Dienst van SURF
© 2025 SURF
Dit onderzoek speelt zich af tegen het licht van een aantal belangrijke en veelomvattende maatschappelijke veranderingen, zoals geformuleerd in het recent verschenen rapport Meer van waarde van de Vereniging Hogescholen (2014): De door ontwikkeling van de netwerksamenleving De druk op de overheidsfinanciën De decentralisatie van sociaal beleid en de bijbehorende transities Deze veranderingen zijn van invloed op de ontwikkeling van de Social Worker en vragen om een actualisering van de professionele inzet. Met name het aansluiten bij de participatie en zelfregie van hulpvragers (zoals omschreven in ‘Meer van waarde’, 2014) vormt een aanknopingspunt voor studenten die zich vanuit eigen ervaring kunnen identificeren met hun cliënten. In toenemende mate ontstaat binnen het onderwijs ook de overtuiging dat het werken met eigen ervaring een plek moet krijgen in de beroepsopleiding. Ervaringskennis vormt een erkende derde kennisbron naast kennis uit theorie en praktijk. Deze en meer vormden de aanleiding om een verkenning te doen, welke studenten behoren tot de eerder benoemde groep (a), óf zij hun ervaringen willen inzetten in een beroeps/ opleidingskader (b) en wat zij aangeven nodig te hebben om hun ervaringen te bewerken (c).
Het boek ontwikkelt in discussie met de sociologische traditie en met behulp van de ideaaltypische methode een integraal model van professionaliteit waarin de waardevolle kern, de innerlijke samenhang en de contextuele positionering centraal staan. Bijzondere aandacht wordt besteed aan de identiteit en de positie van professionals. Het model is geschikt als referentiekader voor reflectie op professioneel functioneren en voor onderzoek van professionele praktijken. Het boek is tegelijk goed toegankelijk en goed onderbouwd, en daarmee zowel interessant voor praktijkgerichte professionals als voor sociale wetenschappers.
LINK
Verpleegkundigen werken in toenemende mate volgens richtlijnen en protocollen, maar deze kunnen niet altijd worden toegepast omdat individuele zorgvragers en hun contexten variëren. Voor het vinden van een evenwicht in de verpleegkundige besluitvorming is praktische wijsheid nodig: parate vakkennis, morele sensitiviteit om situaties te doorgronden, en moed om ethisch gezien het goede te doen. Hbo-V studenten zouden bij diplomering moeten beschikken over een basis voor praktische wijsheid8,9, maar het is onduidelijk wanneer ze dit ontwikkelen. Doel van het praktijkonderzoek was aanknopingspunten vinden voor onderwijsprogramma’s en voor leren in de praktijk om het ontwikkelen van praktische wijsheid te bevorderen en verpleegkundigen te versterken in hun professionele leiderschap. In het praktijkonderzoek namen 24 laatstejaars hbo-V studenten en 14 nieuwe hbo-V’ers deel aan interviewgesprekken. Vijf thema’s zijn gevonden in het leren van praktische wijsheid.
De Wet passend onderwijs (2014) zou er voor moeten zorgen dat alle kinderen een goede onderwijsplek krijgen. Echter, voor leerlingen met autismespectrumstoornis (ASS) die substantiële ondersteuning nodig hebben, is dat lastig te realiseren. Zij laten problemen zien in hun betrokkenheid bij de leertaak, wat gerelateerd is aan lage schoolprestaties en voortijdige uitval. Deze leerlingen hebben baat bij een goede gezamenlijke ondersteuning van leerkracht en jeugdprofessional. Echter, leerkrachten hebben weinig kennis en ervaring met ASS om de juiste ondersteuning te kunnen bieden. Jeugdhulpverleners, die op school ingezet worden, zijn onvoldoende op de hoogte van wat er vanuit het onderwijs moet gebeuren. Leerkrachten en jeugdhulpverleners kunnen elkaar versterken, maar er is nog te vaak sprake van figuurlijke afstand en gebrek aan verbondenheid. Professionalisering is nodig, gericht op het versterken van het handelen van leerkrachten en jeugdhulpverleners in de klas en hun interprofessionele samenwerking. Hoe zo’n professionalisering eruit moet zien en hoe leerkrachten en jeugdhulpverleners elkaar kunnen versterken is nog onduidelijk. Er is behoefte aan good practices op dit terrein. Om dit complexe praktijkprobleem op te lossen, maken we gebruik van ontwerponderzoek. We richten ons op de vraag: Hoe draagt een professionaliseringstraject bij aan het versterken van het handelen in de klas en het interprofessioneel samenwerken van leerkrachten en jeugdhulpverleners, zodat zij een integrale aanpak kunnen vormgeven waarmee de betrokkenheid van leerlingen met ASS in de klas wordt vergroot? Daartoe ontwikkelen we een professionaliseringstraject, waarbij we voortbouwen op kennis uit onder andere het vooronderzoek ’T PASST WEL!. We voeren het traject uit en evalueren systematisch de genomen stappen. Het project levert een toepasbaar professionaliseringstraject met (e-)tools rondom good practices voor de (opleidings-)praktijk op. Deze producten bieden onderbouwde en overdraagbare oplossingen voor problemen waar leerkrachten en jeugdhulpverleners tegenaan lopen bij het integraal vormgeven van hun aanpak bij leerlingen met ASS.
Aanleiding: Scholen weten vaak niet hoe ze om moeten gaan met pestsituaties. In het onderwijsveld is er behoefte aan concrete handvatten om pesten te kunnen signaleren en om op adequate wijze met pestincidenten om te gaan. Recente initiatieven vanuit de politiek en de landelijke onderwijskoepels (Plan van Aanpak Pesten, 2013) onderstrepen het belang hiervan. Doelstelling Het doel van dit project is kennis ontwikkelen en valoriseren waarmee professionals in het basisonderwijs het pestgedrag effectief kunnen terugdringen op basisscholen in Nederland. Voor dit doel verricht het projectteam onderzoek voor de theoretische en praktijkgerichte onderbouwing van antipestbeleid. In samenwerking met professionals en docenten ontwikkelt het team de afzonderlijke onderdelen van antipestbeleid. Daarna volgt een proefimplementatie en onderzoek van de verschillende onderdelen en dan de implementatie op de deelnemende scholen. Beoogde resultaten De concrete resultaten van het project zijn een online pestmeter die scholen zelfstandig kunnen gebruiken om het pesten in de school in kaart te brengen, methodieken voor docenten om pestsituaties - zowel eenvoudige pestproblemen als intensieve incidenten - in de klas op te lossen, een digitale interactieve lessenserie voor leerlingen, een training voor docenten en een training voor schoolleiding (via e-learning). De resultaten, kennis en inzichten worden landelijk verspreid door middel van cursusmaterialen, publicaties, sociale media, presentaties, congresdeelnames en een slotsymposium.