Dienst van SURF
© 2025 SURF
Background: Currently, the Ponseti method is the gold standard for treatment of clubfeet. For long-term func- tional evaluation of this method, gait analysis can be performed. Previous studies have assessed gait differences between Ponseti treated clubfeet and healthy controls. Research question/purpose: The aims of this systematic review were to compare the gait kinetics of Ponseti treated clubfeet with healthy controls and to compare the gait kinetics between clubfoot patients treated with the Ponseti method or surgically. Methods: A systematic search was performed in Embase, Medline Ovid, Web of Science, Scopus, Cochrane, Cinahl ebsco, and Google scholar, for studies reporting on gait kinetics in children with clubfeet treated with the Ponseti method. Studies were excluded if they only used EMG or pedobarography. Data were extracted and a risk of bias was assessed. Meta-analyses and qualitative analyses were performed. Results: Nine studies were included, of which five were included in the meta-analyses. The meta-analyses showed that ankle plantarflexor moment (95% CI -0.25 to -0.19) and ankle power (95% CI -0.89 to -0.60, were significantly lower in the Ponseti treated clubfeet compared to the healthy controls. No significant difference was found in ankle dorsiflexor and plantarflexor moment, and ankle power between clubfeet treated with surgery compared to the Ponseti method. Significance: Differences in gait kinetics are present when comparing Ponseti treated clubfeet with healthy controls. However, there is no significant difference between surgically and Ponseti treated clubfeet. These results give more insight in the possibilities of improving the gait pattern of patients treated for clubfeet.
A clubfoot is characterized by a three-dimensional deformity with an equinus, varus, cavus and adduction component. Nowadays the Ponseti method is the preferred treatment for clubfeet, aiming to achieve a normal appearing, functional and painless foot. The reoccurrence of clubfoot components in treated clubfeet, a relapse, is a known problem in clubfoot patients. 3Dgait analysis can be used in assessment of foot function and residual deviations in gait or possible relapses. Gait analysis is frequently used to analyse differences in gait between clubfoot and healthy controls. However, the usage of multisegment foot models is, although of importance considering the characteristics of the clubfoot, rare. In order to capture the full multi-planar and multi-joint nature of a clubfoot, it is highly important to implement multi-segment foot models in gait analysis. In order to improve treatment of individual relapse clubfoot kinematics differences in clinical relevant functional outcomes should be known.
This study aims to identify kinematic differences between children with Ponseti treated clubfoot and age-mat- ched healthy controls during gait, using the Oxford Foot Model. This pilot is part of a large project comparing gait kinematics between children with Ponseti treated clubfoot with and without relapse and healthy controls. Final results could identify relevant gait parameters which will allow for early detection of a relapse clubfoot.
De idiopathische klompvoet is een belangrijke aangeboren orthopedische aandoening waarvan de behandeling de laatste jaren sterk is gewijzigd. Bij een klompvoet is er sprake van een combinatie van vier kenmerken: adductie van de voet, equinus (spitsstand), cavus (holvoet) en varus (achtervoet wijst naar binnen) (Ponseti, 2008). De precieze incidentie van klompvoeten in Nederland is nog niet bekend omwille van het ontbreken van een landelijk registratiesysteem, maar waarschijnlijk worden er jaarlijks tussen de 150 en 250 kinderen per jaar met één of twee klompvoeten geboren worden (Kamp et al., in prep; Wallander et al., 2006). Niet behandelde klompvoeten leiden tot ernstige deformiteiten, functionele beperkingen en pijn (Gray et al., 2014). Op basis van de beschikbare literatuur en consensus binnen de werkgroep voor de Richtlijn primaire idiopathische klompvoet (NOV, 2014) is de Ponseti methode de vastgestelde behandeling voor idiopathische klompvoeten (Besselaar et al., submitted; NOV, 2014). Ook vermeld deze richtlijn dat er op dit moment bij de primaire behandeling van de klompvoet in het eerste levensjaar van de patiënt geen rol voor de kinderfysiotherapie of de orthopedische schoentechnoloog is, omdat wetenschappelijk bewijs daarvoor ontbreekt. Bij oudere patiënten en relapse klompvoeten zou de kinderfysiotherapeut en de orthopedische schoentechnoloog echter een belangrijke rol kunnen spelen bij de vervolgbehandeling en revalidatie na een eventuele operatie. Om dit mogelijk te maken is een vroegtijdige detectie van de relapse klompvoet van cruciaal belang. Door in een vroeg stadium problemen op te sporen is de kans groter dat hier met een niet-operatieve behandeling (bijvoorbeeld gipsen, fysiotherapie) succes behaald kan worden. Drie dimensionele gangbeeldanalyses lijken uitermate geschikt om functionele problemen rondom de klompvoet vroegtijdig op te sporen. Deze studie zal met behulp van uitgebreide gangbeeldanalyses enerzijds een beter inzicht geven in de factoren die gelinkt zijn met relapse klompvoet als ook een vroegtijdige detectie van die relapse mogelijk maken.
De idiopathische klompvoet is een aangeboren orthopedische aandoening waarvan de behandeling de laatste jaren sterk is gewijzigd. Bij een klompvoet is er sprake van een combinatie van vier kenmerken: adductie van de voet, equinus (spitsstand), cavus (holvoet) en varus (achtervoet wijst naar binnen) (Ponseti, 2008). Niet behandelde klompvoeten leiden tot ernstige deformiteiten, functionele beperkingen en pijn (Gray et al., 2014). De Ponseti methode is de vastgestelde behandeling voor idiopathische klompvoeten, in het eerste levensjaar van de patiënt spelen de kinderfysiotherapeut en orthopedisch schoentechnoloog nog geen rol (Besselaar et al., 2017; NOV, 2014). Bij oudere patiënten en relapse klompvoeten zou de kinderfysiotherapeut en de orthopedisch schoentechnoloog echter een belangrijke rol kunnen spelen bij de vervolgbehandeling en revalidatie na een eventuele operatie. Om dit mogelijk te maken is een vroegtijdige detectie van de relapse klompvoet van cruciaal belang. Door in een vroeg stadium problemen op te sporen is de kans groter dat hier met een niet-operatieve behandeling (bijvoorbeeld gipsen, fysiotherapie) succes behaald kan worden. Drie dimensionele gangbeeldanalyses (3DGA) lijken uitermate geschikt om functionele problemen rondom de klompvoet vroegtijdig op te sporen. Binnen de RAAK Publiek subsidie hebben we uitgebreide 3D gangbeeld analyses, druk- en echometingen uitgevoerd bij 20 klompvoet patiënten, 13 relapse en 17 gezonde controle kinderen. In vergelijking met gezonde controle kinderen en klompvoet patiënten zonder relapse, zagen wij bij patiënten met een relapse een verminderde dorsiflexie van de achtervoet en een hogere adductie van de voorvoet. Deze informatie is van belang voor het inzetten van verdere (fysiotherapeutische) behandeling en kan in de toekomst hopelijk een rol spelen bij het eerder identificeren van relapse klompvoeten.