Dienst van SURF
© 2025 SURF
Kinderen en jongeren met een beperking zijn fysiek minder actief dan leeftijdsgenoten zonder beperking (Von Heijden, Van den Dool, Van Lindert & Breedveld, 2013). Het lectoraat Kracht van Sport van de Hogeschool van Amsterdam (HvA) en Hogeschool Inholland wil deze ongelijkheid terugbrengen en de fysieke activiteit van jongeren met een beperking verhogen. Samen met professionals uit het werkveld waaronder docenten lichamelijke opvoeding in het speciaal onderwijs, buursportcoaches en sportloket medewerkers, willen we deze doelstelling bereiken. Dat doen we door de pilot 'Mijn personal coach aangepast sporten'.
In dit onderzoek bekijken we de huidige aandacht voor seksuele vorming in de curricula van Social Work, Pedagogiek en Sportkunde, we bevragen docenten, beschouwen onderwijsmateriaal en analyseren wat er al gebeurt en wat toekomstige professionals volgens de docenten nodig hebben om bij te dragen aan de seksuele vorming van de doelgroepen die ze bedienen.
Publicatie bij de rede van Jasmijn Holla, in verkorte vorm uitgesproken bij de aanvaarding van de functie van lector Kracht van Sport en Bewegen aan Hoogeschool Inholland in Haarlem op 23 juni 2022. Het lectoraat Kracht van Sport en Bewegen richt zich met praktijkgericht onderzoek op het benutten van de potentiële gezondheidswaarde en sociaal-maatschappelijke waarde van sport, bewegen en een gezonde leefstijl. In aansluiting op de uitstroomprofielen van de bacheloropleiding Sportkunde, waaraan het lectoraat nauw verbonden is, heeft het lectoraat speciale aandacht voor het stimuleren van sport, bewegen en een gezonde leefstijl in de zorg, de wijk en op het werk. In dit boekje worden de onderzoekslijnen 'Aangepast Sporten en Bewegen', 'Sport en Maatschappij' en 'Gezondheidsmanagement' beschreven. Aan de hand van de overkoepelende onderzoeksthema's leefstijl, technologie en inclusie worden de achtergrond en visie gepresenteerd van waaruit het lectoraat werkt.
Lectorenplatform Sport en Bewegen Er zijn mooie stappen gezet in de eerste fase van het lectorenplatform Sport en Bewegen. Hierbij fungeerde het platform als een pilotproject voor de platformregeling van regie-orgaan SIA. In de eerste fase is het ons gelukt om onderling te verbinden en elkaar beter te leren kennen. Met de platformregeling II willen wij meer maatschappelijke impact genereren. Dit willen wij doen door in te zetten op drie kerndoelen; positioneren om te programmeren en te valoriseren. Meer concreet willen we in de komende twee jaar we de volgende drie ambities realiseren: (i) Versterking van de positie van het HBO sport- en beweegonderzoek (positioneren); (ii) Versterken van inhoudelijke samenwerking en voorbereiden van een gemeenschappelijke onderzoeksaanvraag (programmeren); (iii) De kennisdeling en implementatie van onderzoeksresultaten (valoriseren). Het lectorenplatform Sport en Bewegen kent een open karakter. De kern van het lectorenplatform wordt gevormd door lectoren die werkzaam zijn bij de acht sporthogescholen die Nederland kent (verenigd in het HSO (Hogescholen Sport Overleg)). Binnen deze acht hogescholen worden bachelor en HBO masterprogramma’s aangeboden gericht op sport en bewegen. Het lectorenplatform Sport en Bewegen sluit sterk aan bij twee van de tien thema’s zoals geformuleerd in de “Strategische onderzoeksagenda HBO” te weten: 1) gezondheid: zorg en vitaliteit en 2) onderwijs en talentontwikkeling. Daarnaast bestaat er binnen het veld Sport en Bewegen ook een Nederlandse Kennisagenda Sport en Bewegen (2016) en een NWA route Sport en Bewegen. Duurzame samenwerking, ook na afloop van een eventuele subsidie, vinden we enerzijds op inhoudelijk niveau door in te zetten op een gezamenlijk onderzoeksprogramma (wellicht Sprong) en anderzijds op strategisch niveau, door een structurele samenwerking te realiseren met het Topteam Sport en Kenniscentrum Sport.
