Dienst van SURF
© 2025 SURF
Met de uitvoering van het onderzoek ‘Het stedenbouwkundig bureau van de toekomst’ (zie eerste rapportage van het RAAK-project) aan de Hogeschool van Amsterdam is een kennisplatform tot stand gekomen over de inhoud en onderlinge positionering van stedelijke theorieën, methoden en casussen. Het platform stelt de stedelijk professional (al werkend en lerend) in staat, in samenspraak met collega’s, de beschikbare interdisciplinaire kennis over ruimtelijke analyses in stedelijke gebieden te ontsluiten, te delen en te vergroten.
Het lectoraat Innoverend ondernemen verbonden aan De Haagse Hogeschool heeft op 12 november 2015 een seminar georganiseerd over nieuwe businessmodellen en de nieuwe economie. Van deze dag hebben we een verslag gemaakt middels deze uitgave. Een interessant naslagwerk voor alle ruim 150 deelnemers van dit seminar, die kunnen teruglezen wat ze deze dag hebben geleerd, maar ook kunnen leren van de workshops waarin ze niet hebben geparticipeerd. Daarnaast is deze uitgave leerzaam voor iedereen die geïnteresseerd is in nieuwe businessmodellen vanuit verschillende perspectieven, waarin theorie en praktijk samen komen.
Dit rapport is de eerste editie van de monitor Staat van de Haagse Economie. Deze monitor volgt de economische welvaart van Den Haag: de economische groei van bedrijven en het werk en inkomen van bewoners. Het beschrijft ook de stand van zaken van de vier pijlers die aan deze welvaart ten grondslag liggen: de attractiviteit van de stad, de economische structuur, het ondernemingsklimaat en de ruimte voor bedrijvigheid. Den Haag heeft in 2020 voor zichzelf een ambitieuze doelstelling geformuleerd voor 2030. Den Haag wil: ● een brede economische bloei realiseren; ● een attractieve stad zijn om te wonen, zich te vestigen en te bezoeken; ● een economie hebben met een veerkrachtige structuur; ● een excellent ondernemingsklimaat hebben; ● en voldoende ruimte hebben voor bedrijvigheid. De monitor Staat van de Haagse Economie 2020 moet gezien worden als een nulmeting voor het te voeren beleid dat deze visie moet verwerkelijken. Volgende monitors laten zien of het op deze gebieden de goede kant op gaat en of Den Haag op weg is om de ambities voor 2030 te realiseren. Hoe staan de Haagse economie en de onderliggende vier pijlers er in 2019 en in de eerste helft van 2020 voor? Wat zijn de ontwikkelingen geweest in de afgelopen jaren — met als focus de periode na de banken- en eurocrisis tussen 2014 en 2019 — en hoe steekt Den Haag af ten opzichte van de andere drie grote steden? In deze samenvatting maken we de balans op en kijken daarbij naar de sterke elementen in de Haagse economie en welke elementen aandacht nodig hebben. We gaan daarbij achtereenvolgens in op de staat van de economie en de vier pijlers: stad, structuur, ondernemingsklimaat en ruimte. We sluiten af met een duiding van de bevindingen.
Nederland wil in 2050 circulair zijn. Dat vraagt een ongekende transitie in de wijze waarop onze samenleving onderneemt, samenwerkt, denkt en doet. Stedelijke regio’s zijn de geijkte plek om een transitie naar een circulaire economie in gang te zetten door hun dichte concentratie van kennis, kapitaal, data en resources op een relatief klein oppervlak. De baten die deze transitie oplevert zullen vooral in deze regio’s merkbaar zijn: minder verspilling, luchtvervuiling en CO2-uitstoot, meer economische waarde en sociale impact. CIRCOLLAB richt zich op het versterken van interdisciplinair praktijkgericht onderzoek voor de circulaire transitie in de metropoolregio Amsterdam (MRA). De SPRONG-groep bestaat uit lectoraten van de Centres of Expertise Urban Technology en Urban Governance & Social Innovation en de Faculteit Digitale Media en Creatieve Industrie van de Hogeschool van Amsterdam, Kenniscentrum Maatschappelijke Innovatie Flevoland van Hogeschool Windesheim en de Academie van Bouwkunst van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten. De SPRONG-groep combineert expertise vanuit het technologische, creatieve, economische en sociale domein en verricht praktijkgericht onderzoek naar ‘circulair denken en doen’, ‘circulair ondernemen’, ‘circulair menselijk kapitaal’ en ‘circulair samenwerken’ in relatie tot technische innovaties in twee waardeketens: de gebouwde omgeving en consumptiegoederen. De SPRONG-groep ontwikkelt, samen met actoren in de quadruple helix, een regionale infrastructuur voor inventariseren en prioriteren van onderzoeksbehoeften en het programmeren, opbouwen en uitwisselen van kennis. Hierbij worden kennis en ervaringen uit circulaire initiatieven, experimenten, onderzoek en onderwijs aan elkaar en aan fysieke experimenteerruimtes verbonden, om gezamenlijk van te leren, kennis te delen en op te schalen. Zo ontstaat een krachtige interdisciplinaire SPRONGgroep met de ambitie om het consortium uit te laten groeien tot dé regionale spil op het gebied van de circulaire transitie in grootstedelijke regio’s en een erkende (inter)nationale speler voor kennisuitwisseling en -opbouw op dit onderwerp.
