Dienst van SURF
© 2025 SURF
September 2015 analysis Renewable Energy in The Netherlands created by professor B. M. Visser.Published on EnTranCe website.
Diëtisten signaleren dat het belang van goede voeding en voorkomen van ondervoeding in verpleeg- en verzorgingshuizen onvoldoende op het netvlies staat bij verschillende disciplines. Er is onvoldoende bekend over de omvang van het probleem en de wijze waarop goede voedingszorg georganiseerd kan worden. Goede voeding speelt een belangrijke rol bij het ouder worden: behoud van vitaliteit, voorkomen van complicaties. Bovendien draagt goede voeding bij aan een betere kwaliteit van leven. Juist voor de meest kwetsbare groep ouderen, verpleeghuisbewoners, is goede voedingszorg daarom belangrijk. Betrokken professionals, zoals diëtisten, management, facilitaire dienstverlening, vragen zich echter af hoe zij optimale voedingszorg kunnen leveren. Vragen die zij hebben betreffen enerzijds ondervoedingszorg: hoe ziet optimale ondervoedingszorg eruit, ter behoud van kwaliteit van leven en ter preventie van complicaties, wie zijn daarbij betrokken en wie heeft welke verantwoordelijkheid? Anderzijds zijn er vragen over goede voedingszorg voor alle bewoners: hoe kunnen we de voedingszorg voor onze bewoners optimaal inrichten, wie en wat hebben we daarvoor nodig, welke barrières moeten we nemen om voedingszorg te optimaliseren, en bij wie (en hoe) moeten we die voedingszorg dan beleggen? In deze RAAK subsidieaanvraag zal een consortium bestaande uit de HAN, diëtistennetwerk DGO, vijf verzorgings- en verpleeghuizen, Universiteit Maastricht, AmsterdamUMC en Stuurgroep Ondervoeding zowel ondervoedingszorg als goede voedingszorg belichten. Door middel van kwantitatief onderzoek willen wij een beeld krijgen van de grootte van het probleem van ondervoeding en determinanten die bijdragen aan incidente ondervoeding. Door middel van kwalitatief onderzoek willen we onderzoeken wie betrokken zou moeten zijn bij optimale voedingszorg, wie daarin welke verantwoordelijkheden heeft en waar optimale voedingszorg belegd zou moeten zijn. Door barrières en good practices in kaart te brengen hopen we concrete aanbevelingen te kunnen doen voor het optimaliseren van goede voedingszorg in verpleeghuizen; dit betreft zowel ondervoedingszorg als goede voedingszorg in het algemeen.
Goede voeding speelt een belangrijke rol bij het ouder worden: behoud van vitaliteit, voorkomen van complicaties. Bovendien draagt goede voeding bij aan een betere kwaliteit van leven. Juist voor de meest kwetsbare groep ouderen, verpleeghuisbewoners, is goede voedingszorg daarom belangrijk. Diëtisten, management en facilitaire dienstverlening vragen zich af hoe zij optimale voedingszorg kunnen leveren. Vragen die zij hebben betreffen enerzijds ondervoedingszorg: hoe ziet optimale ondervoedingszorg eruit, wie zijn daarbij betrokken en wie heeft daarin welke verantwoordelijkheid? Anderzijds zijn er vragen over goede voedingszorg voor alle bewoners: hoe kunnen we de voedingszorg voor onze bewoners optimaal inrichten, wie en wat hebben we daarvoor nodig, welke barrières moeten we nemen om voedingszorg te optimaliseren, en bij wie (en hoe) moeten we die voedingszorg dan beleggen? Sinds september 2020 wordt in het RAAK-publiek project “Goede voeding, goede zorg” door de HAN, diëtistennetwerk Geriatrie en Ouderen, diverse verzorgings- en verpleeghuizen, Universiteit Maastricht, AmsterdamUMC en Stuurgroep Ondervoeding zowel het aspect van ondervoeding(szorg) als goede voedingszorg in verpleeghuizen belicht. Door middel van kwantitatief onderzoek brengen wij de grootte van het probleem van ondervoeding en determinanten die bijdragen aan de incidentie van ondervoeding in beeld. Door middel van kwalitatief onderzoek onderzoeken we wie betrokken zou moeten zijn bij optimale voedingszorg, wie daarin welke verantwoordelijkheden heeft en waar optimale voedingszorg belegd zou moeten zijn. Uiteindelijk hopen we door het in kaart brengen van barrières en “good practices” concrete aanbevelingen te kunnen doen voor het optimaliseren van goede voedingszorg in verpleeghuizen; dit betreft zowel ondervoedingszorg als goede voedingszorg in het algemeen. Door Corona blijkt extra inspanning nodig om de onderzoekskwaliteit te kunnen waarborgen. We kunnen het onderzoek niet volgens de oorspronkelijke planning uitvoeren en zijn steeds genoodzaakt aanpassingen te doen. Dit leidt ertoe dat extra uren moeten worden gemaakt door het onderzoeksteam om goede kwaliteit onderzoek te blijven leveren.
In dit project wordt praktijkgericht onderzoek uitgevoerd naar de wijze waarop Nederlandse mkb-ondernemingen toegang kunnen krijgen tot ketenfinanciering. Ketenfinanciering (ook ?Supply Chain Finance? genoemd) omvat een scala aan financieringsoplossingen, waarmee werkkapitaal gecreëerd wordt. Sinds de financiële crisis is werkkapitaalfinanciering voor veel mkb?ers problematisch geworden. De oorzaak ligt in moeilijke toegang tot bankleningen in combinatie met verlengde betaaltermijnen van afnemers. Ketenfinanciering is een alternatieve financieringsvorm waarin leveranciers in de keten gebruik maken van de kredietwaardigheid van een sterkere afnemer. Het is echter nog vooral een oplossing die afnemers aanbieden aan hun grootste en meest strategische leveranciers. De leveranciers in het mkb worden nog niet bereikt, terwijl verspreiding naar het mkb miljarden euro?s aan liquiditeit kan vrijmaken. De doelstelling is dan ook om de liquiditeitspositie van Nederlands mkb te versterken door met onderzoek bij te dragen aan het vergemakkelijken van toegang tot ketenfinanciering. Het onderzoek voorziet hiermee in een nadrukkelijk aanwezige maatschappelijke behoefte. Daarnaast wordt voorzien in een wetenschappelijke behoefte, omdat ketenfinanciering een relatief nieuw veld is waarin empirische data schaars zijn. De nadruk ligt op wat het mkb zelf kan doen om toegang tot ketenfinanciering te krijgen. Onderzocht wordt welke ketenfinancieringsinstrumenten voor deelnemende mkb?ers het meest geschikt zijn, wat criteria zijn waar mkb?ers aan moeten voldoen, hoe een goed interventieplan er uitziet om aan die criteria te voldoen en hoe uiteindelijk succesvolle implementatie er uitziet. De belangrijkste resultaten van het onderzoek zijn een set van tools voor en door mkb?ers die concrete handvatten geven voor implementatie van ketenfinanciering en de interventies die hiervoor nodig zijn. Het onderzoek resulteert daarnaast in een trainingsprogramma voor mkb?ers en inzichten die direct in onderwijs kunnen worden toegepast.