In dit praktijkgerichte onderzoeksproject werken de lectoraten ‘Bewegen, School en Sport’ en ‘Bewegen, Gezondheid en Welzijn’ van Hogeschool Windesheim en de lectoraten ‘Participatie en Stedelijke Ontwikkeling’ en ‘Werken in Justitieel kader’ van de Hogeschool Utrecht, samen met Stichting Life Goals en drie landelijke koepelorganisaties. Doel is om gezamenlijk te komen tot nieuwe kennis waarmee sociale professionals en sportprofessionals sport als middel kunnen inzetten om mensen in een kwetsbare positie te begeleiden en te ondersteunen om maatschappelijk te participeren. Het gaat in dit project om het afstemmen en optimaliseren van kennis van professionals die werkzaam zijn in de maatschappelijke opvang (zoals het Leger des Heils), het gevangeniswezen, de reclassering en welzijnswerk en om sportprofessionals (zoals maatschappelijke sportcoaches en buurtsportcoaches). Er bestaan verschillende initiatieven om mensen in een kwetsbare positie via sport te helpen om (weer) maatschappelijk te participeren. Sport wordt gezien als een laagdrempelige activiteit waar mensen positieve ervaringen opdoen, vaardigheden kunnen ontwikkelen en sociale contacten kunnen leggen, die zij kunnen inzetten voor de participatie in verschillende domeinen van de samenleving. Echter, het ontbreekt aan goed onderbouwde kennis over de effecten van sport op de maatschappelijke participatie van deze mensen en aan tools die professionals hierbij kunnen ondersteunen. HBO-opgeleide sociale professionals en sportprofessionals geven aan behoefte te hebben aan nieuwe kennis en tools over de wijze waarop zij hun cliënten effectief kunnen ondersteunen en begeleiden. Deze kennisbehoefte heeft enerzijds betrekking op de context waarin de sportactiviteiten voor mensen in kwetsbare positie plaatsvinden en de begeleiding die ze daarbij krijgen. Hoe zorg je ervoor dat deze context zo is ingericht dat sport voor de deelnemers een positieve ervaring wordt en hen zodoende in staat stelt een positiever zelfbeeld te ontwikkelen en vaardigheden en sociale contacten op te doen die hen helpen bij de maatschappelijke participatie op andere levensterreinen? Anderzijds is er behoefte aan nieuwe kennis over de wijze waarop de samenwerking tussen de professionals uit de verschillende sectoren en organisaties geoptimaliseerd kan worden. Vragen die professionals op dit vlak hebben zijn: hoe kan het sportaanbod voor mensen in een kwetsbare positie het best worden georganiseerd, welke partijen zijn daarbij nodig, hoe kan de samenwerking tussen deze partijen het best worden vorm gegeven? Deze praktijkbehoefte is uitgewerkt in de volgende centrale onderzoeksvraag: Hoe kan sport professioneel worden ingezet ter bevordering van de maatschappelijke participatie van mensen in de maatschappelijke opvang, detentie of reclassering, welke contextfactoren zijn daarbij van belang en hoe kan de samenwerking tussen professionals uit verschillende sectoren geoptimaliseerd worden? Dit project levert producten op voor zorg en onderwijs: beschrijvingen van best practices, richtlijnen voor samenwerking, bijscholing (ook voor het aanbieden van diverse sportactiviteiten), een digitaal kennisplatform en artikelen in vakbladen. De kennis die wordt opgedaan vloeit tevens terug naar opleidingen van Hogeschool Windesheim (lichamelijke opvoeding, Sportkunde en Psychomotorische therapie) en Hogeschool Utrecht (opleiding Social Work) o.a. in de vorm van een minor.
