Dienst van SURF
© 2025 SURF
LINK
Doelstellingen De mate van betrokkenheid van jonge gebruikers bij wervingsadvertenties voor geldezels op Instagram onderzoeken. Methoden Drie advertenties die de belangrijkste mechanismen voor betrokkenheid bij cybercriminaliteit weerspiegelen en gericht waren op Nederlandse gebruikersclusters werden op twee Instagram-plaatsingen geplaatst. Door middel van dit quasi-experimentele 3 × 2 factorial design konden we het bereik en de weergaven van de advertenties, de doorklikratio's, het geslacht van de deelnemers en de temporele verdelingen van de gebruikersbetrokkenheid analyseren. Resultaten De analyse toont aan dat tot 3% van de jonge gebruikers zich bezighield met de advertenties, vooral met advertenties die een luxe levensstijl promoten en neutralisatietechnieken gebruiken. Mannen waren vaker betrokken en 's nachts werd er meer geklikt. Conclusies Sommige jonge Instagram-gebruikers lijken geneigd om geld te verdienen via hun bankpas en lopen het risico om online betrokken te raken bij cybercriminaliteit. We moedigen toekomstig onderzoek aan om het gebruik van sociale media in criminologische studies verder te onderzoeken. ENGLISH Objectives Examine the level of engagement of young users with money mule recruitment ads on Instagram. Methods Three ads reflecting key cybercrime involvement mechanisms and targeting Dutch user clusters were run on two Instagram placements. By means of this quasi-experimental 3 × 2 factorial design, we were able to analyze the reach and views of the ads, click-through rates, gender of the participants, and temporal distributions of user engagement. Results Mimicking actual recruitment environments, analysis shows that up to 3% of young users engaged with the ads, especially those promoting a luxury lifestyle and using neutralization techniques. Men were more likely to engage, and click-through rates were higher at night. Conclusions Some young Instagram users seem prone to making money through their bank cards and risk becoming involved in cybercrime online. We encourage future research to explore further the use of social media in criminological studies. This is a post-peer-review, pre-copyedit version of an article published in Journal of Experimental Criminology. The final authenticated version is available online at: https://link.springer.com/article/10.1007/s11292-022-09537-7
In the Netherlands the government advises mothers to breastfeed for six months or longer. However, only 51% of Dutch mothers still breastfeed at six months and many women do not maintain the practice for as long as they intended. This study examines how an existing intervention, the Breastfeeding Support Program (BSP), influences breastfeeding duration. The research by Sjoukje van Dellen is a collaboration between the Hanze University of Groningen and the Rijksuniversiteit of Groningen. Sjoukje is mentored by supervisors Prof. dr. Arie Dijkstra, Social Psychology of Health and Disease (University of Groningen), and Dr. Mark Mobach, Lector Facility Management (Hanzehogeschool Groningen).
Binnen het RAAK-publiek project “Participatief Ontwerpen voor KinderOncologie”(POKO; looptijd 01-12-2014 t/m 30-11-2016) zijn op basis van participatieve ontwerpmethoden interventies ontwikkeld gericht op het eten van gezond eet- en beweeggedrag bij kinderkanker. Gezond eten en bewegen tijdens behandeling van kanker is belangrijk, omdat het de kwaliteit van leven en daarmee de overlevingskans verhoogt. Een van de meest kansrijke interventies binnen POKO is De Reis van 5: een piratenspel voor kinderen van vier tot tien jaar dat hen aan de hand van opdrachten spelenderwijs uitnodigt weer te genieten van eten (omdat door chemo smaak is veranderd, misselijkheid is opgetreden, etc). Binnen POKO is het spel in vier iteraties ontwikkeld samen met gebruikers en momenteel vindt een quasi-experimentele effectmeting plaats in twee Nederlandse ziekenhuizen. Wanneer de resultaten daarvan verzameld zijn, is het POKO-project afgelopen. De twee studenten die destijds de Reis van 5 hebben ontwikkeld, zijn sinds 1 december 2015 een start up begonnen omdat zij het spel graag naar de markt zouden brengen. Uit hun eerste marktonderzoek bleek dat de doelgroep waar het spel aanvankelijk op gericht is, namelijk chronisch en langdurig zieke kinderen, relatief klein is (ca. 800 kinderen per jaar). Om het bedrijf De Reis van 5 vof levensvatbaar te maken, wordt daarom subsidie aangevraagd voor een haalbaarheidsstudie naar het vermarkten van het spel naar een tweede markt, te weten alle kinderen in de leeftijd van vier tot en met tien jaar in Nederland (ruim 300.000 kinderen per jaar). In deze subsidieaanvraag wordt onderbouwd waarom deze haalbaarheidsstudie van belang is, het product veel potentie heeft en hoe deze studie gefaseerd is opgezet
