Dienst van SURF
© 2025 SURF
Objective: The effects of sociodemographic factors on quality of life in older people differ strongly, possibly due to the fact that different measurement instruments have been used. The main aim of this cross-sectional study is to compare the associations of sex, age, marital status, education, and income with quality of life assessed with the Short-Form Health Survey (SF-12), the World Health Organization Quality of Life Questionnaire-BREF (WHOQOL-BREF), and the World Health Organization Quality of Life Questionnaire-Older Adults Module (WHOQOL-OLD). Methods: The associations between sociodemographic factors and eleven quality of life domains were examined using a sample of 1,492 Dutch people aged $50 years. Participants completed the “Senioren Barometer”, a web-based questionnaire including sociodemographic factors, the SF-12, the WHOQOL-BREF, and the WHOQOL-OLD. Results: All the sociodemographic factors together explained a significant part of the variance of all the quality of life domains’ scores, ranging from 5% to 17% for the WHOQOL-BREF, 5.8% to 6.7% for the SF-12, and 1.4% to 26% for the WHOQOL-OLD. Being a woman and being older were negatively associated with two and four quality of life domains, respectively. Being a woman, being married or cohabiting, and having higher education and a higher income were positively associated with six, six, one, and eleven quality of life domains, respectively. Conclusion: Our study showed that the associations of sociodemographic factors and quality of life in middle-aged and older people depend on the instruments used to assess quality of life. We recommend that health care and welfare professionals focus particularly on people with a low income and carry out interventions aimed at improving their quality of life.
Achtergrond: Coxartrose wordt vaak in het eindstadium behandeld met een Totale Heup Artroplastiek (THA). In de postoperatieve fase na een THA varieert het fysiotherapeutische beleid. Mogelijk leidt een verhoogd BMI tot een trager functioneel herstel na een THA. Een aangepast revalidatietraject zou dan van belang zijn. Vraagstelling: Is er een verschil in mate van functioneel herstel na een THA, bij patiënten met normaal gewicht, overgewicht en obesitas 12 weken en 6 maanden postoperatief? Daarnaast wordt de mate van associatie bepaald tussen BMI en de mate van functioneel herstel. Methode: In dit longitudinaal, prospectief onderzoek werden patiënten geïncludeerd in het PIUS ziekenhuis in Oldenburg; ze kregen allen eenzelfde revalidatietraject na de THA. Indeling vond plaats in 3 subgroepen, met normaal gewicht (BMI 18,5- 25 kg/m²), overgewicht (BMI 25 - 30 kg/m²) en obesitas (BMI > 30kg/m²). Mate van functioneel herstel werd objectief gemeten met de Timed Up & Go test (TUG) en de 5 Times Sit-to-Stand Test (5TSST), en subjectief met de self-reported vragenlijsten: de Hip disability and Osteoarthritis Outcome Score (HOOS) en de Short Form 36 (SF-36). Metingen werden verricht preoperatief (T0), en 12 weken (T1) en 6 maanden (T2) postoperatief. Met behulp van de Kruskall-Wallis test werden de verschilscores van de uitkomstmaten in de 3 subgroepen tussen T0-T1 en T0-T2 geanalyseerd. De mate van associatie werd berekend met de Spearman correlatiecoëfficiënt (rS). Het significantieniveau was p<0.05. Resultaten: Er werden 62 patiënten geïncludeerd. Er waren geen significante verschillen in functioneel herstel in beide tijdsintervallen tussen de groepen met een normaal gewicht (n=14), overgewicht (n=23) en obesitas (n=25); de p-waarde varieerde bij T0-T1 van p=0,069 tot p=0,962 en bij T0-T2 van p=0,068 tot p=0,931. Er werden zeer zwakke tot zwakke correlaties gevonden tussen BMI en de mate van functioneel herstel, variërend bij T0-T1 van rS=0,02 (p=0,892) bij de TUG tot rS=0,26 (p=0,041) bij ‘Algemene gezondheidsbeleving’ van de SF-36. Tussen T0-T2 varieerde de correlatiecoëfficiënt van rS=0,02 (p=0,876) bij ’Fysiek functioneren’ van de SF-36 tot rS=0,25 (p=0,053) bij ’Kwaliteit van leven’ van de HOOS.Conclusie: In deze studie werd geen verschil gevonden in de mate van functioneel herstel tussen patiënten met een normaal gewicht, overgewicht en obesitas na een THA. BMI was zwak tot zeer zwak geassocieerd met functioneel herstel na een THA tussen preoperatief en 12 weken en 6 maanden postoperatief. Implicaties voor de fysiotherapie: Tot op heden is er geen indicatie om voor groepen met overgewicht of obesitas een specifiek revalidatietraject te starten na een THA.
Background. Quality of life is an important health outcome for older persons. It predicts the adverse outcomes of institutionalization and premature death. The aim of this cross-sectional study was to determine the influence of both disability in activities of daily living (ADL) and instrumental activities of daily living (IADL) on physical and mental dimensions of quality of life. Methods. A total of 377 Dutch people aged 75 years and older completed a web-based questionnaire. This questionnaire contained the Groningen Activity Restriction Scale (GARS) for measuring ADL and IADL and the Short-Form Health Survey (SF-12) for measuring quality of life. The SF-12 distinguishes two dimensions of quality of life, a physical and mental dimension.