Dienst van SURF
© 2025 SURF
In een casestudy hebben Hugo Plaisier en Alie Wiertsema onderzocht wat er gebeurt als in een dorp de hulpvragen van een deel van de dorpsbewoners met een traditioneel Nederlandse religieuze achtergrond niet beantwoord kunnen worden door een sociaal team, juist omdat de vragen verbonden zijn met hun christelijke identiteit. Wat vraagt dit van de sociaal werker die zich niet of niet meer verbindt met een religieuze groep of kerkelijke gezindte? Hoe kan een gemeente de verantwoordelijkheid nemen voor het welzijn van deze inwoners?
Respijtzorg is het overnemen van de gebruikelijke zorg, in veel gevallen de zorg die naaste familieleden dagelijks geven (Scherpenzeel, 2013). Respijtzorg kan voorkomen dat mantelzorgers overbelast raken, of is noodzakelijk als er al sprake is van overbelasting (De Klerk e.a., 2015). Respijtzorg kan gegeven worden door familie en/of vrienden en vrijwilligers. Maar dikwijls zijn ook professionele vormen van respijtzorg noodzakelijk. Daaronder verstaan we verschillende vormen van dagbesteding, overname van zorg en tijdelijk verblijf die erop gericht zijn de zorg van familie te ontlasten, dan wel aan te vullen. Denk aan NAH hotels, ontmoetingshuizen, gespecialiseerde dagbesteding of vakantievoorzieningen. In deze Wmowijzer gaan we in op dagbesteding en tijdelijk verblijf voor mensen met niet-aangeboren hersenletsel (NAH) en dementie als belangrijke vormen van respijtzorg
Dit artikel zoomt in op de verschillende activiteiten en initiatieven die zijn ondernomen om studenten- en docentenwelzijn te bevorderen. Bij alle initiatieven die ontplooid zijn is het concept Positieve Gezondheid gebruikt als tool om de activiteiten op een gedegen wijze vorm te geven.
Meer dan de helft van de boerenbedrijven moet stoppen of krimpen vanwege de stikstofaanpak. Veel boeren willen toch al stoppen, omdat ze geen opvolger kunnen vinden én omdat het verdienmodel al jaren onder druk staat. Tot 2030 komen er in de Regio Foodvalley meer dan 1,6 miljoen vierkante meter aan stallen en schuren leeg te staan. We spreken dan van Vrijkomende Agrarische Bebouwing (VAB). Regio Foodvalley bestaat uit acht gemeenten, namelijk Barneveld, Ede, Nijkerk, Rhenen, Renswoude, Scherpenzeel, Veenendaal en Wageningen. Betonfabrikanten zoeken naar alternatieve grondstofstromen voor zand en grind door stijgende grondstofprijzen en ontregelde toeleveringsketens. VAB bestaat voor 56% uit beton en 28% uit metselwerk. De stromen worden op dit moment laagwaardig hergebruikt als funderingsmateriaal onder wegen. Bij demontage van VAB (het separaat breken van beton- en metselpuin) kunnen de stromen worden hergebruikt door betonfabrikanten voor hoogwaardige betonproducten, waardoor de cirkel wordt gesloten. Dit project heeft tot doel om de keten in Foodvalley in beeld te brengen qua hoeveelheden VAB en wie per ketenschakel partijen zijn en welke partners gezamenlijk een circulaire betonketen uit VAB willen vormen. Het projectresultaat is de aanzet tot een circulaire betonketen in Foodvalley met een goede businesscase en passende governance. Het consortium bestaat uit de Christelijke Hogeschool Ede (CHE), Bosch Beton en Living Lab Regio Foodvalley Circulair en betreft een nieuw netwerk. Partijen uit de triple helix werken in Regio Foodvalley, onder de naam Living Lab Regio Foodvalley Circulair, aan een toekomstbestendige en volhoudbare economie waarin circulair de gewoonte is. Betonfabrikant Bosch Beton heeft behoefte aan een continue stroom van beton uit VAB, een winstgevend verdienmodel en zekerheid dat alle ketenpartijen meewerken aan de circulaire betonketen uit VAB, voordat zij hierin gaat investeren. In dit project worden deze randvoorwaarden onderzocht.
Sinds 2018 is de Christelijke Hogeschool Ede (CHE) betrokken bij City Deal Kennis Maken (CDKM) in samenwerking met gemeente Ede, gemeente Wageningen en de Wageningen University & Research (WUR). In Ede heeft dit vorm gekregen binnen de Samenwerkingsagenda Ede-CHE die datzelfde jaar is ondertekend. Vanaf januari 2020 zijn er twee verbinders in CDKM Ede+Wageningen aangesteld, één per kennisinstelling. Deze persoon heeft als taak om vraagstukken vanuit de plaatselijke maatschappij te verbinden met het onderwijs. Naast het koppelen van studenten en docenten aan maatschappelijke vraagstukken, is het team CDKM zich meer gaan richten op het interdisciplinair en multi-level inzetten van (groepen) studenten, en de monitoring van studentprojecten. Voortbordurend op deze ervaring wil de CHE online en/of offline beter bereikbaar worden voor vragen vanuit de maatschappij. Met deze subsidieaanvraag willen we een plan ontwikkelen, zodat externen, studenten, docenten en onderzoekers elkaar kunnen treffen en inspireren tot meer interdisciplinaire samenwerking in de stad en regio. De werktitel voor deze ruimte is ‘Stadslab Ede’. Dit zal gaan fungeren als uithangbord voor de expertise die de CHE in huis heeft en haar maatschappelijke en regionale betrokkenheid. We zien het voor ons als een regionale ontmoetingsruimte waarbij fysieke kennisuitwisseling wordt ondersteund met een online en offline programma en coördinatie. Het draagvlak voor ‘Stadslab Ede’ willen we allereerst ophalen in een stakeholdersanalyse. De praktische uitvoering van een ruimte onderzoeken we in minimaal vier proefsessies. Door krachten te bundelen vergroten we de impact en vergroten we de kans dat ook studenten hun expertise op een waardevolle manier inzetten voor de maatschappij. Consortiumpartners van deze subsidieaanvraag zijn: gemeente Ede, WUR, gemeente Scherpenzeel en regio Foodvalley Living Lab Circulair.