Dienst van SURF
© 2025 SURF
De doelstelling van dit onderzoek is duidelijkheid krijgen over hoe een duurzame financial denkt en handelt. De centrale vraag die wij hierbij stellen is: “Hoe denkt en handelt een duurzame financial?”. Op basis van deze hoofdvraag zijn wij gekomen tot drie deelvragen.De eerste deelvraag luidt: “Wat is MVO?” Deze vraag stellen wij om het theoretische kader van het onderzoek te definiëren. In de ISO 26000 zijn de richtlijnen voor MVO vastgelegd. De definitie van de ISO 26000 van MVO is: “maximaliseer je bijdrage aan natuur en milieu, mens en economie.” “Je houdt rekening met de behoeften van nu en van toekomstige generaties.” De ISO 26000 kent zeven kernthema’s die van belang zijn voor elke type organisatie. Deze kernthema’s zijn: behoorlijk bestuur, mensenrechten, arbeidsomstandigheden, milieu, eerlijk zaken doen, klant/consument-aangelegenheden en maatschappelijke betrokkenheid.
Een volledig vernieuwde en geactualiseerde Bedrijfsethiek en MVO voor HBO. De methode is ontwikkeld om de ontwikkeling van morele competenties in het hoger beroepsonderwijs te ondersteunen. Dir boek is vooral gericht op de volgende onderwijstypes: hoger economisch onderwijs; hoger technisch onderwijs; hbo personeel en arbeid/HRM; hoger hotel onderwijs; hoger toerisme onderwijs; hoger educatief onderwijs, mens- en maatschappijwetenschappen. De methode begint met een inleidend hoofdstuk over ethiek. Vervolgens is er een algemene inleiding op bedrijfsethiek en MVO. Het vervolg omvat tien hoofdstukken met specifieke onderwerpen uit de bedrijfsethiek: bedrijfscultuur en bedrijfscodes; marktonderzoek en MVO; strategische marketing en MVO; tactische marketing en MVO; marketingcommunicatie en MVO; reclame en MVO; bedrijfsleven en mensenrechten; HRM en MVO; horeca en MVO; toerisme en MVO. Vervolgens is er een hoofdstuk over beroepsethiek. Het laatste hoofdstuk biedt een specifieke tool: een stappenplan ethiek. Elk hoofdstuk sluit af met een verwerkingsparagraaf met cases en debatstellingen. Op de website staat een instructie voor debatteren (hoofdstuk 15). Over de gehele methode verspreid zijn diverse cases opgenomen uit het bedrijfsleven. Speciaal met het oog op zelfstandig studeren is een uitgebreide index toegevoegd. Ook kan een notenapparaat worden geraadpleegd. De papieren uitgave wordt ondersteund door de website www.damon.nl/hbo (Bedrijfsethiek en MVO voor HBO). Daar vindt men aanvullende stoffen, oefentoetsen en nieuws.
In dit artikel wordt antwoord gegeven op de vraag: wat mogen we verlangen van organisaties in het betaald voetbal als het gaat over MVO? Elke BVO hoort minimaal transactie-ethiek te hanteren. Er wordt ook verwacht dat ze in sommige situaties voor zichzelf morele plichten erkent in relatie tot rechten van stakeholders. Participatie-ethiek wordt niet gezien als een morele plicht voor een BVO, maar wel als prijzenwaardig. Veranderingsethiek mag in zijn algemeenheid niet verwacht worden van BVO’s, omdat dat teveel spanning genereert met de eigen hoofddoelstellingen. Het lijkt erop dat BVO´s in Nederland de ambitie hebben om participatie-ethiek aan te tikken. Tegelijkertijd zijn er praktijken waarbij meer basale niveaus van ethiek (transactie-ethiek en erkenningsethiek) niet of slechts voor een deel gerealiseerd worden. Zie bijvoorbeeld financieel wanbeleid en misleiding bij FC Twente in de afgelopen jaren. Maar denk ook aan structuren waarbij eigendom, bestuur en beheer van BVO’s steeds meer in één of enkele handen is. Dat raakt de democratische representatie van fans en andere stakeholders (zoals werknemers) in beleid en bestuur van de club. Dat basale niveaus van MVO soms niet gerealiseerd worden, raakt de geloofwaardigheid van maatschappelijke projecten van BVO’s.
