Dienst van SURF
© 2025 SURF
Hundreds of cities and communities in the world have joined the WHO’s Global Network for AgeFriendly Cities and Communities since 2010. In order to do quantitative assessments of the age friendliness of cities, the Age-Friendly Cities and Communities Questionnaire (AFCCQ) was developed for the Dutch municipality of The Hague. The purpose of this study was first to translate and test the validity and reliability of the AFCCQ for use in North Macedonia and second to explore perceptions on age-friendliness of the bicultural and bilingual City of Skopje. The AFCCQ proved valid for use in North Macedonia. Overall, older adults in Skopje experience the age-friendliness of the city as neutral (in seven out of nine domains). The best score (“slightly satisfied”) was found in the domain of Housing, which was rated positive in all ten municipalities. The lowest total score (“slightly dissatisfied”) was found in the domain of Outdoor spaces and buildings, which received negative scores in eight out of ten municipalities. In five out of nine domains differences were observed between the Albanian and Macedonian communities. The Albanian sample has slightly higher scores in two domains: 1) Housing and 2) Civic Participation and Employment, while the Macedonian sample scored higher in three domains: 1) Communication and Information; 2) Outdoor Spaces and Buildings and 3) Transportation. A hierarchical cluster analysis further revealed the presence of six distinct age-friendly typologies that can be used for a better understanding of subpopulations in the city and draft policies and action programs on the city level.
MULTIFILE
Interesse in permacultuur groeit wereldwijd en Friesland is daar geen uitzondering op. Permacultuur verscheen als antwoord op toenemende vervuiling, verwoesting en uitputting veroorzaakt door de mensen overal op aarde. Het opende de deur naar een duurzamer toekomst. Dit boek neemt de lezer mee op reis naar permacultuurinitiatieven in Friesland. In opdracht van Stichting Leerschool Permacultuur Friesland zijn zoveel mogelijk permacultuurprojecten gezocht, bezocht en bestudeerd.
MULTIFILE
Rapport, geschreven in opdracht van de Commissie Internationaal van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW). Het rapport beoogt door middel van onderzoek een bijdrage te leveren aan de uitvoering van het plan van de NVMW om haar internationale activiteiten te revitaliseren. Het onderzoek “Internationalisering van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers” is een onderdeel van het gelijknamige project, dat in 2004 is geïnitieerd door de Commissie Internationaal van de NVMW. De commissie gaf opdracht tot het verrichten van onderzoek, dat antwoord moest geven op de vraag: Wat zijn voor de beroepsvereniging en de maatschappelijk werkers die ze vertegenwoordigt de mogelijkheden om zich te internationaliseren? Het onderzoek is opgezet vanuit drie uitgangspunten. 1. Ten eerste wordt ervan uitgegaan, dat internationalisering van het maatschappelijk werk implicaties heeft voor het beroepsprofiel van het maatschappelijk werk. 2. Verder wordt uitgegaan van de veronderstelling, dat netwerkvorming de beste strategie is voor internationalisering van het maatschappelijk werk. 3. Tenslotte wordt aangenomen dat internationalisering begint in en vanuit de micro-omgeving van het organisatienetwerk van de vereniging. 1. Door middel van deskresearch en interviews met experts is kwalitatief onderzoek verricht naar de internationale ontwikkeling van het beroep. Het domein van maatschappelijk werk wordt in verschillende landen verschillend bepaald. Het Nederlandse maatschappelijk werk is een deelverzameling van wat in veel landen “social work” heet, een brede professie die min of meer alles omvat wat in Nederland valt onder het beroependomein van het sociaal agogisch werk. In internationale verhoudingen zal het Nederlandse maatschappelijk werk zich tot deze brede definitie van de professie moeten verhouden. 2. Er is ook kwalitatief onderzoek verricht naar internationale netwerkvorming als strategie voor de internationalisering van de NVMW. Het voorstel is gedaan om internationale uitwisseling tussen maatschappelijk werkers te ondersteunen, zowel in het binnenlands als in het buitenlands netwerk van de vereniging, zowel langs de gouvernementele als de niet-gouvernementele weg. Dit is verder uitgewerkt in vijf thema’s, die verschillende aspecten van internationale uitwisseling belichten: academiesering van het maatschappelijk werk, euregionale samenwerking tussen hogescholen, Europees sociaal beleid, grensoverschrijdende hulp en internationalisering van de website. 3. Tenslotte is kwantitatief onderzoek gedaan onder de leden van de vereniging waarbij hun mening over de internationalisering van de NVMW is gepeild. Uit de resultaten komt het volgende beeld naar voren. Ruim een derde van de leden die hebben gereageerd heeft een beroepspraktijk met een internationale context. Meer dan de helft daarvan heeft door directe ervaring of opleiding met internationale aspecten van het beroep te maken gehad. De meeste leden willen dat de NVMW internationaal actief is. Velen willen daar zelf actief aan deelnemen. Niet iedereen vindt het belangrijk om zelf internationale ervaring op te doen, wel om kennis te verwerven.