Dienst van SURF
© 2025 SURF
Background: The aim of the study was to test the 12-month effects of a multicomponent physical activity (PA) intervention at schoolyards on morning recess PA levels of sixth- and seventh-grade children in primary schools, using accelerometry and additional global positioning system data. Methods: A quasi-experimental study design was used with 20 paired intervention and control schools. Global positioning system confirmatory analyses were applied to validate attendance at schoolyards during recess. Accelerometer data from 376 children from 7 pairs of schools were included in the final analyses. Pooled intervention effectiveness was tested by multilevel linear regression analyses, whereas effectiveness of intervention components was tested by multivariate linear regression analyses. Results: Children exposed to the multicomponent intervention increased their time spent in light PA (+5.9%) during recess. No pooled effects on moderate to vigorous PA were found. In-depth analyses of intervention components showed that physical schoolyard interventions particularly predicted a decrease in time spent in sedentary behavior during recess at follow-up. Intervention intensity and the school’s commitment to the project strengthened this effect. Conclusions: The multicomponent schoolyard PA intervention was effective in making children spend a larger proportion of recess time in light PA, which was most likely the result of a shift from sedentary behavior to light PA.
LINK
The (pre)school environment is an important setting to improve children’s health. Especially, the (pre)school playground provides a major opportunity to intervene. This review presents an overview of the existing evidence on the value of both school and preschool playgrounds on children’s health in terms of physical activity, cognitive and social outcomes. In addition, we aimed to identify which playground characteristics are the strongest correlates of beneficial effects and for which subgroups of children effects are most distinct. In total, 13 experimental and 17 observational studies have been summarized of which 10 (77%) and 16 (94%) demonstrated moderate to high methodological quality, respectively. Nearly all experimental studies (n = 11) evaluated intervention effects on time spent in different levels of physical activity during recess. Research on the effects of (pre)school playgrounds on cognitive and social outcomes is scarce (n = 2). The experimental studies generated moderate evidence for an effect of the provision of play equipment, inconclusive evidence for an effect of the use of playground markings, allocating play space and for multi-component interventions, and no evidence for an effect of decreasing playground density, the promotion of physical activity by staff and increasing recess duration on children’s health. In line with this, observational studies showed positive associations between play equipment and children’s physical activity level. In contrast to experimental studies, significant associations were also found between children’s physical activity and a decreased playground density and increased recess duration. To confirm the findings of this review, researchers are advised to conduct more experimental studies with a randomized controlled design and to incorporate the assessment of implementation strategies and process evaluations to reveal which intervention strategies and playground characteristics are most effective. https://doi.org/10.1186/1479-5868-11-59 This is an Open Access article distributed under the terms of the Creative Commons Attribution License (http://creativecommons.org/licenses/by/2.0), which permits unrestricted use, distribution, and reproduction in any medium, provided the original work is properly credited.
MULTIFILE
Op het schoolplein is de activiteit van meisjes in de bovenbouw vrij gering. Dit onderzoek heeft laten zien dat het beschikbaar stellen van springtouwen ertoe bijdraagt dat meiden van groep zes tot en met acht meer gaan springen tijdens pauzes, wat heeft geleid tot een toename in zware fysieke activiteit. De lessen Bewegingsonderwijs met touwtjespringen hebben niet geleid tot een verdere toename in activiteit.
Systeemdenken is een belangrijke vaardigheid voor het begrijpen en oplossen van problemen m.b.t. complexe dynamische systemen (klimaat, voedselvoorziening, natuurbeheer, recessie, etc.). Echter, systeemdenken wordt niet structureel onderwezen in het voortgezet onderwijs en het is bekend dat leerlingen een dergelijke denkwijze niet vanzelf ontwikkelen. Daardoor blijven leerlingen beperkt vaardig en onvoldoende toegerust voor de uitdagingen van de moderne samenleving. Een belangrijke vraag is derhalve: Hoe kunnen leerlingen effectief ondersteund worden in het ontwikkelen van hun vaardigheid in kritisch systeemdenken? Veel onderwerpen die aan bod komen in het voortgezet onderwijs zijn dynamische systemen (hormoonsystemen, varkenscyclus, faseovergangen, etc.). Het probleem is echter dat leerlingen de onderliggende structuur en het dynamische gedrag onvoldoende leren begrijpen. Er is geen sprake van een systematische aanpak om leerlingen kritisch systeemdenken aan te leren. Daarnaast zijn diagrammen die deze systemen in lesboeken beschrijven statisch. Ze lenen zich slecht voor actieve werkvormen die leerlingen cognitief uitdagen tot kritisch systeemdenken. Ook zijn docenten beperkt in het achterhalen of leerlingen complexe systemen begrijpen en om gedifferentieerde ondersteuning te kunnen geven. Hoe kan dit worden opgelost? Interactieve software kan een doorbraak genereren, mits deze leerlingen zelfstandig en op eigen niveau laat werken, passende hulp geeft, en de docent informeert over de voortgang van leerlingen. Wij stellen voor om een methodiek te onderzoeken en ontwikkelen, gebaseerd op een digitaal instrument, dat hierin voorziet. Hierbij worden technieken uit de Kunstmatige Intelligentie ingezet. Het basisidee is om leerlingen in een leerlijn middels conceptueel modelleren te laten werken met interactieve systeemdiagrammen. Omdat het software betreft, kan het niveau en de hulp geautomatiseerd worden en krijgt de docent informatie over voortgang en eventuele problemen. Het project sluit nauw aan bij de praktijkvraag, geeft invulling aan moderne onderwijsvormen en zorgt dat vaardigheden in systeemdenken expliciet worden getraind. De kern van het project betreft een PhD promotieonderzoek.