Bewegingsarmoede en aanverwante (gezondheids-gerelateerde) aandoeningen vormen een grote uitdaging in de samenleving. Terwijl veel aandoeningen zich pas relatief laat manifesteren (tijdens volwassenheid), wordt de basis hiervoor gelegd tijdens de jonge kinderjaren. Precies in deze vroege levensfase wordt goed en voldoende bewegen nog als bijvangst beschouwd. Er is weinig specifieke aandacht en ruimte hiervoor binnen de voorschoolse periode en in de kleuterjaren in het basisonderwijs. Oftewel, een goede basis cq. actief fundament ontbreekt, waarmee oneerbiedig gesteld kan worden dat het ‘dweilen met de kraan open is’. Zowel professionals in de kinderopvang (<4 jaar) en in het (kleuter)onderwijs staan zeer welwillend tegenover het faciliteren van meer en beter bewegen voor kinderen, maar ervaren diverse barrières om dit ook goed te kunnen realiseren in de praktijk. Zo ervaren zij bijvoorbeeld handelingsverlegenheid, verschillen in systemen (o.a. wet- en regelgeving) tussen kinderopvang en basisonderwijs die transitie van ene naar andere setting bemoeilijken en een niet-stimulerende fysieke omgeving. De opkomst van Integrale Kindcentra (IKC), die zich richten op de levensfase 0-12 jaar, biedt hierin veel mogelijkheden voor verbetering. Dit projectvoorstel richt zich op het ontwikkelen van passende aanpak op IKC gericht op beweegstimulering en motorische ontwikkeling voor kinderen van 2-7 jaar met als doel beweeggedrag, motorische vaardigheden en sociaal-emotioneel welbevinden van kinderen te verbeteren. In dit longitudinale, quasi-experimenteel onderzoek wordt middels een ontwerpgerichte benadering een passende aanpak gerealiseerd waarin de bestaande barrières structureel worden geslecht. Het project vindt plaats in 3 regio’s in Nederland (Zuid-Limburg, Eindhoven, Amsterdam). In elke regio nemen 3 IKC deel als interventiegroep (totaal 9) en 9 IKC fungeren als controleconditie. Het project wordt vormgegeven vanuit de disciplines sport & bewegen, pedagogiek en gezondheidsbevordering en wordt ondersteund door diverse branche- en belangenorganisaties (zoals BMK, PPinK, BOinK, KVLO) en bestaande landelijke initiatieven (Gezonde School/Gezonde Kinderopvang).
Burgerschapsonderwijs wordt in een polariserende samenleving steeds belangrijker. Een uitdaging is het bespreken van maatschappelijk gepolariseerde vraagstukken, zoals zwarte piet, terrorisme en migratie, en daarmee bij te dragen aan de burgerschapsvorming van jongeren. Docenten zijn zoekende naar manieren om deze onderwerpen te behandelen. Met dit onderzoek willen we meer inzicht krijgen in de manieren waarop docenten vorm kunnen geven aan kritische dialogen over maatschappelijke gepolariseerde vraagstukken. Er wordt daarbij specifiek aandacht besteed aan het aanleren van basisvaardigheden en -houdingen voor dialoog. Een consortium van HvA, UvA, scholen van onder meer de Scholenpanels Burgerschap, de NVLM, VGN en Dialooggroep Burgerschap Amsterdam, gaat een interventie ontwikkelen gericht op het bespreken van deze onderwerpen voor alle maatschappijvakken in vmbo en havo/vwo. In het project wordt onderzocht wat de effecten zijn van de interventie op het burgerschap van leerlingen waarbij docenten hebben deelgenomen aan een professionaliseringstraject. In fase 1 van het project wordt, uitgaande van de kaders van de wetenschappelijke literatuur, samen met expertdocenten een prototype van de interventie bestaande uit handelingsprotocollen (gericht op basisvaardigheden en -houdingen voor dialoog), lessenseries (gericht op het voeren van kritische dialogen over maatschappelijk gepolariseerde vraagstukken) en een professionaliseringstraject ontwikkeld. In fase 2 worden interventie en professionaliseringstraject uitgeprobeerd, geëvalueerd en bijgesteld. In fase 3 wordt de effectiviteit van de ontwikkelde interventie onderzocht onder een grote groep docenten en leerlingen in een quasi-experimenteel design met een voormeting, nameting, retentiemeting en controlegroep. Het onderzoek levert kennis op over hoe docenten maatschappelijke gepolariseerde vraagstukken effectief kunnen inzetten om de burgerschapsvorming van leerlingen te bevorderen. Daarbij levert het project evidence-based handelingsprotocollen, lessenseries en een professionaliseringstraject op voor docenten van de maatschappijvakken in het voortgezet onderwijs. De lesmaterialen zijn zo vormgegeven dat ze toepasbaar zijn bij uiteenlopende maatschappelijk gepolariseerde vraagstukken die docenten in hun lessen aan de orde willen stellen.