Dienst van SURF
© 2025 SURF
In dit artikel worden twee modellen met elkaar verbonden die allebei ingaan op de werkelijkheid waarin mensen met elkaar samenwerken en op elkaar afstemmen. In onderwijscontexten is het van belang dat de omgeving is afgestemd op de behoeften van de lerende om optimaal tot leren te komen. Deze behoeften liggen zowel op fysiek als psychologisch vlak. Het Proces Communicatie Model (PCM) wil patronen in menselijke communicatie duiden door in te gaan op de achterliggende psychologische behoeften en het sensorische informatieverwerkingsmodel beschrijft de sensorische patronen die het gedrag in de klas kunnen verklaren. Hierbij gaat het om lichamelijke behoeften die het leren bevorderen of belemmeren. De verbinding van deze invalshoeken, lichamelijk en geestelijk, levert een meerwaarde op voor het inrichten van een passend leerklimaat en het bevorderen van het onderling begrip en de zelfkennis die nodig is om gemotiveerd te leren. Om tegemoet te komen aan de talenten (voorkeursstijlen van leren) van kinderen in gesprekken en individuele handelingsplannen biedt dit artikel ook waardevolle aanknopingspunten.
Om te kunnen functioneren in de huidige kennismaatschappij worden kritische en onderzoekende vaardigheden belangrijk geacht voor toekomstige professionals (De Boer, 2017). Hogescholen spelen een belangrijke rol in het opleiden van deze professionals en hebben mede daarom de wettelijke taak gekregen om onderzoek te doen en dit te integreren in het onderwijs (Griffioen & De Jong, 2015). Hoe dragen docenten, onderzoekers, onderzoek- en onderwijsmanagers in de dagelijkse praktijk bij aan het samenbrengen van onderzoek en onderwijs? Om deze vraag te beantwoorden werden N=61 interviews afgenomen met deze actoren binnen drie Nederlandse hogescholen. De resultaten laten zien dat de gedragsintenties die de respondenten bespreken verdeeld kunnen worden in drie categorieën: integratie van onderzoek in onderwijs; integratie van onderwijs in onderzoek; en het samenkomen van onderzoek en onderwijs. In de drie categorieën kan zowel ‘direct gedrag’ als ‘ondersteunend gedrag’ onderscheiden worden. Opvallend is dat de focus binnen de gedragsintenties ligt op het integreren van iets van onderzoek in het onderwijs, en in mindere mate van iets van onderwijs in het onderzoek. De implicaties van de resultaten en de opzet van het vervolgonderzoek worden bediscussieerd met het publiek tijdens het congres.
Met de toepassing van sensoren in de zorg zal het aantal data explosief toenemen. Maar kunnen we die data ook op een goede manier verwerken? Hoe vindt de integratie plaats? En hoe staat het met de gebruiksvriendelijkheid? Eén van de struikelblokken, zegt Ben Kröse, is de consistentie van data. In theorie misschien eenvoudig op te lossen, maar niet in de praktijk.
LINK
Onze samenleving staat onder druk. Steeds meer mensen voelen zich opgejaagd en worden geleefd door impulsen van buitenaf. We hebben nauwelijks nog tijd om even stil te staan, waardoor we verwijderd raken van onszelf en van elkaar. We beseffen allemaal dat overprikkeldheid en prikkelverwerking een urgent hedendaags probleem is. Duidelijk is ook dat zo’n complex maatschappelijk vraagstuk alleen over disciplines en domeinen heen en in een samenhang van perspectieven kan worden opgelost.In PRIKKEL brengen we daarom wetenschap, zorg en kunst samen in een meerstemmige uitwisseling rond prikkelverwerking, oftewel sensorische integratie. Hoe verwerken wij de stimuli die we in deze wereld krijgen aangeboden? En kunnen wij, door bepaalde prikkels eens heel anders te ervaren, ons beter verplaatsen in iemand waarbij de prikkelverwerking anders is dan bij ons?Meer informatie? Zie https://www.hku.nl/onderzoek-en-innovatie/projecten-onderzoek-en-innovatie/prikkel