Dienst van SURF
© 2025 SURF
Interview Marnix Eysink Smeets in Het Parool over Top 600 criminelen
This paper assesses wind resource characteristics and energy yield for micro wind turbines integrated on noise barriers. An experimental set-up with sonic anemometers placed on top of the barrier in reference positions is realized. The effect on wind speed magnitude, inflow angle and turbulence intensity is analysed. The annual energy yield of a micro wind turbine is estimated and compared using data from a micro-wind turbine wind tunnel experiment and field data. Electrical energy costs are discussed as well as structural integration cost reduction and the potential energy yield could decrease costs. It was found that instantaneous wind direction towards the barrier and the height of observation play an influential role for the results. Wind speed increases in perpendicular flows while decreases in parallel flow, by +35% down to −20% from the reference. The azimuth of the noise barrier expressed in wind field rotation angles was found to be influential resulted in 50%–130% changes with respect to annual energy yield. A micro wind turbine (0.375 kW) would produce between 100 and 600 kWh annually. Finally, cost analysis with cost reductions due to integration and the energy yield changes due to the barrier, show a LCOE reduction at 60%–90% of the reference value. https://doi.org/10.1016/j.jweia.2020.104206
Inmiddels bestaat er brede consensus: willen we de energietransitie versnellen, dan werkt een strikte top-down benadering niet. Integendeel: als we willen versnellen, zijn initiatieven van onderop – van lokale overheden, ondernemers en burgers dus – hard nodig. Gelukkig zijn er de afgelopen jaren op tal van plaatsen lokale energie-initiatieven ontstaan: in 2020 waren in Nederland bijvoorbeeld 600 energiecoöperaties actief, en dit aantal neemt ieder jaar toe.
LINK
Het DIEET project onderzocht hoe de eerstelijns diëtetiek effectief en toekomstbestendig zou kunnen zijn: meetbaar en stuurbaar. In het project is onderzocht wat de succes- en faalfactoren zijn in het handelen van de diëtist tijdens het eerste consult met een patiënt. Door observaties van 605 consulten bij 237 diëtistenpraktijken in heel Nederland zijn potentiele predictoren in kaart gebracht. Op basis van deze predictoren (zoals bijv. een directieve houding van de dietist tijdens het consult) en het vaststellen van een effectieve behandeling na 9 maanden is een model ontwikkeld. Het model bleek echter minder eenvoudig dan gedacht, en de verklaring daarvoor is eigenlijk wel eenvoudig: diëtetiek is MAATWERK. Zo bleek bijvoorbeeld dat bij oudere mannen de directieve houding van de diëtist wel samen gaat met een effectieve behandeling, bij jonge vrouwen werkt motivational interviewing beter. Dit is voor de diëtetiek (en volgens onze voorzichtige inschatting ook andere beroepsgroepen) volstrekt unieke informatie. Deze resultaten hebben we nog een keer kwalitatief met de Stuurgroep van het RAAK-MKB project DIEET besproken en unaniem besloten dat de impact van dit product (model) voor de praktijk heel groot is. Deze nieuwe inzichten zullen ook verwerkt worden in de nieuwe druk van het boek (landelijk lesmateriaal diëtetiek opleidingen) dat is ontwikkeld (Neelemaat F, Ozturk H, Weijs P. Kritisch Redeneren in de Diëtetiek; bol.com). Het ontwikkelde model bleek door het maatwerk fors ingewikkelder dan vooraf ingeschat. Dit model kan echter in een web-based applicatie worden ingebouwd en de predictoren kunnen worden ingevoerd. Met deze applicatie kan bij elke diëtetiek (paramedische) stage en bij elke diëtist professional een scan worden gedaan op effectief handelen. Bij de studenten zal een relatie worden gelegd met het stagecijfer en bij de professionals met de effectieve behandeling na 9 maanden. Implementatie van de webbased applicatie in de eerstelijns diëtetiek praktijk zal meteen breed worden ingezet. Echter onderdeel van deze aanvraag is een interventie en controle groep, waarbij de interventie groep wel feedback krijgt op basis van de score en de controle groep niet. De snelle feedback (na het consult en niet pas na 9 maanden) is namelijk de sleutel tot succes. Top-up subsidie is nodig om voor het bestaande model een web-based tool te ontwikkelen en ontsluiting naar onderwijs en beroepspraktijk te bevorderen. Om in de toekomst goed gebruik van de tool door professionals, onderzoekers, studenten en docenten mogelijk te maken, is een geïntegreerde web-versie van de tool wenselijk waarin nieuwe updates eenvoudig kunnen worden doorgevoerd. Tot slot kan met Top-up de tool beter ontsloten worden voor de praktijk en voor inzet in het onderwijs door het maken van enkele goede casus beschrijvingen en het presenteren van de tool door middel van bijvoorbeeld workshops. Door Top-Up op deze manier in te zetten krijgt de doorwerking van de resultaten van het RAAK-project een flinke extra impuls.