Dienst van SURF
© 2025 SURF
© 2025 SURF
U kijkt met een andere bril naar de ontwikkeling van peuters en kleuters. Dit gebeurt vanuit de uitgangspunten van MI. Door meerdere intelligentiegebieden aan te spreken binnen een activiteit, verhoogt u de kwaliteit ervan. U maakt o.a. gebruik van de volgende werkvormen: kringactiviteiten, namen lezen, vertelkring, het speelwerken en meer van die terugkerende activiteiten.
Met de uitgangspunten van Meervoudige Intelligentie ga je als leerkracht anders kijken naar kinderen. Elk kind is uniek en op allerlei verschillende manieren knap. Het gaat er niet langer om hoe knáp een kind is, maar hóe het kind knap is! Dit artikel is een aanzet om op deze manier te kijken naar de kinderen in de groep én vanuit dit uitgangspunt met de speel/leeromgeving en het totale onderwijsaanbod aan de slag te gaan.
The Best of Both Worlds: Success factors of Turkish-Dutch innovative entrepreneurs In recent years, a number of countries, among them the Netherlands, attach great importance to stimulating the economic development in the country, by promoting entrepreneurship in general and within the ethnic and cultural entrepreneurial groups in particular. Innovation is generally the result of an interactive process involving synergy between the diverse backgrounds and characteristics. Based on a qualitative research, this article provides an overview of insights in the critical success factors of Turkish-Dutch innovative entrepreneurs in the Netherlands. The success factors of ethnic entrepreneurs are approached in this study from three different dimensions: individual factors, social factors, and environmental factors. The individual factors are presented as personality traits and personal motivations. The social factors are discussed from the perspective of social networks, socio-cultural and socio-economic characteristics. As for environmental factors, they are divided into regional characteristics as well as the availability of resources and the presence of opportunities. Turkish-Dutch entrepreneurs, also called “ethnic entrepreneurs”, appear proficient in linking different innovation opportunities to their own strengths. They are operating better in both worlds, and are successfully navigating between the two cultures. This article also formulates several suggestions for the Dutch government, business world and educational institutions to stimulate innovation. SAMENVATTING Het beste van beide werelden: Succesfactoren van Turks-Nederlandse innovatieve ondernemers De laatste jaren hechten vele landen, onder andere Nederland, er groot belang aan om de economische ontwikkelingen op een hoger niveau te tillen door ondernemerschap in het algemeen, en binnen de etnische en culturele groepen in het bijzonder, te stimuleren. Innovatie is een gevolg van een interactief proces waarbij synergie ontstaat tussen de diverse achtergronden en kenmerken. Gebaseerd op een kwalitatief onderzoek worden in dit artikel, aan de hand van drie verschillende dimensies, te weten individuele, sociale en omgevingsfactoren, de succesfactoren van Turks-Nederlandse innovatieve ondernemers inzichtelijk gemaakt. De Turks-Nederlandse ondernemers, ook wel “etnische ondernemers” genoemd, blijken bedreven te zijn in het koppelen van innovatiekansen aan hun eigen sterke punten. Ze komen beter tot hun recht in beide werelden, en navigeren op succesvolle wijze tussen de twee culturen door. Dit artikel formuleert een aantal aanbevelingen voor de Nederlandse overheid, het bedrijfsleven en de klanten.
Dit is alweer de vijfde editie van het congres Met het oog op behandeling. De afgelopen jaren hebben we gezien dat de maatschappelijke belangstelling voor mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) sterk toeneemt. Dit jaar is er zelfs een Interdepartementaal Beleidsonderzoek gedaan door diverse ministeries over de positie van mensen met een LVB in de Nederlandse samenleving. In het onderzoeksrapport wordt gepleit voor het verbeteren van de communicatie tussen algemene voorzieningen en deze burgers. Voor alle professionals in het brede sociaal domein wordt aanbevolen dat zij meer kennis en vaardigheden moeten hebben voor hun hulp- en dienstverlening aan mensen met een LVB. Dat geldt voor alle professionals in het sociaal domein en in het bijzonder voor professionals die werken voor cliënten met een LVB waarbij sprake is van ernstige gedragsproblematiek en psychische problemen. In dat geval moet je kunnen omgaan met ‘onbegrepen gedrag’ en agressie en wil je beschikken over de beste, actuele kennis op dat gebied.