MULTIFILE
Vrijwel elk evenement heeft een backstage area waar tijdelijke stroomvoorziening op diesel worden geplaatst. Bij deze test wordt de waterstof Volta op een dergelijke backstage area geplaatst in plaats van of naast een andere tijdelijke stroomvoorziening. Tijdens de test willen de HAN en Volta in aanvulling op het RAAK-mkb project H2-Modus data verzamelen over de werking van het waterstofsysteem en de processen rondom veiligheid en vergunningen. In tegenstelling tot een eenvoudig te plaatsen dieselgenerator dient bij het plaatsen van een waterstof systeem rekening gehouden te worden met een veiligheidszone rondom het systeem. Waterstof is namelijk een zeer licht ontvlambaar en explosief gas. Een van de testdoelen is dan ook bewustwording creëren van deze extra voorzorgmaatregelen. Dit bewustwordingstraject begint al bij de aanvraag van een waterstofsysteem en loopt tot na de afbouw van het evenement. We sluiten hierbij zo veel mogelijk apparaten aan die in andere gevallen door dieselgeneratoren van stroom worden voorzien. Het is een grote uitdaging voor bedrijven om de businesscase van toepassingen op waterstof positief te maken. Het H2-Modus project ontwikkeld daarom modellen en tools die de zogenaamde Total Cost of Ownership minimaliseert en drempels in de ontwikkeling en toepassing in de praktijk minimaliseert en verwerkt dit in een waterstof handbook speciaal voor deze bedrijven. Met de data uit deze test deze modellen en tools extra gevalideerd en verbeterd worden.
Gezien de klimaatproblematiek wordt Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) steeds belangrijker. Bedrijven zijn op zoek naar praktische invulling van dit begrip. Hergebruik van grondstoffen is daarin een belangrijk uitgangspunt. In de meeste kantoorgebouwen wordt het bioafval niet gescheiden van het restafval, in tegenstelling tot in huishoudens. Redenen hiervoor zijn ongemakken zoals geur, schoonmaken en frequent legen van de bakken. Daarnaast verwachten veel mensen dat de hoeveelheid bioafval uit kantoorgebouwen klein is, maar uit verkennend onderzoek is gebleken dat in kantoorgebouwen bijna net zo veel bioafval per persoon wordt geproduceerd als in huishoudens. Echter, de kantoor/bedrijfsomgeving verschilt met de thuisomgeving, omdat er in kantoren een andere betrokkenheid en gedeelde verantwoordelijkheid is voor de afvalscheiding. Om gescheiden inzamelen van bioafval succesvol te laten zijn is duurzame betrokkenheid van de gebruikers nodig. Het doel van dit project is dan ook om samen met drie verschillende type bedrijven op het businesspark een bioafval scheidingssysteem op te zetten die werkt voor hen. Om het gescheiden inzamelen van afval op een duurzame manier te organiseren is de volgende onderzoeksvraag geformuleerd: “Op welke manier kan, voor de verschillende type bedrijven, bioafval het best worden gescheiden?” Door naar de eisen en wensen per type bedrijf te luisteren, wordt per bedrijf de juiste strategie gekozen om medewerkers te blijven motiveren om bioafval te scheiden en een efficiënt en hygiënisch systeem inclusief transport naar de composteerder ontwikkelt. Succesfactoren worden vertaald in ontwerprichtlijnen per bedrijfstype die relevant zijn voor andere bedrijven die bioafval willen gaan scheiden.
In Nederland heeft slechts 1% van de blinden een blindengeleidehond, terwijl een geleidehond het ideale hulpmiddel voor de doelgroep is. Een hond neemt de zichtfunctie over en neemt autonome navigatiebeslissingen wat een aanzienlijke fysieke energiebesparing oplevert voor de gebruiker. Helaas is een blindengeleidehond niet geschikt voor iedereen met een visuele beperking. Blindsight Mobility ontwikkelt een elektronisch sensor-gestuurd alternatief van een blindengeleidehond dat voor een bredere doelgroep toegankelijk is. Met moderne technieken brengt het zijn omgeving in kaart en begeleidt zijn gebruiker aan de hand, net als een geleidehond. Daarbovenop worden functionaliteiten toegevoegd die alleen mogelijk zijn met een elektronisch hulpmiddel.