Dienst van SURF
© 2025 SURF
This study investigated the influence of personality traits and the differential effect of product categories on brand love. Carroll and Ahuvia (2006) claim that it is relatively easier for hedonic and self-enhancing products to obtain brand love. Nevertheless, in relation to the field of consumer-brand relationships, contradictory findings exist regarding the effects of product category on relationship quality. Christy et al. (1996), Veloutsou (2007), and Wilson (2011) point to a positive effect for the influence of high product category involvement on the brand relationship quality, whereas Valta (2013) finds no support at all. Current empirical studies on brand love, however, focus on a single product category from rather high-involvement categories like consumer electronics or apparel (Batra et al., 2012; Rauschnabel et al., 2013). This raises the question whether brand love can only be obtained in those product categories. An application of the Rossiter–Percy grid is thus carried out to measure the direct influence of product category on brand love. Furthermore, we explore whether product category offers an additional explanation for the varying results of personality traits on relationships. We propose that product category acts as a moderator between personality and brand love. Therefore, the research questions this study will seek to answer are the following: RQ1: To what extent does personality influence brand love? RQ2: To what extent does the product category influence brand love? RQ3: To what extent does the product category moderate the relationship between personality and brand love?
LINK
Deze studie verkent wat hbo-honoursstudenten, vergeleken met reguliere studenten, belangrijk vinden in de benadering door hun docenten. Honoursstudenten vragen volgens de literatuur om een andere doceerbenadering dan reguliere studenten, omdat ze meer uitdaging willen en aankunnen. Vanuit de veronderstelling dat hbo-honoursstudenten beschikken over een relatief hoge motivatie en goed ontwikkelde leerstrategieën,is de relatie tussen motivatie, leerstrategie en docentvoorkeur onderzocht. Metvragenlijstonderzoek (N = 194) is nagegaan hoe tweedejaars honours- en reguliere studenten van de Hanzehogeschool Groningen zichzelf beoordelen op motivatie en leerstrategie en hoe zich dat verhoudt tot hun voorkeur voor een doceerbenadering.Honours- en reguliere studenten scoren zichzelf significant verschillend: honoursstudenten zeggen meer intrinsiek gemotiveerd te zijn, meer waarde aan hun studie te hechten en meer te vertrouwen op hun eigen kunnen. Daarnaast beoordelen ze hun vermogen tot kritisch denken en tot metacognitieve zelfregulatie hoger dan reguliere studenten dat doen. Honoursstudenten tonen een sterkere voorkeur voor docenten die in hun benadering kritisch en integratief denken, actief leren en zelfregulatie bevorderen. Er is geen overtuigend bewijs gevonden voor de verwachting dat motivatie en leerstrategieën van honoursstudenten de voorkeur voor een zelfregulatie-bevorderende docent voorspellen.
In dit onderzoek is gekeken of HBO-docenten een voorkeur hebben voor studenten met een bepaalde leerstijl, zoals getypeerd door Kolb. In één van de docententeams van de opleiding Media, Informatie en Communicatie aan de Hogeschool van Amsterdam is een kleinschalig kwantitatief onderzoek uitgevoerd. Alle 23 docenten van dit team kozen uit twintig stellingen drie leerstrategieën zij het meest typerend vinden voor een goede student. Elk van deze strategieën is gekoppeld aan een van de vier leerstijlen van Kolb, vijf strategieën per leerstijl. Voor elke leerstijl is gekwantificeerd hoe vaak daarbij bijbehorende stellingen zijn genoemd, en vervolgens zijn de uitkomsten aan analyse onderworpen. Hieruit bleek een significante afwijking van de verwachte verdeling: het aantal keren dat docenten kozen voor een strategie behorende tot de leerstijl ‘doener’ is niet gebaseerd op een evenredige verdeling van de strategieën over de leerstijlen. Geconcludeerd kan worden dat de resultaten ondersteuning bieden voor de hypothese: docenten kiezen, gevraagd naar leerstrategieën die de leerstijl van een student typeren, voor één leerstijl als beste. Er worden ook andere leerstijlen gekozen, maar het is significant dat de docenten samen, als team, een voorkeur voor studenten met één leerstijl hebben, in dit geval die van ‘doener’.
