Dienst van SURF
© 2025 SURF
‘The network is everlasting’ wrote Robert Filliou and George Brecht in 1967, a statement that, at first glance, still seems to be true of today’s world. Yet there are also signs that the omnipresence of networks is evolving into another reality. In recent times, the limits of networks rather than their endless possibilities have been brought into focus. Ongoing media debates about hate speech, fake news, and algorithmic bias swirl into a growing backlash against networks. Perhaps it is time to reconsider the contemporary reach and relevance of the network imaginary.Accompanying transmediale 2020 End to End’s exhibition ‘The Eternal Network’, this collection gathers contributions from artists, activists, and theorists who engage with the question of the network anew. In referencing Filliou’s eternal notion, the exhibition and publication project closes the loop between pre- and post-internet imaginaries, opening up possible futures with and beyond networks. This calls many of the collection’s authors to turn to instances of independent and critical net cultures as historical points of inspiration for rethinking, reforming, or refuting networks in the present.---The Eternal Network: Vom Enden und Werden der NetzkulturDEUTSCHE FASSUNG:„Das Netzwerk wird es ewig geben“, schrieben Robert Filliou und George Brecht 1967 – eine Aussage, die auf den ersten Blick auch heute noch zuzutreffen scheint. Doch gibt es auch Anzeichen, dass die Allgegenwärtigkeit von Netzwerken eine andere W irklichkeit hervorbringt. Mittlerweile rückt die Endlichkeit von Netzwerken – anstatt deren endlose Möglichkeiten – in den Fokus; davon zeugen die anhaltenden Mediendebatten über Hassrede, Fake News und algorithmischer Diskriminierung. Vielleicht ist es an der Zeit, die aktuelle Reichweite und Relevanz des Netzwerks neu zu betrachten.Begleitend zur Ausstellung „Das ewige Netzwerk“ der transmediale 2020 End to End versammelt dieser Band Beiträge von Künstler*innen, Aktivist*innen und Theoretiker* innen, die sich neu mit der Frage des Netzwerks beschäftigen. Ausstellung und Publikation beziehen sich auf Fillious Konzept von der Ewigkeit des Netzwerks. Sie verbinden dabei die Vorstellungswelten, die zeitlich vor der Entwicklung des Internets entstanden sind, mit jenen, die darauf folgten. So eröffnen sie mögliche Zukünfte mit und jenseits von Netzwerken. Viele Autor*innen in diesem Band lassen sich dabei von historischen Momenten der unabhängigen und kritischen Netzkulturen inspirieren, um Netzwerke der Gegenwart neu zu denken, sie zu reformieren oder anzufechten.
MULTIFILE
Dit rapport is een verslag van een verkennend onderzoek naar netwerkondersteuning bij dak- en thuisloze mensen in Amsterdam en Haarlem. Dit onderzoek is onderdeel van het tweejarige onderzoeksproject ‘Social Network First?’, dat als doel heeft inzicht te krijgen of en in welke vorm de uit de ggz afkomstige Resource-methode werkt bij dak- en thuisloze mensen. Het onderzoek wordt uitgevoerd door de lectoraten Empowerment & Professionalisering van Hogeschool Inholland en Stedelijk Sociaal Werk van de Hogeschool van Amsterdam, in samenwerking met de opvangorganisaties HVO-Querido, Leger des Heils, PerMens en Cordaan. In dit rapport ligt de focus op 1) de doelen die professionals, dakloze mensen en hun naasten denken te bereiken met netwerkondersteuning, 2) wat er in hun beleving en ervaring nodig is om een steungroep op te zetten en 3) hoe professionals denken samen met de client en de steungroep de eigen regie van de client te kunnen versterken.
