Dienst van SURF
© 2025 SURF
This study focuses on SME networks of design and high-tech companies in Southeast Netherland. By highlighting the personal networks of members across design and high-tech industries, the study attempts to identify the main brokers in this dynamic environment. In addition, we investigate whether specific characteristics are associated with these brokers. The main contribution of the paper lies in the fact that, in contrast to most other work, it is quantitative and that it focuses on brokers identified in an actual network (based on both suppliers and users of the knowledge infrastructure). Studying the phenomenon of brokerage provides us with clear insights into the concept of brokerage regarding SME networks in different fields. In particular we highlight how third parties contribute to the transfer and development of knowledge. Empirical results show, among others that the most influential brokers are found in the nonprofit and science sector and have a long track record in their branch.
This survey is about recognizing patterns in the way Small and Medium Enterprises (SMEs) organize their procurement activities. The scope of the survey is limited to the key commodities of the SME.A key commodity is defined as the purchased product or service group which is essential for realizing the value proposition for the customers of the SME.Prior outcome of our research indicated the existence of four procurement oriented patterns in SMEs. 4 Procurement Oriented Patterns where part of the study: Pattern 1 Focal company: ICT turn-key designerValue proposition of the focal company: ICT Design and assembly of offices on a high quality level at a reasonable price. Operational excellence: standardization in commodities, low transaction costs internally and externallyPurchased key commodity: Standard ICT software and hardwarePattern 2 Focal company: Horse shoes manufacturerValue proposition of the focal company: Standard horse shoes assortment at reasonable prices in a competitive environmentPurchased key commodity: Standard quality iron, reliable deliveryPattern 3 Focal company: IT innovation driven companyValue proposition of the focal company: Developing innovative software made applicable for practical usage in devices at a reasonable pricePurchased key commodity: Delivering applicable solutions on the bases of regular soft- and hardware, to enable the companies’ innovative software function in practicePattern 4 Focal company: designer and manufacturer of trailersValue proposition of the focal company: Designing and manufacturing trailers tailor made for specific requirements of customersPurchased key commodity: Designing and manufacturing axles which align to the specific trailer wishes of the customer of the focal companyFINDINGS Pattern recognitionAbout 50 % of the respondents recognized the four presented patterns from own experience and/or read literature. Respondents also suggested pattern variants. It is concluded that this Delphi study strengthens the view that these patterns exist in SMEs. Further research may include further empirical testing of these patterns and their variants. Perceived strengths or weaknesses. Respondents mentioned a wide variety of strengths and weaknesses of the patterns. No clear conclusions can be drawn from this data. Adequacy of the pattern descriptions. One of the outcomes of this Delphi study is an improved conceptual framework for describing procurement activity patterns. This framework can be used for collecting SME data in future research, for example by modifying the existing survey questions which are used in the WIM research program to describe SME procurement activities. The improved model includes more variables and values than the initial model. Thus future research may lead to more detailed patterns descriptions. Missing patterns and pattern variantsApart from the suggested pattern variants, respondents do not miss patterns which are quite different from the four patterns suggested by the research team. Methodological remarksThe Delphi study method did not allow for fast feedback on panel member contributions and fast group think processes. For the future it is advised to consider other methods in similar cases, for example the World Cafe method.
Paper for the WION - Werkgemeenschap Inkoop Onderzoek Nederland - 2015, 3rd version.Purchasing within Small and Medium-sized Enterprises (SMEs) is important for the overall SME firm performance. However, purchasing within SMEs is not the same as purchasing within larger organisations and there is limited conclusive research on how to improve the purchasing performance of SMEs. This article describes research done by four bachelor students on the purchasing function within four Dutch manufacturing SMEs.
