© 2025 SURF
Recensie van Jan Bloemendal, Arjan van Dixhoorn & Elsa Strietman (ed.), Literary Cultures and Public Opinion in the Low Countries 1450-1650.
Recensie van Jan Bloemendal, Arjan van Dixhoorn & Elsa Strietman (ed.), Literary Cultures and Public Opinion in the Low Countries 1450-1650.
In dit artikel vertalen de auteurs vier liedjes uit het Antwerps Liedboek (1544) in rijmend hedendaags Engels.
In dit artikel vertalen de auteurs vier liedjes uit het Antwerps Liedboek (1544) in rijmend hedendaags Engels.
Abstract Chapter 4: Basing ourselves on a literature review and expert interviews we create an overview of methods and tools to identify and respond to ethical questions used in healthcare, social work, police and the military. We identify six main types of methods or tools that can support professionals or organisations in dealing with ethical issues. Some of these methods are already used in CT or could be used. Some methods or tools are targeted at individual professionals or small groups, whilst others are targeted at the organisational level. The methods and tools are described in brief. Samenvatting boek: Wat is ethisch wel en wat niet geoorloofd? De aanslagen die de Europese hoofdsteden teisteren wrijven het ons in: terrorismebestrijding is noodzakelijk en is onlosmakelijk verbonden met de moderne samenleving. De inlichtingendiensten en andere organisaties die zich hiermee bezighouden, stuiten echter telkens op de vraag hoe ver zij mogen gaan. Waar liggen de grenzen? Wat is ethisch wel en wat niet geoorloofd? En vooral: hoe gaan professionals met deze soms levensgrote dilemma's om? In deze Engelstalige uitgave reflecteren wetenschappers, terrorismebestrijders en ethici op dit zeer actuele thema.
MULTIFILE
Abstract Chapter 4: Basing ourselves on a literature review and expert interviews we create an overview of methods and tools to identify and respond to ethical questions used in healthcare, social work, police and the military. We identify six main types of methods or tools that can support professionals or organisations in dealing with ethical issues. Some of these methods are already used in CT or could be used. Some methods or tools are targeted at individual professionals or small groups, whilst others are targeted at the organisational level. The methods and tools are described in brief. Samenvatting boek: Wat is ethisch wel en wat niet geoorloofd? De aanslagen die de Europese hoofdsteden teisteren wrijven het ons in: terrorismebestrijding is noodzakelijk en is onlosmakelijk verbonden met de moderne samenleving. De inlichtingendiensten en andere organisaties die zich hiermee bezighouden, stuiten echter telkens op de vraag hoe ver zij mogen gaan. Waar liggen de grenzen? Wat is ethisch wel en wat niet geoorloofd? En vooral: hoe gaan professionals met deze soms levensgrote dilemma's om? In deze Engelstalige uitgave reflecteren wetenschappers, terrorismebestrijders en ethici op dit zeer actuele thema.
MULTIFILE
Belangrijkste Bevindingen Bodemkundige opbouw: het onderzoeksgebied bevindt zich op een dekzandrug met een laarpodzolgrond. Deze grondopbouw is typerend voor voormalige graslanden die later tot akkerbouwgrond omgevormd zijn. De bodemsporen zijn goed bewaard gebleven, wat heeft bijgedragen aan een gedetailleerd inzicht in de historische bewoning. Vindplaats 1 (Mesolithicum): de vuursteenartefacten die zijn opgegraven dateren uit het Mesolithicum (ca. 9600-5000 v.Chr.). Deze artefacten, afslagen en werktuigen zoals schrabbers en pijlpunten, suggereren dat jagers-verzamelaars het gebied gebruikten voor de vervaardiging en reparatie van hun gereedschappen. Dit wijst op tijdelijke kampplaatsen, onderzoek naar deze kampplaatsen kan waardevolle inzichten geven in de vroege menselijke activiteiten in de regio. Vindplaats 2 (Late Middeleeuwen): de aangetroffen sporen van de periferie van een middeleeuws boerenerf dateren uit de 13de eeuw tot de tweede helft van de 15de eeuw. Deze sporen omvatten diverse greppels, een vermoedelijke veekraal, palenrijen en een poel of vijver. De aanwezigheid van greppels, palenrijen en de transformatie van een poel van waterreservoir naar afvalkuil illustreren de dynamiek en aanpassingen binnen het erf door de eeuwen heen. Deze bevindingen wijzen op geavanceerde technieken voor waterbeheer en perceelafbakening, wat bijdraagt aan het begrip van de organisatie van laatmiddeleeuwse erven. Het vondstmateriaal uit deze periode bestaat voornamelijk uit keramiekfragmenten en dierlijk botmateriaal. De melkteilen van grijsbakkend aardewerk in combinatie met een vermoedelijke veekraal wijzen op een melkveehouderij. Conclusie De hoofdvraag van het onderzoek luidt als volgt: wat is de bewoningsgeschiedenis van vindplaats Nieuwland V? De uitwerking van het archeologisch onderzoek in Nieuwland V presenteert twee fasen van bewoning. De eerste fase stamt uit het Mesolithicum en betreft tijdelijke kampplaatsen. De tweede fase stamt uit de Late Middeleeuwen en betreft de periferie van een boerenerf uit de 13de tot tweede helft van de 15de eeuw.
