Dienst van SURF
© 2025 SURF
Hostmanship verscheen oorspronkelijk in 2002 en groeide uit tot een fenomeen dat de wereld aan het veroveren is. De ervaringen die zijn opgedaan sinds het verschijnen van het boek Hostmanship - the art of making people feel welcome zijn gebundeld in de herziene versie die begin aprilten doop werd gehouden.
Begin september was ik als ‘extern deskundige’ aanwezig bij de afstudeerpresentatie van een bachelor student Human Resource Management. De student heeft afgelopen jaar bij Defensie onderzocht hoe deze organisatie medewerkers begeleidt, van wie de functie vervalt. Het gaat daarbij in het kader van de huidige bezuinigingsdoelstellingen om ongeveer 10.000 functies die in de toekomst gaan verdwijnen, zowel bij militairen als bij burgerpersoneel! Voor de bemiddeling naar andere posities op de arbeidsmarkt wordt samengewerkt met een groot uitzendbureau en met UWV WERKbedrijf. Daarnaast beschikt de Defensieorganisatie over interne loopbaanbegeleiders en bemiddelaars. Voor uitstromende medewerkers zijn tal van faciliteiten beschikbaar op het gebied van begeleiding, opleiding en loondoorbetaling, vastgelegd in Sociale Beleidskaders. Defensie toont daarmee goed werkgeverschap. De casus die mij opviel in de discussie naar aanleiding van het onderzoek, betrof medewerkers op Mbo-niveau die een vervolgstudie wilden gebruiken voor verbetering van hun arbeidsmarktkansen. Verzoeken om een Hbo-opleiding te beginnen werden echter afgewezen omdat de looptijd van 3 à 4 jaar voor een bachelor programma te lang wordt gevonden. Niemand van de bemiddelaars was op de hoogte van Associate Degree programma’s, waarbij een Mbo’er of Havist in 1 à 2 jaar een erkend diploma van een beroepsopleiding verwerft!
GGZ verpleegkundigen die voor een crisisdienst werken moeten tijdens hun werk beslissingen nemen over het wel of niet delen van persoonsgegevens met ketenpartners. In de literatuur zijn randvoorwaarden gevonden voor het doorbreken van het medisch beroepsgeheim. De GGZ verpleegkundigen wisten niet of hun instelling een beleid heeft op dit gebied. Ze maken zelf per casus een inschatting, op basis van ingeschat gevaar, inschatting wat nodig is voor goede zorg en het belang van samenwerking met de ketenpartner. Die inschatting kan dus per GGZ verpleegkundige anders uitvallen. Welke gegevens dan precies gedeeld worden laten de GGZ verpleegkundige afhangen van ingeschatte relevantie van gegevens en hoe recent ze zijn. Het delen van persoonsgegevens met ketenpartners wordt niet structureel vastgelegd in dossiers. De GGZ verpleegkundigen gaan ervan uit dat ketenpartners zelf de betrokkene op de hoogte stellen.