Fysieke inactiviteit, overgewicht en een lage vitaliteit zijn een groot probleem bij rolstoelgebruikers als gevolg van een dwarslaesie of beenamputatie. In de revalidatiefase wordt aandacht besteed aan het herpakken of opbouwen van een gezonde leefstijl. Na de revalidatiefase, echter, met de rolstoelgebruikers teruggekeerd in hun eigen omgeving, is het lastig voor de professionals om deze lijn van begeleiding naar een gezonde leefstijl door te zetten. Daarom zijn professionals op zoek naar een flexibele benadering waarmee zij kunnen inspelen op de individuele wensen en behoeften van hun cliënten. Professionals zien veel potentie in de inzet van een digitale leefstijlapplicatie bij het in beweging brengen en houden van mensen met een beperking en het geven van voedings- en ontspanadvies. Dit stelt ze in staat om samen met de cliënt een stimulerend programma op te stellen, de voortgang of het gebrek daaraan te monitoren en snel in te grijpen als blijkt dat de cliënt niet op schema ligt om zijn/haar doelstellingen te bereiken. Voor aanvang van het project bestond er echter nog geen leefstijlapplicatie die gericht is op rolstoelgebruikers. In het WHEELS-project is de volgende onderzoeksvraag beantwoord: “Aan welke criteria moet een digitale leefstijlapplicatie voor rolstoelgebruikers met een dwarslaesie of beenamputatie, gericht op het bevorderen van een actieve leefstijl, een gezond voedingspatroon en de lichamelijke vitaliteit, voldoen?”. Met het beantwoorden van deze vraag hebben we op systematische wijze een digitale leefstijlapplicatie ontwikkeld aan de hand van het Intervention Mapping protocol. Dit protocol beschrijft stapsgewijs hoe je planmatig een theoretisch en empirisch onderbouwde gedragsveranderingsinterventie kan ontwikkelen. Vertegenwoordigers van de doelgroep en professionals hebben geparticipeerd in het gehele proces. Momenteel wordt de applicatie geëvalueerd. Binnen het WHEELS-project hebben we de eerste vier stappen van het Intervention Mapping (IM) protocol doorlopen: 1) we hebben de leefstijlproblematiek van de doelgroep geanalyseerd; 2) interventiedoelen opgesteld; 3) de leefstijlapp ontworpen; en 4) de leefstijlapp geproduceerd en getest in een pilotstudie. Ten behoeve van de pilotstudie hebben we de interventie kleinschalig geïmplementeerd en een evaluatieplan gemaakt (IM-stap 6). We zijn echter nog niet uitgebreid toegekomen aan IM-stap 5: het maken van een implementatieplan. Dit is echter wel van belang voor een succesvolle implementatie en doorontwikkeling van de leefstijlapp. We willen de Top-up subsidie dan ook heel graag gebruiken voor een implementatieplan dat ertoe moet leiden dat de WHEELS-app gebruikt gaat worden door alle geïnteresseerde revalidatieprofessionals en rolstoelgebruikers met een dwarslaesie of beenamputatie in Nederland. Voor het onderwijs is het WHEELS-project een mooi, aansprekend praktijkvoorbeeld van Intervention Mapping dat zowel in het curriculum van de HvA bachelor Oefentherapie als in de Inholland bachelor Sportkunde is opgenomen. Docenten die les geven op het gebied van gezondheidsbevordering hebben interesse getoond in onze uitvoerige Nederlandstalige uitwerking van de Intervention Mapping stappen. Daarom willen we de Top-up subsidie ook gebruiken om de uitvoerige Nederlandstalige uitwerking van het IM-protocol, door te vertalen naar inspirerend onderwijsmateriaal.