Dienst van SURF
© 2025 SURF
Obesitas bij adolescenten geeft naast sociale en emotionele gevolgen ook een groter risico op medische complicaties zoals onder andere glucose-intolerantie. Recent is onderzocht of het multidisciplinaire groepsprogramma Go4it beter werkt dan de reguliere zorg voor obese adolescenten in de leeftijd van 11-18 jaar.
Recensie van Melvin Delgado (2013) Social justice and the urban obesitas crisis. Implications for social work.
Meer bewegen vraagt meer energie. Het lijkt daarom logisch te veronderstellen dat wie beweegt daardoor ook meer gaat eten. Heeft het dan wel zin om meer te gaan bewegen om af te vallen. In dit artikel wordt een wiskundig model opgesteld. De "energiebalans" kan worden beschreven met een eerste orde lineaire differentiaalvergelijking. Oplossing van deze vergelijking laat zien dat het inderdaad zin heeft om meer te bewegen.
Overgewicht en obesitas komen steeds vaker voor onder kinderen met een lage sociaal economische status (SES) (1). Het drinken van suikerhoudende dranken (SHD) wordt genoemd als één van de veroorzakers van overgewicht bij kinderen (2). Het stimuleren van water drinken in plaats van SHD kan bijdragen aan de preventie van overgewicht en obesitas (3). Met name het stimuleren van water drinken vroeg in de ontwikkeling van voedingsgewoontes, tussen de 6-12 maanden. Hiertoe hebben de gemeente Breda, Spadel, Service Design bureau Ideate, en het lectoraat Crossmediale Communicatie in het Publieke Domein (PubLab) in 2016 de ‘Waterbox’ ontwikkeld binnen het landelijke programma Jongeren op Gezond Gewicht (JOGG). De ‘Waterbox’ is een cadeaubox voor ouders van jonge kinderen (tussen 6-12 maanden) met een lage SES, waarin verschillende middelen zitten (beker, slabbetje, waterwijzer, boekje) om water drinken als bijvoeding te stimuleren (zie figuur 1). Om gedragsverandering te bereiken bij ouders is de box ontworpen om op het consultatiebureau (CB) af te geven en thuis te gebruiken. De eerste evaluatie (4) wijst uit dat er veel potentie zit in het product en het CB als uitgiftepunt. Ouders zijn positief, de box is laagdrempelig en geeft tips over water drinken met hun kindje. Ook het CB is enthousiast. Doordat de box als een cadeau is vormgegeven communiceert dit op een luchtige en visuele manier het gewenste gedrag. Dit bevordert de communicatie met ouders met een lage SES aangezien zij voornamelijk visueel zijn ingesteld en minder openstaan voor directief advies van het CB (5). Om het prototype door te ontwikkelen tot een effectief product hebben verschillende CBs en JOGG regisseurs binnen drie gemeenten (Breda, Oss en Den Bosch) PubLab gevraagd om hier ontwerpend onderzoek naar te starten. Dit KIEM project richt zich op de doorontwikkeling van de Waterbox tot een effectief en aantrekkelijk product voor CBs en ouders. Het doel is tweeledig; enerzijds de doorontwikkeling van de inhoud van de Waterbox, anderzijds inzicht krijgen in de werking van de box in zijn context: het consult op het CB en het bijvoedingsmoment thuis. Daarmee investeren de JOGG-regisseurs en de CBs in een innovatieve manier van het ter sprake brengen van deze voedingsgewoonte en het geven van effectiever drinkadvies aan ouders.
