Dienst van SURF
© 2025 SURF
Een eerste verkenning van overheidsingrijpen in de energiemarkt en de formulering van uitgangspunten voor een normatief kade.
In deze publicatie laten we zien hoe reclasseringswerkers de bevindingen van het onderzoek ‘werkalliantie in gedwongen kader’ in praktijk brengen. Het lectoraat Werken in Justitieel Kader, onderdeel van het Kenniscentrum Sociale Innovatie (KSI) van Hogeschool Utrecht, werkt sinds 2010 aan dit onderzoeksprogramma. Dit gebeurt in samenwerking met het lectoraat Kennisanalyse Sociale Veiligheid van hetzelfde kenniscentrum2. In de afgelopen jaren zijn diverse tussenresultaten gepubliceerd, onder meer in het methodiekboek Werken in Gedwongen Kader3. In 2018 zijn de definitieve resultaten van het eerste onderzoek gepubliceerd in een proefschrift4. In dit onderzoek is ontdekt wat kenmerken zijn van de werkalliantie in gedwongen kader. En wat het belang van deze kenmerken is voor het verloop en een goede afronding van het reclasseringstraject. Momenteel lopen twee vervolg promotieonderzoeken, waarin nog meer kennis over de werkalliantie in gedwongen kader wordt verworven. Het proefschrift is niet erg toegankelijk voor professionals in de dagelijkse praktijk. Onder hen is wel veel vraag naar de resultaten. Daarom is deze versie gemaakt, waarbij de nadruk ligt op de betekenis van de resultaten voor het professionele handelen. Dit ‘praktijkboek’ kwam tot stand in een nauwe samenwerking tussen mij als auteur, vijf professionals met een lange (huidige of vroegere) ervaring als reclasseringswerker en een rollenspelacteur.
Deze studie gaat over de vraag wat dit gedwongen kader betekent voor de onderlinge samenwerking tussen reclasseringscliënten en reclasseringswerkers. De onderlinge doelgerichte samenwerking tussen cliënten en reclasseringswerkers wordt hier aangeduid met de term ‘werkalliantie’. Bij hulp en begeleiding in vrijwillig kader is er onder onderzoekers algemene overeenstemming over de kenmerken en het belang van een goede kwaliteit werkalliantie voor het bereiken van de gezamenlijke doelen. Bij bemoeienis in het gedwongen kader, zoals reclasseringstoezicht, is dit nog veel minder duidelijk. Is er sprake van specifieke kenmerken van de werkalliantie in gedwongen kader? En zo ja, welke zijn dat? En wat is het belang van deze kenmerken voor het verloop en de afronding van het reclasseringscontact? Dat zijn de leidende vragen bij dit onderzoek.