Dienst van SURF
© 2025 SURF
Laurence Alpay, Harmen Bijwaard en Rob Doms hebben bijdrage geleverd aan dit boek. zie hoofdstuk 7. Blz. 159 In dit hoofdstuk bekijken we de betekenis van ‘de mens centraal’ bij de ontwikkeling van technologie voor gezondheidszorg en welzijnsbevordering. In de zorg- en welzijnssector zijn door de vergrijzing straks meer professionals nodig, maar deze zijn waarschijnlijk in onvoldoende mate beschikbaar vanwege budgettaire beperkingen en te weinig menskracht. Technologie kan hier een oplossing bieden door taken over te nemen of te vergemakkelijken.
Background: Phantom limb pain is a frequent and persistent problem following amputation. Achieving sustainable favorable effects on phantom limb pain requires therapeutic interventions such as mirror therapy that target maladaptive neuroplastic changes in the central nervous system. Unfortunately, patients’ adherence to unsupervised exercises is generally poor and there is a need for effective strategies such as telerehabilitation to support long-term self-management of patients with phantom limb pain. Objective: The main aim of this study was to describe the user-centered approach that guided the design and development of a telerehabilitation platform for patients with phantom limb pain. We addressed 3 research questions: (1) Which requirements are defined by patients and therapists for the content and functions of a telerehabilitation platform and how can these requirements be prioritized to develop a first prototype of the platform? (2) How can the user interface of the telerehabilitation platform be designed so as to match the predefined critical user requirements and how can this interface be translated into a medium-fidelity prototype of the platform? (3) How do patients with phantom limb pain and their treating therapists judge the usability of the medium-fidelity prototype of the telerehabilitation platform in routine care and how can the platform be redesigned based on their feedback to achieve a high-fidelity prototype?
-Chatbots are being used at an increasing rate, for instance, for simple Q&A conversations, flight reservations, online shopping and news aggregation. However, users expect to be served as effective and reliable as they were with human-based systems and are unforgiving once the system fails to understand them, engage them or show them human empathy. This problem is more prominent when the technology is used in domains such as health care, where empathy and the ability to give emotional support are most essential during interaction with the person. Empathy, however, is a unique human skill, and conversational agents such as chatbots cannot yet express empathy in nuanced ways to account for its complex nature and quality. This project focuses on designing emotionally supportive conversational agents within the mental health domain. We take a user-centered co-creation approach to focus on the mental health problems of sexual assault victims. This group is chosen specifically, because of the high rate of the sexual assault incidents and its lifetime destructive effects on the victim and the fact that although early intervention and treatment is necessary to prevent future mental health problems, these incidents largely go unreported due to the stigma attached to sexual assault. On the other hand, research shows that people feel more comfortable talking to chatbots about intimate topics since they feel no fear of judgment. We think an emotionally supportive and empathic chatbot specifically designed to encourage self-disclosure among sexual assault victims could help those who remain silent in fear of negative evaluation and empower them to process their experience better and take the necessary steps towards treatment early on.
Het basisonderwijs staat voor de lastige opgave om kinderen meer te laten bewegen zonder dat dat ten koste gaat van de kernvakken als rekenen en taal. Er is wel een ontwikkeling die kansen biedt: bewegend leren. Dit combineert bewegingsoefeningen met reken- of taaloefeningen en lijkt een meerwaarde te hebben voor de cognitieve ontwikkeling van kinderen. Exergames worden hiervoor al wel mondjesmaat toegepast, maar niet in samenhang met doelstellingen op het gebied van motorische ontwikkeling. Hoe kunnen exergames zo ontwikkeld worden dat ze succesvol ingezet worden in het basisonderwijs om én cognitieve automatiseringsdoelstellingen én motorische ontwikkelingsdoelstellingen geïntegreerd ondersteunen? Door een slimme innovatie van gepersonaliseerd bewegend leren kan zonder dat daar meer verroosterde tijd voor beweegonderwijs voor nodig is de motorische ontwikkeling van kinderen worden versterkt en gemeten, bewegend leren voor het individu geoptimaliseerd worden, de docent ontlast worden, en daarmee de weerstand tegen invoering van bewegend leren verminderd worden. Het samenwerkingsverband verbindt serious game design, cognitieve training van kinderen én motorische ontwikkeling en dat is uniek. Voor de game-design partners levert dit waardevolle kennis op voor het ontwikkelen van exergames die goed geworteld zijn in het onderwijs. Voor de ontwikkeling van de adaptieve games wordt ingezet op een user-centered designproces waarbij co-creatie sessies met vakleerkrachten en game designers een belangrijke rol spelen. De beoogde resultaten zijn (1) een prototype waarmee bewegingen kunnen worden gemonitord en inzichtelijk gemaakt voor de leerkracht; (2) Enkele prototypes van adaptieve games die kinderen nieuwe motorische vaardigheden leren terwijl ze een automatiseringstaak uitvoeren; en (3) Ontwerp- en implementatierichtlijnen voor deze games in de dagelijkse onderwijspraktijk. Het geheel is een proof of concept die game designers in staat stelt om een slimme en adaptieve exergames te maken voor bewegend leren.
Het Hanze Innovation Traineeship Pilot project is geïnitieerd op de Hanzehogeschool Groningen door drie onderzoeksgroepen (lectoraten) die zijn ingebed in het Marian van Os Centre of Expertise Ondernemen (CoEO). De trainees worden gecoacht in een Community of Learners en begeleid door een diverse groep van onderzoekers van de volgende onderzoeksgroepen van de Hanzehogeschool Groningen: (1) International Business, (2) Marketing/Marktgericht Ondernemen en (3) User-Centered Design. Het doel van het programma is om regionale MKBs in Noord-Nederland te ondersteunen om duurzaam te innoveren met de hulp en ondersteuning van trainees en onderzoekers van de drie onderzoeksgroepen. De trainees worden begeleid bij het ontwikkelen en implementeren van een door onderzoek ondersteunde innovatie tijdens een afstudeerproject en een 12-maanden durende traineeship bij het bedrijf. Bij de start van het programma ondergaan de MKBs een innovatie-gezondheids-check die wordt herhaald nadat de traineeship is afgerond. Over het algemeen zouden de bedrijven hun bedrijfsprestaties en innovatiecapaciteit moeten kunnen verbeteren door middel van het programma. Verder zal de onderzoekssamenwerking tussen de onderzoeksgroepen van de Hanzehogeschool en de MKBs leiden tot een beter inzicht in innovatiebarrières en succesfactoren. De opgedane kennis over regionale MKB-innovatie zal in alle sectoren en industrieën worden geprojecteerd. De uiteindelijke projectresultaten zullen dienen voor het besluitvormingsproces van toekomstige innovatie traineeship programma's