Het onderzoek van deze postdoc richt zich op ecologisch duurzame voedingsconcepten voor het verbeteren van de spiergezondheid, algehele gezondheid en vitaliteit van ouderen met obesitas. De specifieke focus op het ecologisch duurzame aspect van de voeding is een nieuwe onderzoekslijn binnen het Lectoraat Voeding & Beweging (Center of Expertise Urban Vitality), naast en in aansluiting op de bestaande lijn gericht op kwetsbare ouderen en spierbehoud. Deze postdocpositie is heel relevant voor de praktijk: obese ouderen zijn een sterk groeiende doelgroep met in de nabije toekomst 1 miljoen mensen. Tot nu toe worden voor deze doelgroep vaak dierlijke eiwitten geadviseerd, vanwege de hoge kwaliteit en het positieve effect op de spieren. Dierlijke eiwitten zijn echter niet duurzaam. Slimme combinaties van plantaardige eiwitbronnen hebben naar verwachting ook een hoge eiwitkwaliteit, met een veel lagere ecologische voetafdruk. Daarbij zijn plantaardige voedingspatronen geassocieerd met een lager risico op chronische aandoeningen. Hier is nog maar heel weinig praktijkgericht onderzoek naar gedaan, terwijl dit erg relevant is voor de toekomstige praktijk. Vanaf september 2020 rolt de opleiding Voeding & Diëtetiek een nieuw curriculum uit waarin studenten in en met de praktijk gaan werken voor een diepere leerervaring. Nieuwe onderzoeksprojecten binnen het Lectoraat Voeding & Beweging -waaronder deze postdoc- worden ingebed in verschillende fasen van het onderwijs waarin samengewerkt wordt in co-creatie met docenten, werkveldpartners en andere stakeholders voor het ontwerpen van passende oplossingen voor verschillende doelgroepen. Samenvattend: de postdoc onderzoekslijn is heel waardevol en nodig voor de eiwittransitie en de praktijk van de diëtist, en relevant voor het leren van studenten en docenten. De postdoc is momenteel designer van het nieuwe curriculum van de opleiding Voeding & Dietetiek en is in de afrondende fase van haar promotietraject waarin ze al veel ervaring heeft opgedaan met dit onderwerp.
Een consortium van voedings- en duurzaamheidsexperts en diëtisten onderzoekt in dit project samen met obese ouderen ecologisch duurzame voedingsconcepten voor ouderen met obesitas. Zowel obesitas als een afname van spiermassa en spierfunctie (sarcopenie) is een groot probleem onder ouderen. De diëtist behandelt obesitas met een energiebeperkt dieet, wat resulteert in gewichtsverlies, maar ook in ongewenst spiermassaverlies. Om spiermassa te behouden en daarmee sarcopenie te voorkomen, adviseert de diëtist vaak eiwitten uit dierlijke bronnen, zoals vlees en zuivel. Een groot nadeel van dit advies is de negatieve invloed op het milieu. Een meer plantaardige voeding is veel duurzamer en heeft daarnaast sterke gezondheidsvoordelen, maar lijkt minder effectief voor spiermassabehoud vanwege een ongunstige aminozuursamenstelling. Dit weerhoudt de diëtist om meer duurzame adviezen te geven. De aminozuursamenstelling kan worden verbeterd door slimme combinaties te maken van plantaardige eiwitbronnen. Hoe plantaardige producten te combineren zijn en hoe dit door de praktijk toegepast kan worden is nog onduidelijk. Tevens is het een uitdaging deze eiwittransitie te vertalen naar gedrag van ouderen. Daarnaast is er nog vrijwel geen onderzoek gedaan naar het effect van een duurzaam, meer plantaardige voedingspatroon op spiermassa en algehele gezondheid van obese ouderen. Het consortium beoogt deze kennis te ontwikkelen. In werkpakket (WP) 1 wordt een duurzaam, meer plantaardig voedingsconcept ontwikkeld. In WP2 wordt een begeleidingsplan ontwikkeld gericht op een succesvolle ondersteuning bij het veranderen van eetgedrag naar meer plantaardig eten. De haalbaarheid van het duurzame voedingsconcept met begeleidingsplan (WP1+2) wordt in de praktijk getest middels een pilot studie (WP3). Vervolgens wordt in een RCT de effectiviteit van dit duurzame voedingsconcept op spiermassa en algemene gezondheid onderzocht bij ouderen met obesitas (WP4) en vertaald naar richtlijnen voor de Nederlandse diëtetiek (WP5). Samenvattend: een relevant onderzoek waarin voeding, duurzaamheid, gezondheid en praktijk samenkomen, voor een meer duurzame en effectieve diëtetiek.