Dienst van SURF
© 2025 SURF
Nederland is altijd een land geweest van culturele diversiteit. Steeds is in Nederland de noodzaak geweest te komen tot een formule waarbij mensen van verschillende geloofsovertuiging toch in goede harmonie met elkaar kunnen samenleven. Omdat het onderwijs daarbij zowel een traditie-beschermende als een sociaal-integrerende rol moet vervullen, speelt het begrip ‘vrijheid van onderwijs’ – in al zijn meerduidigheid – daarbij een centrale rol. Het maatschappijmodel dat ooit door Abraham Kuyper werd ontworpen bood in zijn tijd een nieuwe ‘oplossing’ voor de religieuze verdeeldheid in Nederland. Kuyper legde er de basis mee voor het model van ‘verzuiling’ dat lange tijd de Nederlandse samenleving zou typeren en ook het denken over onderwijsvrijheid nog steeds domineert. De oplossing van Kuyper zou de hele twintigste eeuw dienst doen. Maar in de 21e eeuw begint het model van onderwijsvrijheid onder de druk van de komst van nieuwe religieuze groepen te kraken. Het lijkt te zijn gedaan met de ‘pacificatie’ en de vrijheid van onderwijs wordt voortdurend ter discussie gesteld. Meer dan ooit blijkt daarbij de meerduidigheid van het begrip. Hoe uiteindelijk voor de 21e eeuw die formule van pacificatie er uit zal gaan zien, zal de toekomst moeten leren.
In de bundel Vrijheid voor Onderwijs, een uitgave van de landelijke vereniging van katholieke en christelijke schoolbesturen Verus, verkennen de auteurs vanuit diverse invalshoeken hoe de vrijheid van onderwijs in onze tijd betekenis zou moeten krijgen.
Ruim een jaar na de uitbraak van de coronapandemie lijken we in een nieuwe fase van crisisbestrijding beland. Die kenmerkt zich door bekommernis om de vele tragische gevolgen van de aanpak van de pandemie. De komende tijd gaan we alle leed compenseren dat, onbedoeld uiteraard en misschien ook wel onvermijdelijk, is veroorzaakt door het op slot zetten van de samenleving. Daarvoor zijn herstelplannen in de maak, waarbij de overheid opnieuw toont diepe zakken te hebben. Eén ding is duidelijk: we geven echt om het onderwijs als we daaraan in 2,5 jaar tijd 8,5 miljard euro extra uitgeven voor ‘herstel en perspectief’. De eerste indruk die het Nationaal Programma Onderwijs dan ook achterlaat, is die van generositeit.