Kinderen met een autismespectrumstoornis (ASS) komen te vaak in de problemen in het onderwijs, waarbij een deel van de kinderen zelfs uit het onderwijs valt. Dit heeft mogelijkerwijs te maken met twee duidelijke knelpunten van het beleid van passend onderwijs. Ten eerste is passend onderwijs nog te veel een bestuurlijk construct en nauwelijks op het handelingsniveau van professionals gericht. Ten tweede vormen de grenzen van onderwijs en de jeugdhulpverlening nog te veel een belemmering om met vereende kracht leerlingen op maat te ondersteunen. Het op maat ondersteunen vraagt om een versteviging van vaardigheden van leerkrachten en jeugdhulpverleners om het welbevinden en leergedrag van ASS-leerlingen te stimuleren. Daarbij kunnen professionals elkaars expertise beter benutten om op deze manier samen in de klas op een talentgerichte wijze het welbevinden en leergedrag van leerlingen met ASS te ondersteunen. Het doel van deze aanvraag is het ontwikkelen van een bruikbaar prototype van een professionaliseringsaanbod voor leerkrachten en jeugdhulpverleners dat de vaardigheden die deze professionals in de klas nodig hebben versterkt, zodat leerlingen met ASS op een passende wijze ondersteund worden in hun leergedrag en welbevinden. Het consortium –bestaande uit leerkrachten uit het (speciaal) primair onderwijs, jeugdhulpverleners, gedragsdeskundigen – managers en onderzoekers, brengt via een ontwerponderzoek de behoeftes en benodigde vaardigheden in kaart en ontwikkelt ontwerpprincipes en een concept professionaliseringsaanbod. Dit concept is de basis van een professionaliseringsaanbod waarmee een bredere groep leerkrachten en jeugdhulpverleners tools krijgt om leerlingen met ASS effectief te ondersteunen. Het doel van deze aanvraag is in lijn met het landelijk beleid rondom passend onderwijs en de nationale wetenschapsagenda bij het thema ‘Jeugd in ontwikkeling, opvoeding en onderwijs’. Verbetering van het handelen van leerkrachten en jeugdhulpverleners in een integrale aanpak zorgt voor betere schoolresultaten, minder schooluitval en een betere communicatie tussen leerkrachten en hulpverleners en draagt bij aan een inclusieve maatschappij.
Eind 2022 woonden in Nederland 17.652 kinderen in een pleeggezin. Van alle pleegzorgplaatsingen betrof 46% een plaatsing in het eigen netwerk van het pleegkind, dat meestal de eigen familie is. Bij deze familieplaatsingen hebben kinderen vaker met loyaliteitsconflicten te maken vanwege complexe familierelaties dan bij plaatsingen buiten hun familie(netwerk). Familiebanden blijken een bijzondere kracht en veerkracht in familieplaatsingen: ‘Eigen bloed is het waard om voor te vechten’ (pleegzorgwerker, Van de Koot et al., 2023). Hoewel familiepleegzorg een veelbelovende vorm van pleegzorg is qua stabiliteit en vertrouwdheid voor het kind, zorgen de intergenerationele familiebanden voor meer conflicten, hoogoplopende emoties en specifieke spanningen. Hierdoor stellen familieplaatsingen de betrokken pleegzorgwerkers vaak voor uitdagingen. Vaak verblijft het kind al in het (familie)pleeggezin voordat de pleegzorgwerker betrokken raakt en kunnen er zorgen bestaan over de veiligheid van het kind. Familieplaatsing in pleegzorg vraagt daarom van pleegzorgwerkers bijzondere kennis en vaardigheden over: 1) het begeleiden van de plaatsing van het pleegkind, en 2) het begeleiden van de familierelaties. Daarover is enerzijds meer onderzoek nodig in de sterke punten en belemmeringen van familiepleegzorg, alsmede de behoeften van pleegkinderen, hun ouders en pleegouders. Anderzijds is het van belang inzicht te krijgen in de vaardigheden, hulpmiddelen en werkvormen die pleegzorgwerkers nodig hebben om deze specifieke vorm van pleegzorg te begeleiden, zodat familieplaatsingen duurzaam en stabiel blijven en/of worden. Dit onderzoek beoogt antwoord te geven op de volgende vraag ‘Hoe kunnen pleegzorgwerkers het pleegkind en zijn pleegouders, ouders en mogelijke andere familieleden gedurende familieplaatsingen zo begeleiden dat de relaties rondom het pleegkind van dusdanige aard zijn dat de loyaliteit van het kind naar alle voor hem belangrijke familieleden mag uitgaan?’. Het consortium beoogt dat potentieel veelbelovende plaatsingen voor kinderen minder vaak in breakdown eindigen, maar dat het kind relationele stabiliteit en welzijn ervaart.