Dienst van SURF
© 2025 SURF
De kabinetsreactie op het WRR-advies naar een voedselbeleid heeft een jaar op zich laten wachten. Opvallend aan de reactie van de rijksoverheid is dat deze een soortgelijk karakter heeft als het WRR-advies: het gaat om een mooie uiteenzetting van actuele issues in het voedseldomein die op zichzelf weinig nieuws bevat maar daarmee niet achterhaald is. Zoals het WRR-advies vooral vraagstukken aansnijdt die bekend zijn, zo bestaat de kabinetsreactie voor een groot deel ook uit een opsomming van zaken die lopen op ingeslagen beleidspaden (allianties, Green Deals, faciliteren en toejuichen van keteninitiatieven, voorlichting via Voedingscentrum, e.d.).
LINK
Toelichting op het rapport Opgave AI van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR).
Op 8 december 2003 verschijnt een rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) over de Nederlandse moraal. In het rapport gaat over de normen en waarden van de Nederlandse bevolking en over de vraag of het zinvol en mogelijk is te proberen die normen en waarden te beïnvloeden en bij te sturen. De belangrijkste conclusie van het rapport is dat we het allemaal wel eens zijn over de belangrijkste waarden, maar dat we ons vaak zelf niet houden aan de normen die daar bij horen. Een opvatting die in de media met instemming wordt ontvangen.
De laatste jaren zien we een hernieuwde aandacht voor de maatschappijkritische rol van het sociaal werk die vanaf halverwege de jaren ’90 nagenoeg van het toneel verdween (Peeters, 2010; Banks, 2014; Scholte, 2018). De participatiesamenleving doet een appel op de zelfredzaamheid, de eigen kracht en het informele netwerk van het individu om problemen aan te pakken, zonder daarbij de structurele oorzaken van sociale problemen te adresseren (Peeters, 2010; Banks, 2014; Nachtergaele e.a., 2017; Hubeau, 2018; Reynaert, Roose & Hermans, 2018; Scholte, 2018; Kampen, z.d.). Steeds meer onderzoek laat echter zien dat een beroep op de zelfredzaamheid en de eigen kracht van het individu juist voor kwetsbare groepen niet realistisch is (WRR, 2017; De Brabander, 2014). Sociaal werk zonder maatschappijkritische visie leidt tot een professioneel en democratisch tekort (Bredewold, e.a., 2018). Empowerment speelt een belangrijke rol in de maatschappijkritische positie van sociaal werk (Peeters, 2010; Banks, 2014). Empowerment richt zich niet alleen op het versterken van het zelfvertrouwen van het individu, het bevorderen van een gedeelde verantwoordelijkheid en inclusie, maar ook op het veranderen van structurele oorzaken die sociaal onrecht, sociale ongelijkheid en ongelijke machtsverhoudingen in stand houden (IFSW, juli 2018; Hubeau, 2018). Hier krijgt empowerment een ethisch-politieke dimensie (Van Regenmortel, 2011; Banks, 2012). Dit onderzoek spitst zich toe op de vraag wat de ethisch-politieke dimensie van empowerment inhoudt en op welke wijze empowerment kan bijdragen aan het ontwikkelen van de maatschappijkritische rol van het sociaal werk. Het uitgangspunt is daarbij dat ethiek ‘situated and politicized’ is (Banks, 2014). Deze invalshoek op ethiek biedt een verbreding van de beroepsethiek, die doorgaans ethische kwesties reduceert tot persoonlijke dilemma’s. Over deze bredere ethisch-politieke invalshoek is in Nederland nog nauwelijks geschreven. Het doel van dit onderzoek is kennis over deze ethisch-politieke invalshoek te ontsluiten voor studenten, docenten en professionals.