MULTIFILE
Belangrijkste Bevindingen Bodemkundige opbouw: het onderzoeksgebied bevindt zich op een dekzandrug met een laarpodzolgrond. Deze grondopbouw is typerend voor voormalige graslanden die later tot akkerbouwgrond omgevormd zijn. De bodemsporen zijn goed bewaard gebleven, wat heeft bijgedragen aan een gedetailleerd inzicht in de historische bewoning. Vindplaats 1 (Mesolithicum): de vuursteenartefacten die zijn opgegraven dateren uit het Mesolithicum (ca. 9600-5000 v.Chr.). Deze artefacten, afslagen en werktuigen zoals schrabbers en pijlpunten, suggereren dat jagers-verzamelaars het gebied gebruikten voor de vervaardiging en reparatie van hun gereedschappen. Dit wijst op tijdelijke kampplaatsen, onderzoek naar deze kampplaatsen kan waardevolle inzichten geven in de vroege menselijke activiteiten in de regio. Vindplaats 2 (Late Middeleeuwen): de aangetroffen sporen van de periferie van een middeleeuws boerenerf dateren uit de 13de eeuw tot de tweede helft van de 15de eeuw. Deze sporen omvatten diverse greppels, een vermoedelijke veekraal, palenrijen en een poel of vijver. De aanwezigheid van greppels, palenrijen en de transformatie van een poel van waterreservoir naar afvalkuil illustreren de dynamiek en aanpassingen binnen het erf door de eeuwen heen. Deze bevindingen wijzen op geavanceerde technieken voor waterbeheer en perceelafbakening, wat bijdraagt aan het begrip van de organisatie van laatmiddeleeuwse erven. Het vondstmateriaal uit deze periode bestaat voornamelijk uit keramiekfragmenten en dierlijk botmateriaal. De melkteilen van grijsbakkend aardewerk in combinatie met een vermoedelijke veekraal wijzen op een melkveehouderij. Conclusie De hoofdvraag van het onderzoek luidt als volgt: wat is de bewoningsgeschiedenis van vindplaats Nieuwland V? De uitwerking van het archeologisch onderzoek in Nieuwland V presenteert twee fasen van bewoning. De eerste fase stamt uit het Mesolithicum en betreft tijdelijke kampplaatsen. De tweede fase stamt uit de Late Middeleeuwen en betreft de periferie van een boerenerf uit de 13de tot tweede helft van de 15de eeuw.
MULTIFILE
In c.1330 the Antwerp public servant Jan van Boendale composed Der Leken Spieghel (The Layman's Mirror), a free adaption of several earlier Latin treatises on education. Van Boendale evidently wanted to ensure that a clear and reliable handbook was available to the laity, who lacked sufficient training in Latin to access the original texts. Der Leken Spieghel consists of four books, each divided into numerous smaller sections. This article presents a fresh translation of paragraph 113, which outlines the four characteristics needed to conduct an honourable life.