Dienst van SURF
© 2025 SURF
In dit onderzoek wordt in beeld gebracht hoe intersubjectiviteit, afstemming tussen kind en ouder, zichtbaar wordt in ouder-kind speltherapie. De betrokkenheid van de ouder bij het spel van het kind vormt de basis voor de ontwikkeling van zelfvertrouwen, gevoel van eigenwaarde en regulerende vaardigheden van het kind. Binnen ouder-kind speltherapie wordt gewerkt aan het faciliteren, vergroten en versterken van momenten van intersubjectiviteit. Het is van belang voor het werkveld dat de speltherapeutische interventies die hierbij worden ingezet, voldoende beschreven worden. Deze meervoudige casestudy omvat een observatiestudie, gecombineerd met semi-gestructureerde interviews om deze speltherapeutische handelingen in beeld te krijgen. Uit de bevindingen blijkt dat de speltherapeut kansen probeert te benutten om speelsheid, acceptatie, nieuwsgierigheid en empathie aan te wakkeren door onder andere de gezamenlijke relatie te benadrukken, de aandacht van het kind en de ouder te richten op elkaar, elkaars spelfiguren of het spel en door het faciliteren van gezamenlijk spel. Het verdient aanbeveling om vervolgonderzoek te doen naar de inhoud van spelbeelden en spelthema’s, om daarmee het zicht op intersubjectiviteit te vergroten. Daarnaast is het van belang te kijken naar de mogelijke effecten van de speltherapeutische interventies, door ook sessies uit latere fasen in het proces in onderzoek te betrekken.
Dit artikel beschrijft een casus over het gebruik van speltherapie bij een kind met kanker. Speltherapie is een non-verbale, cliëntgerichte vaktherapie. Deze diepgaande casestudy belicht de therapie vanuit het oogpunt van de ouders, speltherapeut, schoolbegeleider en kinderneuroloog. Uit het onderzoek blijkt dat speltherapie behulpzaam was in deze casus. In het onderzoek is vooral gekeken naar het speltherapeutische proces en het verschil tussen voor en na de behandeling. Er is gekozen voor een casestudy om een rijke beschrijving van het (spel)therapeutisch handelen mogelijk te maken.
Deze integrale kennisagenda is voor de CHE-opleiding Sociale Studies een mijlpaal. Het is voor het eerst dat het onderzoek dat gedaan wordt binnen Sociale Studies aan elkaar is verbonden nadat vanaf het cursusjaar 2017-2018 steeds stappen zijn gezet om al het onderzoek onder te brengen in Professionele Leergemeenschappen (PLG’s). Het gaat om onderzoek van studenten van de voltijd en deeltijd bachelor Social Work, van de masters Contextuele Benadering en Speltherapie en van de lectoraten Professioneel Opvoeden, Informele Netwerken en Laatmoderniteit en Jeugd en Gezin. Een PLG is een groep van docenten, professionals en studenten die zin hebben om meerjarig samen te leren rondom vragen uit de praktijk. Hiervoor formuleren praktijk en onderwijs, onder begeleiding van een onderzoeker, samen thema’s die voor beide relevant zijn en waarop studenten jaarlijks onderzoek verrichten in het teken van hun afstuderen. De kennis die hiermee wordt ontwikkeld komt ten goede aan: 1) de vorming van de student tot professional 2) de ontwikkeling van het werkveld 3) het beroepsonderwijs en 4) de kennisbasis van de beroepen waar we voor opleiden. In deze kennisagenda worden vijf kennislijnen geïntroduceerd waarbinnen alle PLG’s van Sociale Studies zijn ondergebracht. Als bijlage is een overzicht toegevoegd waarin alle PLG’s met hun kennislijnen bij elkaar staan. Tenslotte is deze kennisagenda nadrukkelijk een levend document. PLG’s zullen komen en gaan. We willen daarin ontwikkelingen volgen en ook afgaan op de plekken waar vragen zijn en waar samenwerking ontstaat. De kennisagenda is dan ook nadrukkelijk een uitnodiging om aan te haken en om mee te doen.