MULTIFILE
Steeds meer merken positioneren zich op basis van waarden. Maar hoe groot is de rol van deze merkwaarden in consumentenbeslissingen? En welke waarden beïnvloeden beslissingen het meest?Doel Dit onderzoek beantwoordt een aantal belangrijke vragen: Zijn merkwaarden belangrijk voor merken in hun relatie met consumenten? En als ze belangrijk zijn, wanneer spelen deze waarden dan een rol? Leiden zelfoverstijgende waarden tot sterkere merkvoorkeuren? En neemt een consument deze waarden eerder aan? Hierdoor kunnen bedrijven goed onderbouwde beslissingen nemen over het bewust nastreven en communiceren van waarden om zo aantrekkelijker te worden voor consumenten. Resultaten Uit een eerste onderzoek blijkt dat overeenkomst tussen de waarden van de consument en die van een merk (waarden-congruentie) vaak belangrijker is dan een overeenkomst met de persoonlijkheidskenmerken (trait-congruentie) van een merk bestaande uit oprechtheid, opwinding, competentie, welgemanierdheid en stoerheid. Functionele congruentie, de mate waarin een product of dienst voldoet aan de wensen die daaraan gesteld worden, is overigens altijd het belangrijkste van de drie. Het vervolgonderzoek, dat net gepubliceerd is in de Journal of Consumer Behaviour, laat zien dat vooral producten en diensten waar men een langere relatie mee aangaat meer op hun waarden worden beoordeeld dan op hun merkpersoonlijkheidseigenschappen. Dit geldt in sterkere mate voor diensten dan producten. Een volgende, en laatste onderzoek, zal dieper ingaan op de vraag welke waarden sterker werken, zelfversterkende of zelfoverstijgende. Deze laatste soort waarden wordt veel gebruikt in purpose marketing. De vraag is of dat ook een krachtige voorspeller kan zijn van merkattractiviteit en koopintentie. Hier wordt op dit moment verschillend over gedacht in de praktijk en er is ook nog geen duidelijk wetenschappelijk antwoord. Er is dus behoefte aan een antwoord. Looptijd 01 januari 2014 - 12 januari 2021 Aanpak Op basis van literatuuronderzoek zijn we in ons eerste onderzoek nagegaan wat de invloed is van waarden op gedrag. Daarbij hebben wij vooral gekeken naar de invloed van waarden congruentie en de rol daarvan binnen de zelfcongruentie theorie. Omdat de rol van waarden daarin onderbelicht is hebben wij vervolgens een enquête opgesteld onder 1000 mensen. Hieruit bleek dat waarden congruentie vooral een rol speelt bij de keuze van diensten en duurzame consumenten goederen. Daardoor ontstond het vermoeden dat de factor tijd een rol speelt bij het relevanter worden van waarden. Dit hebben wij getest middels een experiment. Lengte van de relatie bleek inderdaad een zeer belangrijke rol te spelen. Waarden hebben daarmee een veel grotere invloed op het keuze proces dan de persoonlijkheid bij bijvoorbeeld de keuze voor een verzekering.
Steeds meer merken positioneren zich op basis van waarden. Maar hoe groot is de rol van deze merkwaarden in consumentenbeslissingen? En welke waarden beïnvloeden beslissingen het meest?Doel Dit onderzoek beantwoordt een aantal belangrijke vragen: Zijn merkwaarden belangrijk voor merken in hun relatie met consumenten? En als ze belangrijk zijn, wanneer spelen deze waarden dan een rol? Leiden zelfoverstijgende waarden tot sterkere merkvoorkeuren? En neemt een consument deze waarden eerder aan? Hierdoor kunnen bedrijven goed onderbouwde beslissingen nemen over het bewust nastreven en communiceren van waarden om zo aantrekkelijker te worden voor consumenten. Resultaten Uit een eerste onderzoek blijkt dat overeenkomst tussen de waarden van de consument en die van een merk (waarden-congruentie) vaak belangrijker is dan een overeenkomst met de persoonlijkheidskenmerken (trait-congruentie) van een merk bestaande uit oprechtheid, opwinding, competentie, welgemanierdheid en stoerheid. Functionele congruentie, de mate waarin een product of dienst voldoet aan de wensen die daaraan gesteld worden, is overigens altijd het belangrijkste van de drie. Het vervolgonderzoek, dat net gepubliceerd is in de Journal of Consumer Behaviour, laat zien dat vooral producten en diensten waar men een langere relatie mee aangaat meer op hun waarden worden beoordeeld dan op hun merkpersoonlijkheidseigenschappen. Dit geldt in sterkere mate voor diensten dan producten. Een volgende, en laatste onderzoek, zal dieper ingaan op de vraag welke waarden sterker werken, zelfversterkende of zelfoverstijgende. Deze laatste soort waarden wordt veel gebruikt in purpose marketing. De vraag is of dat ook een krachtige voorspeller kan zijn van merkattractiviteit en koopintentie. Hier wordt op dit moment verschillend over gedacht in de praktijk en er is ook nog geen duidelijk wetenschappelijk antwoord. Er is dus behoefte aan een antwoord. Looptijd 01 januari 2014 - 12 januari 2021 Aanpak Op basis van literatuuronderzoek zijn we in ons eerste onderzoek nagegaan wat de invloed is van waarden op gedrag. Daarbij hebben wij vooral gekeken naar de invloed van waarden congruentie en de rol daarvan binnen de zelfcongruentie theorie. Omdat de rol van waarden daarin onderbelicht is hebben wij vervolgens een enquête opgesteld onder 1000 mensen. Hieruit bleek dat waarden congruentie vooral een rol speelt bij de keuze van diensten en duurzame consumenten goederen. Daardoor ontstond het vermoeden dat de factor tijd een rol speelt bij het relevanter worden van waarden. Dit hebben wij getest middels een experiment. Lengte van de relatie bleek inderdaad een zeer belangrijke rol te spelen. Waarden hebben daarmee een veel grotere invloed op het keuze proces dan de persoonlijkheid bij bijvoorbeeld de keuze voor een verzekering.