Dienst van SURF
© 2025 SURF
A problem in spontaneous dream psi studies is validation of purported psi elements. Dreams rarely have enough specifi city to satisfy critics that they point to paranormal knowledge of a specifi c event. This creates evidential hurdles to overcome when evaluating whether a dream contains psi-derived information such as scenes of future events or physically distant locations. In this study, the goal is to arrive at a reasonable method to establish that information derived from spontaneous dream experiences can be established as veridical. To accomplish this, a method for fi nding the equivalent of a target within a spontaneous experience is used to fi x a specifi c locale and time for comparison. Adverse scoring criteria are used to address complaints about confi rmation bias. The result is a psi-adverse method for scoring spontaneous experiences that are anchored to a specifi c locale and time. This method regularly produced signifi cant p-values when used to assess 20 consecutive dream records, comprising 598 individual line items. These records were taken as a sample from a group of 3,305 dream records made over the past 22 years by the author.
In this policy brief we recommend that in order to face numerous societal challenges such as migration and climate change, regional governments should create a culture of innovation by opening up themselves and stimulate active citizenship by supporting so called Public Sector Innovation (PSI) labs. These labs bring together different types of stakeholders that will explore new solutions for societalchallenges and come up with new policies to tackle them. This method has been developed and tested in a large EU funded research project.
Background: A new selective preventive spinal immobilization (PSI) protocol was introduced in the Netherlands. This may have led to an increase in non-immobilized spinal fractures (NISFs) and consequently adverse patient outcomes. Aim: A pilot study was conducted to describe the adverse patient outcomes in NISF of the PSI protocol change and assess the feasibility of a larger effect study. Methods: Retrospective comparative cohort pilot study including records of trauma patients with a presumed spinal injury who were presented at the emergency department of a level 2 trauma center by the emergency medical service (EMS). The pre-period 2013-2014 (strict PSI protocol), was compared to the post-period 2017-2018 (selective PSI protocol). Primary outcomes were the percentage of records with a NISF who had an adverse patient outcome such as neurological injuries and mortality before and after the protocol change. Secondary outcomes were the sample size calculation for a larger study and the feasibility of data collection. Results: 1,147 records were included; 442 pre-period, and 705 post-period. The NISF-prevalence was 10% (95% CI 7-16, n = 19) and 8% (95% CI 6-11, n = 33), respectively. In both periods, no neurological injuries or mortality due to NISF were found, by which calculating a sample size is impossible. Data collection showed to be feasible. Conclusions: No neurological injuries or mortality due to NISF were found in a strict and a selective PSI protocol. Therefore, a larger study is discouraged. Future studies should focus on which patients really profit from PSI and which patients do not.
Wat versterkt de beroepsidentiteit van de zorgprofessional?To be continued.Het verbeteren van de vorming van de professionele identiteit (PI) en interprofessionele identiteit (IPI) van zorgprofessionals door onderwijs, bij- en nascholing.
Ervaringsdeskundigheid in de zorg is sterk in opmars: hulpverleners die hun eigen persoonlijke ervaringen professioneel inzetten bij het herstel van hun cliënten. Onder andere beroeps-en gedragscodes en negatieve beeldvorming staan de optimale inzet hiervan in de weg. Dit promotieonderzoek wil de professionele inzet van ervaringsdeskundigheid in de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) onderzoeken en verstevigen.Doel Dit promotieonderzoek heeft als doel om de professionele inzet van ervaringsdeskundigheid in de GGZ te onderzoeken en te verstevigen. Ervaringsdeskundigen hebben vaak creatieve oplossingen, zijn in staat om vanuit hun eigen ervaring aan te moedigen en kunnen helpen het stigma op psychische problemen te verminderen. Dit onderzoek gaat in op relationeel-ethische verschuivingen die plaatsvinden bij de implementatie van ervaringsdeskundigheid en de betekenis van die inkleuring. Het onderzoek wil een bijdrage te leveren aan zowel theorievorming, de waarde van ervaringsdeskundigheid en in het bijzonder een versteviging en verduurzaming daarvan binnen de (ggz) praktijk- en beroepsinnovatie. Een ander doel van het onderzoek is om de opleidingen Social Work te verrijken met nieuwe kennis over ervaringsdeskundigheid. Resultaten Dit onderzoek is een vervolg op eerder onderzoek, waarin we de ervaringsdeskundigheid onder zorgprofessionals onderzochten. Daaruit kwam een aantal interessante inzichten. 45% van de ondervraagde zorgprofessionals bleek zelf ervaring te hebben met de ggz. Zij gaven aan die te willen inzetten in hun werk, maar wisten niet altijd hoe ze hun persoonlijke ervaringen konden combineren met hun professionele rol. Cliënten reageerden over het algemeen goed op hulpverleners die hun eigen ervaring meenamen in de zorg. Maar in de organisaties is nog veel onwetendheid over deze nieuwe rol, met name onder regiebehandelaren (psychiaters en psychologen). In mei '22 vond het jaarlijkse congres plaats van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie. De poster over het gebruik van ervaringskennis in de rol van psychiater won een aanmoedigingsprijs. Use of experiential knowledge by mental health professionals and its contribution to recovery: literature review Professionals harnessing experiential knowledge in Dutch mental health settings Lees meer over onze tussentijdse bevindingen in het artikel Ervaringskennis professionals draagt bij aan betere geestelijke gezondheidszorg Posterpresentatie ‘Resultaten voorstudie ervaringskennis onder zorgprofessionals’. Luister onderstaande aflevering uit de podcastserie Lessen uit #HUonderzoek met Simona Karbouniaris (ook te vinden via je favoriete podcastapp). Looptijd 01 maart 2019 - 01 maart 2023 Aanpak Hoewel veel zorgorganisaties moeten wennen aan het idee dat ook reeds werkende zorgprofessionals ervaringsdeskundig kunnen zijn en zich als zodanig profileren, is een groeiend aantal professionals met ervaringsdeskundigheid aan het werk. Deze zorgprofessionals hebben behoefte aan verdere validering van hun nieuwe rol, kennis en praktische handvatten teneinde hun ervaringsdeskundigheid adequaat te kunnen benutten. Dit wetenschappelijk onderzoek bestaat uit een literatuurstudie en een praktijkdeel. Er vindt kwalitatief participatief onderzoek plaats op drie niveaus in de organisatie: onder professionals met ervaringskennis en hun collega's; bij cliënten; bij de 3 participerende organisaties.
