Aanbieders van Wmo-voorzieningen zijn verplicht een zorgvuldige en laagdrempelige klachtenregeling te treffen. Verlenen diezelfde aanbieders zorg krachtens de Zorgverzekeringswet, dan zijn ze vanaf 1 januari 2017 gebonden aan de klachten- en geschillenbepalingen van de Wkkgz. Wat betekent dit voor de vormgeving van de klachtenprocedure voor Wmo-klachten bij deze zorgaanbieders, mede gezien het feit dat ook gemeenten, in het licht van hun integrale verantwoordelijkheid voor maatschappelijke ondersteuning, betrokken kunnen zijn bij dergelijke klachten?
MULTIFILE
Aanbieders van Wmo-voorzieningen zijn verplicht een zorgvuldige en laagdrempelige klachtenregeling te treffen. Verlenen diezelfde aanbieders zorg krachtens de Zorgverzekeringswet, dan zijn ze vanaf 1 januari 2017 gebonden aan de klachten- en geschillenbepalingen van de Wkkgz. Wat betekent dit voor de vormgeving van de klachtenprocedure voor Wmo-klachten bij deze zorgaanbieders, mede gezien het feit dat ook gemeenten, in het licht van hun integrale verantwoordelijkheid voor maatschappelijke ondersteuning, betrokken kunnen zijn bij dergelijke klachten?
MULTIFILE
Gemeenten moeten in het kader van de Wmo de uitvoering van extramurale begeleiding van hun inwoners met beperkingen gaan verzorgen. Niemand weet hoe dit zal gaan lopen. Ellen Grootegoed en Martijn van Lanen ontwierpen een model met mogelijke scenario's, om van te leren en als vertrekpunt voor debat.
Alle auto's, windmolens en o.a. houten kozijnen hebben één ding gemeen. Ze moeten gecoat worden om het materiaal te beschermen. Alleen al in Nederland wordt ruim 1 miljard euro omzet gerealiseerd met coatings. Er is dringend behoefte aan verduurzaming en innovatie. Aan het einde van de levensduur wordt de coating meestal verbrand, dit leidt tot meer CO2 omdat coatings veelal van fossiele grondstoffen zijn gemaakt. Het maken van een biobased coating is daarom essentieel. Echter, één belangrijk ingrediënt mist, de aromaat. Het zijn de aromaten die de coating glanzend, krasvast en uv-bestendig maken. De coatingindustrie heeft geprobeerd het fossiele ingrediënt ftaalzuuranhydride (PA) in de hars te vervangen, maar er is tot op heden geen goede oplossing gevonden. Relement ontwikkelde als eerste bedrijf wereldwijd een bio-aromaat, te weten biobased 3-methylftaalzuuranhydride (bio-MPA). Een showmodel van een coating gebaseerd op bio-MPA ontbreekt en dat is precies wat samen met Fontys Hogeschool onderzocht gaat worden in dit KIEM Go-Chem project. Het doel van het project Alchemist is om een biobased alkyd coating showmodel te realiseren gebaseerd op bio-MPA i.p.v. fossiel PA. De eigenschappen van de coating worden getest en vergeleken met een alkyd coating gebaseerd op fossiel PA. Er worden betere eigenschappen verwacht door het vervangen van PA door MPA.
Client: UNWTO. Subcontract through Oxford University Product: Chapters 11 and part of 12 of the report Climate change and tourism: Responding to global challenges (UNWTO-UNEP-WMO 2008)
Sinds het begin van dit millennium ligt er een toenemende nadruk in het sociaal domein op een cultuurverandering, waarin integraal werken een centrale rol speelt. Integraal vanuit het leefwereldperspectief van bewoners. En integraal vanuit het professionele en systemische perspectief. Zie bijvoorbeeld het motto ‘één gezin, één plan, één regisseur’. Ook wordt er meer verwacht van inzet op en het realiseren van ‘stepped care’ of ‘matched care’ (ondersteuning zo licht als mogelijk en zo zwaar als nodig). Eén van de consequenties is dat het werk van sociaal professionals veel meer afstemming en samenwerking vergt met andere partijen. Integraal werken dient als een middel om de verkokerde, niet samenhangende wijze van werken vanuit verschillende organisaties en professionals te ontmantelen. Over de competenties van professionals uit de verschillende disciplines, variërend van Wmo-loketambtenaren tot gedragswetenschappers uit de jeugdzorg, van jongerenwerkers tot ambulante GGZ-verpleegkundigen, van maatschappelijk werkers tot opbouwwerkers en wijkverpleegkundigen, wordt verwacht dat zij ‘generalistisch’ zijn. Het is echter onduidelijk wat daarmee in de feitelijke uitvoerings- beleids- en opleidingspraktijk wordt bedoeld. Dit KIEM project richt zich op het opbouwen van (a) een concrete en exemplarische leerpraktijk in Utrecht op het snijvlak van sociaal werk en maatschappelijke ondersteuning en (b) het ontwikkelen van een meerjarig programma waarmee sociaal professionals in het brede sociaal domein competenties kunnen ontwikkelen, zodat zij beter zijn toegerust om interprofessioneel en integraal samen te kunnen werken. Daarbij wordt nauw aangesloten bij het ontwikkelen van belangrijke 21st century skills als reflecteren, het aanspreken van het creatief vermogen, het vermogen tot samenwerken (waaronder inzicht verkrijgen in de competenties en bijdragen van professionals en ervaringsdeskundigen uit andere disciplines) en kritisch denken.