De COVID-19-pandemie heeft het belang duidelijk gemaakt van continuïteit van zorgverlening binnen de GGZ. Online behandeling is een veelbelovende oplossing daarvoor. Vaktherapie is een vaak ingezette behandeling voor psychiatrische aandoeningen. Vaktherapie is ervaringsgericht en bestaat uit beeldende, dans-, drama-, muziek-, psychomotorische en/of speltherapie. Vaktherapie wordt tot dusverre nog niet online aangeboden. Virtual Reality (VR) is een innovatieve manier om vaktherapie online aan te bieden. Eerder is een innovatieve online vaktherapieruimte ontwikkeld, de VR Health Experience (VRhExp). Hierdoor konden cliënten online vanuit huis aan vaktherapie deelnemen. De VRhExp werd door vaktherapeuten als veelbelovend beschouwd. Tegelijkertijd gaven vaktherapeuten aan specifieke interventies te missen. Het ´ARts and psychomotoR Interventions for Virtual rEality (ARRIVE)´ project stelt zich ten doel om vaktherapeutische VR-interventies te ontwikkelen en te bouwen voor de VRhExp. Vervolgens worden de VR-interventies in pilots onderzocht. Dit wordt gedaan door IT-technici, vaktherapeuten en onderzoekers met behulp van de Design Thinking methode. De VR-interventies worden Open Access beschikbaar gesteld. Door het opnemen van VR-interventies in de VRhExp wordt deze daadwerkelijk bruikbaar voor het aanbieden van online vaktherapie. Dit praktijkonderzoek wordt uitgevoerd door de lectoraten ‘Vaktherapie bij Persoonlijkheidsstoornissen’ en ‘Innovatie in de Care’ van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen in samenwerking met twee vaktherapeutische praktijken (MKB) en GGNet (Centrum voor Geestelijke Gezondheid). De onderzoeksresultaten worden geïmplementeerd in het onderwijs en het werkveld.
Door ontwikkelingen in de zorg leven meer mensen die intensieve ondersteuning nodig hebben zelfstandig of begeleid thuis. Tegelijkertijd stijgt het aantal mensen explosief dat het zonder professionele begeleiding thuis niet zelfstandig redt. Vooral voor mensen met licht verstandelijke beperking (LVB), is (begeleid) zelfstandig wonen en meedoen in de maatschappij niet makkelijk. Dit komt door de verstandelijke beperkingen én juist ook bijkomende problematiek. Effectieve behandeling van deze bijkomende problematiek is noodzakelijk. Vaktherapie is een behandelvorm die naadloos aansluit bij de aandachtspunten voor effectieve interventies bij deze doelgroep en wordt intramuraal al jarenlang als een waardevolle aanvulling gezien op behandelvormen met een meer verbale insteek. Echter, vaktherapie wordt nog nauwelijks in de leefomgeving van mensen met LVB aangeboden. Een ontwikkeling in deze richting is momenteel wel gaande. Vaktherapeuten werken vaker samen met FACT-LVB teams volgens een ontwikkeld samenwerkingskader. Dit kader blijkt niet toepasbaar voor andere contexten in de leefomgeving, waar structuur in samenwerking vaak niet aanwezig is en ook samenwerking met informele hulpverleners nodig is. Een aangepast samenwerkingskader om structurele samenwerking te realiseren tussen vaktherapeuten en (in)formele hulpverleners is essentieel. Evenals nader inzicht in welke vaktherapeutische interventies in de leefomgeving werken. In dit praktijkgericht onderzoek wordt het eerder ontwikkeld samenwerkingskader met focusgroepen doorontwikkeld en toepasbaar gemaakt voor meerdere contexten in de leefomgeving (deelonderzoek 1). De toepassing van dit kader wordt in een procesevaluatie geëvalueerd (deelonderzoek 2). Middels gestapeld N=1 onderzoek wordt onderzocht welke vaktherapeutische interventies in de leefomgeving werken bij welke indicaties (deelonderzoek 3). De inzichten worden verwerkt tot een breed toepasbaar samenwerkingskader, een indicatiemodel voor vaktherapeutische behandeling in de leefomgeving en een methode om vaktherapeutisch handelen te blijven evalueren.