Dienst van SURF
© 2025 SURF
Op de basisschool sporten kinderen nog volop, maar na het eerste jaar van de middelbare school daalt het percentage leerlingen dat lid is van een sportvereniging drastisch. Dit geldt nog meer voor leerlingen in het vmbo. Deze doelgroep heeft ook een minder gezonde leefstijl dan leerlingen op hogere onderwijsniveaus. Reden voor het lectoraat Praktijkgerichte Sportwetenschap van het Hanze Instituut voor Sportstudies om 'Goalkeeper!' te ontwikkelen: een methode waarmee leerlingen hun sportvaardigheden ontwikkelen en aan een gezonde leefstijl werken. De focus van de methode ligt op zelfregulatievaardigheden, waarbij de context van de gymles en de rol van de vakleerkracht een cruciale rol spelen.
De motorische ontwikkeling van kinderen is bepalend voor een duurzame en perspectiefrijke deelname aan de sport- en beweegcultuur. Hierbij vormt de bewegingsvaardigheid en het bewegingsplezier een essentieel onderdeel. Kinderen die motorisch vaardiger zijn en een plezierige sportervaring hebben gehad, gaan nu en later meer sporten dan kinderen die dit niet hebben gehad. Een brede motorische basis verkleint de kans op blessures, geeft succesbeleving, zorgt voor een sterke neurologische opbouw en geeft een brede basis om deel te kunnen nemen aan verschillende sporten. Dit maakt het ook mogelijk dat kinderen op latere leeftijd nog eenvoudig een andere sport aan kunnen leren.Naast een brede motorische ontwikkeling is plezier in bewegen en sporten minstens zo belangrijk. Wanneer een kind een sport beoefent waarin het vaardig is, succes ervaart en plezier beleeft is de kans op sportuitval op latere leeftijd aanzienlijk kleiner. Een Breed Sport Advies kan het kind helpen in het vinden van zijn of haar passie in sport en het herkennen van zijn of haar kwaliteiten in sport en bewegen. Een leven lang met plezier bewegen en sporten vraagt om goed en op maat advies voor elk kind. Maar hoe zet je een motorische vaardigheidstest en sport vragenlijst zo in dat je naast het screenen van de motorische vaardigheid ook kinderen kan helpen in het vinden van hun intrinsieke motivatie om meer te bewegen en met plezier te sporten dat resulteert in voldoende vaardigheid, succesbeleving en plezier?
Wat is de kracht van sport?’ Dat was de uitdagende, prikkelende vraag die wij aan 25 studenten hebben voorgelegd. Het beantwoorden van deze vraag bleek een complexe en soms frustrerende exercitie. Tijdens de zoektocht naar het antwoord moest steeds de balans tussen breedte en diepte van de vraag in de gaten gehouden worden. Daarnaast bleken de studenten soms onzeker over wat zij, als ‘slechts’ studenten, konden bijdragen aan het beantwoorden van deze moeilijke vraag waar vele wetenschappers zich op stuk hebben gebeten. Naar onze mening is de bijdrage van deze studenten heel groot. Zij hebben een compleet en actueel beeld gegeven van hun perceptie over de kracht van sport.
Veel jongeren dromen ervan om in de toekomst even succesvol te zijn als Femke Bol of Frenkie de Jong. Vanaf jonge leeftijd werken duizenden kinderen tegenwoordig hard aan hun sportvaardigheden. Het zijn van sporttalent kan een jongere op persoonlijk, sociaal, mentaal en fysiek helpen ontwikkelen. Echter, sport kan, met name in de leeftijd van 10-16 jaar als een kind biologische en mentaal/ cognitief een sterke groei doormaakt, ook leiden tot (ernstige) blessures met als gevolg vaak fysieke en psychische klachten. Helaas zien trainers-coaches de laatste jaren en sterke toename in het aantal blessures bij 10-16-jarigen. De belangrijkste vraag die we uit de verschillende gesprekken halen en uit inventarisaties onder trainers-coaches naar voren komt is ‘Hoe kan ik adequaat inspelen in mijn trainingen op de groei, maturiteit en ervaren belasting van elk van mijn 10-16-jarige talentvolle sporters zodat de blessure incidentie vermindert?’ Eerder onderzoek heeft laten zien dat een aangepast programma en effectief doelen stellen kan leiden tot een reductie in het aantal blessures. Trainers-coaches geven echter aan ons terug nog te weinig kennis en vaardigheden te hebben om dit toe te passen. In dit project leren we de trainers-coaches meer ‘oog’ te hebben voor de fase van groei waarin een sporter zich bevindt om op basis daarvan het programma meer op maat te maken. Daarnaast leren we de trainers-coaches middels het effectief stellen van doelen om meer verantwoordelijkheid bij de talentvolle sporter neer te leggen en de focus te zetten op een lange termijn ontwikkeling en plezierbeleving. Door het opzetten van een 24 weken durende interventie leren we in hoeverre het aantal blessures door rekening te houden met de fase van groei en effectief doelen te stellen verminderd wordt. Opgedane inzichten worden gebruikt om werkveld, onderwijs en wetenschap te verbeteren.
Uiteindelijk bleek er nipt onvoldoende politiek draagvlak om het traject tot uitvoering te brengen. De aanpak 'vanuit maatschappelijke waarde naar het ontwerp van een vernieuwend evenement' heeft wel veel positieve reacties opgeleverd.Als kennispartner van het WK Wielrennen 2020 initiatief is het lectoraat Praktijkgerichte Sportwetenschap betrokken geweest vanaf de eerste business case, via het haalbaarheidsonderzoek tot een bijdrage aan het op een rijtje zetten van feiten voor het lobby traject.
Twee lectoraten (Integraal Jeugdbeleid en Praktijkgerichte Sportwetenschap) verbonden aan de Hanzehogeschool, Center of Expertise Healthy Ageing zijn in de wijk Selwerd, Paddepoel en Tuinwijk (SPT) actief in een innovatiewerkplaats KIWI. In die werkplaats wordt samengewerkt met de kindvoorzieningen in die wijk, de professionals en de kinderen in nauw overleg met de gemeente. Vanuit het centrale thema gezondheid en participatie van de jeugd, richt KIWI zich op de volgende twee subthema’s: a. Actieve gezonde leefstijl: bewegen, sport en voeding b. Vreedzaam samenleven: vreedzame school en vreedzame wijk De doelstelling van Kind in de Wijk is om de bestaande voorzieningen in de wijk, op gebied van actieve gezonde leefstijl en vreedzaam samenleven voor kinderen (4-12 jaar) te ondersteunen, te verbinden en waar gewenst aan te vullen. Hierbij stelt KIWI het kind in de wijk centraal.