Dienst van SURF
© 2025 SURF
Dit artikel onderzoekt de relevantie van het begrip ‘soevereiniteit in eigen kring’ dat honderdveertig jaar geleden is gemunt. Ten eerste wordt de politieke urgentie van soevereiniteit in eigen kring gepeild. Ten tweede wordt geschetst dat hedendaagse noties van netwerken en praktijken vergelijkbare intuïties bevatten. Ten derde worden bouwstenen aangeleverd die dit oude perspectief op ordening hanteerbaar maken.
Het wordt steeds duidelijker dat in een diensteneconomie vakbekwaamheid slechts verworven kan worden in leerarrangementen die door het beroepsonderwijs en het bedrijfsleven gezamenlijk zijn opgezet en waarvoor zij een gedeelde verantwoordelijkheid dragen. Op dit moment hanteren beide partijen het principe van de verdeelde verantwoordelijkheid ('soevereiniteit in eigen kring'). Hoe tot nieuwe vormen van samenwerking te komen? Dat is de centrale vraag in dit artikel. Eerst wordt een stand van zaken gegeven, waarna het probleem van de samenwerking in beleidstermen wordt getypeerd. Tenslotte worden enkele aanbevelingen gedaan voor een innoverend beleid terzake.
Nederland is altijd een land geweest van culturele diversiteit. Steeds is in Nederland de noodzaak geweest te komen tot een formule waarbij mensen van verschillende geloofsovertuiging toch in goede harmonie met elkaar kunnen samenleven. Omdat het onderwijs daarbij zowel een traditie-beschermende als een sociaal-integrerende rol moet vervullen, speelt het begrip ‘vrijheid van onderwijs’ – in al zijn meerduidigheid – daarbij een centrale rol. Het maatschappijmodel dat ooit door Abraham Kuyper werd ontworpen bood in zijn tijd een nieuwe ‘oplossing’ voor de religieuze verdeeldheid in Nederland. Kuyper legde er de basis mee voor het model van ‘verzuiling’ dat lange tijd de Nederlandse samenleving zou typeren en ook het denken over onderwijsvrijheid nog steeds domineert. De oplossing van Kuyper zou de hele twintigste eeuw dienst doen. Maar in de 21e eeuw begint het model van onderwijsvrijheid onder de druk van de komst van nieuwe religieuze groepen te kraken. Het lijkt te zijn gedaan met de ‘pacificatie’ en de vrijheid van onderwijs wordt voortdurend ter discussie gesteld. Meer dan ooit blijkt daarbij de meerduidigheid van het begrip. Hoe uiteindelijk voor de 21e eeuw die formule van pacificatie er uit zal gaan zien, zal de toekomst moeten leren.