersteuning; Er een ondersteuningsaanbod en respijtzorg op maat is; Zorgprofessionals en informele zorgverleners goed samenwerken.