Ervaringsdeskundigheid in de zorg is sterk in opmars: hulpverleners die hun eigen persoonlijke ervaringen professioneel inzetten bij het herstel van hun cliënten. Onder andere beroeps-en gedragscodes en negatieve beeldvorming staan de optimale inzet hiervan in de weg. Dit promotieonderzoek wil de professionele inzet van ervaringsdeskundigheid in de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) onderzoeken en verstevigen.Doel Dit promotieonderzoek heeft als doel om de professionele inzet van ervaringsdeskundigheid in de GGZ te onderzoeken en te verstevigen. Ervaringsdeskundigen hebben vaak creatieve oplossingen, zijn in staat om vanuit hun eigen ervaring aan te moedigen en kunnen helpen het stigma op psychische problemen te verminderen. Dit onderzoek gaat in op relationeel-ethische verschuivingen die plaatsvinden bij de implementatie van ervaringsdeskundigheid en de betekenis van die inkleuring. Het onderzoek wil een bijdrage te leveren aan zowel theorievorming, de waarde van ervaringsdeskundigheid en in het bijzonder een versteviging en verduurzaming daarvan binnen de (ggz) praktijk- en beroepsinnovatie. Een ander doel van het onderzoek is om de opleidingen Social Work te verrijken met nieuwe kennis over ervaringsdeskundigheid. Resultaten Dit onderzoek is een vervolg op eerder onderzoek, waarin we de ervaringsdeskundigheid onder zorgprofessionals onderzochten. Daaruit kwam een aantal interessante inzichten. 45% van de ondervraagde zorgprofessionals bleek zelf ervaring te hebben met de ggz. Zij gaven aan die te willen inzetten in hun werk, maar wisten niet altijd hoe ze hun persoonlijke ervaringen konden combineren met hun professionele rol. Cliënten reageerden over het algemeen goed op hulpverleners die hun eigen ervaring meenamen in de zorg. Maar in de organisaties is nog veel onwetendheid over deze nieuwe rol, met name onder regiebehandelaren (psychiaters en psychologen). In mei '22 vond het jaarlijkse congres plaats van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie. De poster over het gebruik van ervaringskennis in de rol van psychiater won een aanmoedigingsprijs. Use of experiential knowledge by mental health professionals and its contribution to recovery: literature review Professionals harnessing experiential knowledge in Dutch mental health settings Lees meer over onze tussentijdse bevindingen in het artikel Ervaringskennis professionals draagt bij aan betere geestelijke gezondheidszorg Posterpresentatie ‘Resultaten voorstudie ervaringskennis onder zorgprofessionals’. Luister onderstaande aflevering uit de podcastserie Lessen uit #HUonderzoek met Simona Karbouniaris (ook te vinden via je favoriete podcastapp). Looptijd 01 maart 2019 - 01 maart 2023 Aanpak Hoewel veel zorgorganisaties moeten wennen aan het idee dat ook reeds werkende zorgprofessionals ervaringsdeskundig kunnen zijn en zich als zodanig profileren, is een groeiend aantal professionals met ervaringsdeskundigheid aan het werk. Deze zorgprofessionals hebben behoefte aan verdere validering van hun nieuwe rol, kennis en praktische handvatten teneinde hun ervaringsdeskundigheid adequaat te kunnen benutten. Dit wetenschappelijk onderzoek bestaat uit een literatuurstudie en een praktijkdeel. Er vindt kwalitatief participatief onderzoek plaats op drie niveaus in de organisatie: onder professionals met ervaringskennis en hun collega's; bij cliënten; bij de 3 participerende organisaties.