Hoger onderwijsinstellingen investeren vaak fors in studentenmobiliteit en andere internationaliseringsactiviteiten die de ontwikkeling van interculturele competenties bij studenten moeten bevorderen. De verwachte meerwaarde van zulke projecten wordt vooral uitgedrukt in termen van carrièreperspectief, waarin interculturele competenties een centrale component vormen. Wat in veel internationaliseringsprojecten echter niet gebeurt, is nagaan in welke mate deze projecten ook echt het gewenste effect opleveren op de houding en het gedrag van de studenten. Vooral internationaliseringservaringen in verre bestemmingen vergen een substantiële investering van student en instelling, terwijl niet helemaal duidelijk is of studenten hierdoor ook daadwerkelijk intercultureel competenter worden. Mede om het leerrendement van internationalisering beter in kaart te brengen, is binnen Zuyd Hogeschool de Global Mind Monitor ontwikkeld, een kwantitatief meetinstrument dat zowel de effecten van internationalisering in eigen land als over de grenzen kan meten. In dit artikel gebruiken we recente data (2015-2016) van een eerste longitudinale pilot study bij 320 studenten met dit meetinstrument. Op basis van t-toetsen en meervoudige regressieanalyses onderzoeken we met name het belang van culturele afstand tot het gastland voor de ontwikkeling van interculturele competenties bij studenten. De analytische modellen bevestigen onze verwachting: hoe groter de culturele afstand tussen het thuisland en het gastland, hoe sterker het leereffect. Deze resultaten kunnen nuttige inzichten opleveren voor de verdere ontwikkeling van in internationalisering, zowel over de grens als ‘at home’.
Bijdrage van Ben Boksebeld aan het boekje "10 ervaringsverhalen met aandacht voor hulp bij schulden" Dit boekje verhaalt over mensen met schulden en betrokken partijen, zoals hun hulpverleners, opgetekend in de afgelopen 2 jaar. in zijn. Het boekje is een uitgave van ISOFA en Schuldhulpmaatje Nederland. Ben Boksebeld is docent bij Saxion Hogeschool in Enschede en hij doet onderzoek naar samenwerking tussen professionals en vrijwilligers. Ben werkte jarenlang als maatschappelijk werker in Hengelo, waar hij in aanraking kwam en geinteresseerd raakte in schuldhulpverlening. ik ontdekte dat er bij maatschappelijk werk vaak een meervoudige problematiek is, waarvan fmanciele problemen zeker niet de minst belangrijke zijn. Gebrek aan middelen heeft een brede impact, ook op de rest van het leven, en dus ook op de andere pro¬ blemen. Wat Boksebeld ook merkte is dat mensen niet zo open zijn over bun fmanciele problemen: mensen praten gemakkelijker over bun seksleven dan over geld. En dan is er ook nog het stigma, niet alleen bij leken , maar ook bij professionals: Sommige sociaal werkers kijken toch een beetje neer op de schuldhulpverlening. Wat begon als interesse groeide uit tot expertise. Boksebeld schreef zijn scriptie over financiele problemen en hun gevolgen, wat resulteerde in een boekje dat gebruikt werd voor bet onderwijs. In: ISOFA, 10 ervaringsverhalen met aandacht voor hulp bij schulden, pp 40-43
MULTIFILE
Volgens het opleidingsdocument in het hoger onderwijs is het sociaal werk een 'talig'beroep. Maar dat is eenzijdig en onhoudbaar. Kunst en creativiteit kunnen professionals 'meertalig' maken, betogen drie lectoren van verschillende hogescholen. En dat is hard nodig.
MULTIFILE
Volgens het opleidingsdocument in het hoger onderwijs is het sociaal werk een 'talig' beroep. Maar dat is eenzijdig en onhoudbaar. Kunst en creativiteit kunnen professionals 'meertalig' maken, betogen drie lectoren van verschillendehogescholen. En dat is hard nodig.