In deze verkennende studie beschrijven we welke doelen er volgens professionals, dak- en thuisloze mensen en naasten bereikt kunnen worden met netwerkondersteuning. Ook wordt besproken wat volgens betrokkenen nodig is om een steungroep op te zetten en hoe hiermee de eigen regie van de dak- en thuisloze mensen kan worden versterkt. In de praktijk blijkt de resource-methodiek – een methode afkomstig uit de GGZ om het netwerk te betrekken – moeilijk inzetbaar bij de doelgroep van dak- en thuisloze mensen. Opvangorganisaties en het onderzoeksproject ‘Social Network First?’ zijn gestart met het idee van resource-methodiek , maar nu wordt netwerkondersteuning aan deze doelgroep in een andere vorm aangeboden. Het rapport is gebaseerd op 25 interviews met professionals, dak- en thuisloze mensen en hun naasten in Amsterdam en Haarlem.
MUSE supports the CIVITAS Community to increase its impact on urban mobility policy making and advance it to a higher level of knowledge, exchange, and sustainability.As the current Coordination and Support Action for the CIVITAS Initiative, MUSE primarily engages in support activities to boost the impact of CIVITAS Community activities on sustainable urban mobility policy. Its main objectives are to:- Act as a destination for knowledge developed by the CIVITAS Community over the past twenty years.- Expand and strengthen relationships between cities and stakeholders at all levels.- Support the enrichment of the wider urban mobility community by providing learning opportunities.Through these goals, the CIVITAS Initiative strives to support the mobility and transport goals of the European Commission, and in turn those in the European Green Deal.Breda University of Applied Sciences is the task leader of Task 7.3: Exploitation of the Mobility Educational Network and Task 7.4: Mobility Powered by Youth Facilitation.
Mobiele netwerken vormen een drijvende kracht achter de digitalisering van onze samenleving en het verdienvermogen in alle sectoren van de economie, van industrie en energie tot logistiek en zorg. Nederlandse bedrijven zien grote kansen in 6G netwerktechnologie en toepassingen die vanaf 2030 op de markt komen. De gerichte ontwikkeling van 6G kan daarnaast sterk bijdragen aan de Nederlandse en Europese ambities op het gebied van digitale autonomie en duurzaamheid.
In veel Afrikaanse landen zien we een inperking van de maatschappelijke ruimte (‘civic space’). Deze ruimte is cruciaal om in democratische staten transparantie, vrijheid van meningsuiting en verantwoording van bestuur te realiseren. In een steeds sterke digitaliserende maatschappij wordt toegang tot digitale middelen een mensenrecht. Daar waar regeringen proberen hun burgers en organisaties dat recht tot digitale informatievoorziening en –uitwisselingen te ontnemen komen de Sustainable Development Goals in het gedrang. Doel African Digital Rights Network (ADRN) wil inzicht verkrijgen in de stakeholders ne technologieën die betrokken zijn net het openen of onderdrukken van de online maatschappelijke ruimte (‘civic space’). Het netwerk beoogt bij te dragen aam empowerment van burgers om hun digitale mensenrechten uit te oefenen. Resultaten ADRN heeft een vergelijkende studie van 10 Afrikaanse landen uitgevoerd naar het gebruik van digitale technologieën voor het openen of onderdrukken van de online maatschappelijke ruimte (‘civic space’). Het project heeft onder andere geleidt tot de volgende publicatie: Mapping the Supply of Surveillance Technologies to Africa: Case Studies from Nigeria, Ghana, Morocco, Malawi, and Zambia Looptijd 01 mei 2020 - 20 april 2021 Aanpak ADRN organiseert een netwerk van onderzoekers, analisten, digitale rechtenorganisaties en activisten om de dynamiek van het openen en onderdrukken van de digitale maatschappelijke ruimte in kaart te brengen. Het netwerk bouwt op een interdisciplinaire onderzoeksaanpak o.l.v. het Institute for Development Studies, een vooraanstaand onderzoeksinstituut. Relevantie van het project Het onderzoek leidt tot aanbevelingen voor o.a. beleidsmakers en maatschappelijke organisaties ter bevordering van de digitale maatschappelijke ruimte. Daarnaast worden digitale tools en trainingsmateriaal gefaciliteerd voor het monitoren van ontwikkelingen en dreigingen van de digitale maatschappelijke ruimte. CofinancieringDit onderzoek wordt gefinancierd door UKRI - GCRF Digital Innovation for Development in Africa (DIDA)Meer weten? UKRI GCRF: African Digital Rights Network Website ADRN