Biomassa afkomstig van stedelijk groenbeheer is grondstof voor biocascadering van benutbare biomassa componenten. Planten bevatten waardevolle inhoudstoffen die als grondstof kunnen dienen voor onder andere farmaceutica, cosmetica, voeding, veevoer, chemie, biomaterialen en bio-energie. Stedelijk groen draagt bij aan kwaliteit van leven voor burgers en biodiversiteit in de stad. Introductie van kwalitatief hoogwaardig stedelijk groen met multifunctionele eigenschappen ten aanzien van stedelijk klimaatsverbetering is op dit moment niet haalbaar vanwege de hoge kosten van aanleg en onderhoud. Het op meerdere manieren benutten van stedelijk snoeimateriaal en het circulair maken van de mineralen kringloop moet het mogelijk maken kosteneffectieve hoogwaardige beplantingen in de stedelijke ruimte te realiseren. Het groenbeheers bedrijf Ecorridors BV en het farmaciebedrijf Syncom BV hebben samen met het Kenniscentrum Biobased Economie (KCBBE) van de Hanzehogeschool Groningen onderzoek gedaan naar de ontwikkeling van nieuwe circulaire supply-chains voor het aanvoeren, extraheren en benutten van plantinhoudstoffen uit biomassa snoeimateriaal voor farmaceutische, cosmetische en nutraceutische toepassingen waarbij restmaterialen worden gecomposteerd en weer teruggebracht in de kringloop.Het project heeft het proof-of-principle van deze ideeën aangetoond en er indicatieve business-plannen voor ontwikkeld. Concreet zijn de mogelijkheden voor supply chains op basis van taxus, verfbrem en hondsroos onderzocht. Taxus is grondstof voor paclitaxel een cytostatica die in de chemotherapie van kanker wordt benut. Hanzehogeschool heeft groen extractie proces op basis van een superkritisch CO2 hiervoor ontwikkeld. Verfbrem is grondstof voor de anti-aging fytosterol genisteine. Genisteine in huidverzorgingsproducten stimuleert de aanmaak van huideigen collageen en verhoogt daarmee de huidelasticiteit. Hanzehogeschool heeft een superkritisch CO2 extractieproces hiervoor ontwikkeld en zowel met behulp van in vitro als in vivo testen de werking van cosmetica met genisteine gedemonstreerd. De derde keten is op basis van rozebottels van de hondsroos. Rozebottels zijn rijk aan antioxidanten in het vruchtvlees en olie in het zaad. Voor beide ingrediënten heeft de Hanzehogeschool superkritische extractieprocessen ontwikkeld. Toepassingen hiervoor zijn in voeding (antioxidant) en in cosmetica (olie).De voorlopige business-cases van al deze grondstoffen zien er veel belovend uit. Bij realisatie van deze business-cases dragen de project partners bij aan verder vergroenen en circulair maken van onze economie en samenleving. Vervolgonderzoek waarbij onder andere ook wordt gekeken naar de hoeveelheid microverontreinigingen in het materiaal moet uitwijzen of deze ketens ook daadwerkelijk gerealiseerd kunnen worden.
Bij de projectaanvraag City Deal Kennis Maken LeeuwardenFryslân hanteren we de geactualiseerde Kennisagenda Fryslân 2019-2025. Leidraad hierin zijn de transitie-opgaven waar de Friese samenleving voor staat. Via de inzet van Living Labs en experimenten wil de regio oplossingen ontwikkelen en testen voor de maatschappelijke opgaven onder het motto "De stad als campus, de regio als proeftuin".