Dienst van SURF
© 2025 SURF
Het verslag betreft het vervolgonderzoek naar de stand van zaken van de invoering van de code Goed Onderwijsbestuur per augustus 2010, na afloop van de overgangstermijn.
Kwaliteitskader voor de Vereniging Hogescholen en NVAO t.b.v. van het beoordelen en (peer) reviewen van partnerschappen rond samen Opleiden en Inductie, geschreven door een ontwikkelteam in opdracht van het Platform Samen Opleiden en Professionaliseren, de PO-Raad, VO-Raad, MBO-Raad, de Vereniging Hogescholen, VSNU en het Ministerie van OCW.
De vestiging van grote groepen niet-westerse immigranten in Nederland is de aanleiding geweest voor het ontwikkeken van een minderheden- en later een immigratiebeleid. Dit overheidsbeleid voor gevestigde immigranten en hun nakomelingen kwam aan het eind van de jaren zeventig op gang. De vakministers dienden onder toezicht van het toenmalig coördinerend ministerie van Binnenlandse Zaken een passend immigratiebeleid te ontwikkelen.
Het 'Samen opleiden en professionaliseren' door lerarenopleidingen en onderwijspraktijk moet bijdragen aan een duurzame impuls voor het terugdringen van het lerarentekort en het verhogen van de aantrekkelijkheid van het lerarenberoep (PO-Raad, VO-raad, MBO Raad, VH, VSNU, 2019; Platform Samen Opleiden & Professionaliseren, 2020). Toch is dit samen opleiden en samen professionaliseren niet altijd eenvoudig of vanzelfsprekend (Van Velzen & Timermans, 2017). Integendeel, beide contexten (ook wel activiteitensystemen genoemd, zie Engeström, 2001) kennen een eigen praktijk en identiteit. De daaruit voortvloeiende verschillen (in belangen, eisen, doelen) kunnen leiden tot zogeheten discontinuïteiten in actie en interactie (Bakker & Akkerman, 2014). Deze verschillen tussen contexten bieden tevens kansen om te leren. Dat leerpotentieel bestaat doordat boundary crossing (i.e., het proces van heen-en-weer pendelen tussen activiteitensystemen) met zich meebrengt dat organisaties voorbij de bestaande praktijk en de eigen identiteit leren kijken en leren in co-creatie. Een permanente dialoog over de gezamenlijkheid in opleiden als grensoverbruggende praktijk is nodig om het leerpotentieel dat zich bevindt op deze grens tussen lerarenopleiding en onderwijspraktijk beter te benutten (Bakker et al., 2016; Bruining & Akkerman, 2017). In dit postdoconderzoek wordt bestudeerd hoe een gedeeld professionaliseringstraject rondom Lesson study voor opleiders van de Marnix Academie (pabo) en schoolopleiders van de partnerscholen (basisschool) als een in potentie grensoverbruggende praktijk kan bijdragen aan leren-in-verbinding. Op basis van empirische data (waaronder interviews met betrokken actoren bij het samen opleiden) genereert dit postdoconderzoek concrete handreikingen, in het bijzonder voorwaarden die nodig zijn om leren-in-verbinding middels een gedeeld professionaliseringstraject via Lesson study te stimuleren. Het postdoctraject staat dan ook in nauwe verbinding met de op handen zijnde curriculumvernieuwing bachelor lerarenopleiding basisonderwijs. Het postdoconderzoek levert tevens kennis op die kan bijdragen aan de landelijke discussie over samen opleiden, indachtig de ambities van het partnerschap Partners in Opleiding en Ontwikkeling (Koersplan POO, 2020).
De schoolleider heeft na de leraar een grote, zij het indirecte, impact op het realiseren van goed onderwijs voor alle leerlingen, als de schoolleider zich richt op de ontwikkeling van de school als lerende organisatie (Grissom et al., 2021; Koeslag-Kreunen, 2021; Leithwood et al., 2020; Kools, 2020). Traditioneel betrof het beroep van schoolleider een hiërarchische functie die vooral individuen aanstuurt. In een lerende onderwijsorganisatie staat het bevorderen van gespreid leiderschap, een onderzoekscultuur en collectief leren van leraren centraal. Dat is voor veel schoolleiders een complexe verandering (De Jong, 2022; Ros, 2021; Van Wessum et al., 2022). Van schoolleiders wordt gevraagd het evidence-informed samenwerken in teams aan kwaliteitsverbetering en het samenwerken met partners te stimuleren en faciliteren, gebaseerd op een duidelijke visie en collectieve ambitie (Kools, 2020). Daarbij schept de schoolleider voorwaarden zodat ook leraren leiding kunnen nemen, op basis van hun expertise (Snoek et al., 2019). De rol van de schoolleider in het hedendaagse onderwijs is dus niet eenvoudig, de complexiteit van hun rol is enorm toegenomen. De Onderwijsraad (2018) geeft aan dat een kwaliteitsimpuls nodig is voor schoolleiders in Nederland. In ons lectorenplatform bundelen onderzoekers op het gebied van leiderschap in het onderwijs hun krachten samen met de landelijke beroepsorganisatie van schoolleiders (AVS) en de organisaties van hun werkgevers (PO-Raad, VO-raad en MBO Raad) om deze kwaliteitsimpuls te realiseren. Ons Lectorenplatform wil tweeledig bijdragen aan deze kwaliteitsimpuls: 1) door kennis te ontwikkelen over de rol van de schoolleiders en hoe schoolleiders hun veranderende, complexe rol goed kunnen vervullen en hoe ook leraren leiding kunnen laten nemen; 2) door de ontwikkelde kennis toegankelijk en context specifiek te maken voor schoolleiders en toepassing te bevorderen. De te ontwikkelen inzichten, handvatten en tools zijn daarom zowel bedoeld voor schoolleiders zelf als voor hun leidinggevenden (besturen) en leiderschapsopleidingen.