Dienst van SURF
© 2025 SURF
Deze column gaat in op de betekenis van loslaten.
In dit artikel wordt de spanningsvolle verhouding onderzocht tussen doelgerichte actie en ontvankelijk ervaren bij het omgaan met vragen op de levensweg. Aanpakken en loslaten lijken onverenigbare bestaansmodi, die teruggaan op fundamenteel tegengestelde stromingen in de wetenschap in het algemeen en in de psychologie in het bijzonder. In de benaderingswijze van het ontwikkelingsgericht coachen wordt een aangrijpingspunt gevonden om het begrip ´zelfsturing´ zodanig te herdefiniëren, dat het aanpakken en het loslaten beide voluit gehonoreerd worden en elkaar veronderstellen in de spanningsvolle twee-eenheid van het werken aan het project en het ontwikkelen van de identiteit. Dit wordt geïllustreerd met Tolstoj´s verhaal Vader Sergej, die zijn levensdoel pas blijkt te bereiken als hij het onvermijdelijk moet loslaten.
Een duurzame bedrijfsovername van een agrarisch familiebedrijf vraagt veel van de overdragers en overnemers. In het regeerakkoord “Vertrouwen in de toekomst” is afgesproken dat jonge boeren worden ondersteund bij de bedrijfsovername. Dit onderzoek zal bijdragen aan het tot stand komen van een “Kenniscentrum Bedrijfsovername”. Hier kunnen bedrijfsoverdragers en overnemers hun zoektraject starten naar voor hun relevante informatie en scholingstrajecten. De probleemstelling luidt dan ook: Hoe kan de bestaande infrastructuur voor ondersteuning van duurzame bedrijfsovername worden verbeterd? Het onderzoek dat loopt van 1 mei 2020 tot 30 april 2022 zal starten met een Inventarisatie en beoordeling bestaande opleidingstrajecten gericht op versterken van agrarisch ondernemerschap. In de tweede fase zullen de aangeboden trajecten worden gekwalificeerd en zal worden gekeken welke relevante aanvulling noodzakelijk is. Daarna zal worden onderzocht hoe een manco ingevuld kan worden en zo mogelijk wordt er ervaring opgedaan met nieuwe leerarrangementen. Dit onderzoek zal worden gedaan bij agrarische ondernemers (toekomstige ondernemers, zij die in verschillende fases van de bedrijfsovername zitten en bij ondernemers die dit achter de rug hebben) en bij de onderwijs- en de adviespraktijk. Er wordt naar gestreefd om het eindresultaat te verbeelden in fictieve landkaarten, waarop de ondernemer zijn of haar expeditie bedrijfsovername kan starten of onderzoeken waar men is. Het idee is om deze landkaarten uit meerder lagen te laten bestaan waarop elke laag een specifiek antwoord of ontwikkelrichting aangeeft. Door de vorm, het Living Lab, zal het bijdragen aan het versterken van het netwerk (onderwijs, ondernemers en adviespraktijk). De expeditiekaart zal een bruikbaar hulpmiddel worden om de “learning awareness” van jonge ondernemers op een aantrekkelijke en inzichtelijke manier te bewerkstelligen en is direct toepasbaar in het onderwijs. De eindproducten dragen bij aan een goede inhoudelijke start van een nog te vormen Kenniscentrum Bedrijfsovername.
In het kader van de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015) experimenteren welzijn- en zorgprofessionals op grote schaal met nieuwe methodieken om hulpvragen van burgers goed op te pakken en op te lossen (dagbesteding, vervoer, huishoudelijke zorg, etc.). Die ondersteuning moet goedkoper worden met behoud van levenskwaliteit van burgers. Gemeenten kunnen met professionals en burgers zelf een passende aanpak kiezen. Social workers, wijkverpleegkundigen en ergotherapeuten in de gemeenten Maastricht en Peel & Maas ervaren een grote variatie in aanpakken en merken dat er veel onduidelijkheid bestaat over welke aanpak het meest geschikt is. Ze willen niet alleen de onderlinge samenwerking verbeteren, maar ook de samenwerking met burgers. Deze professionals zijn concreet op zoek naar praktische hulpmiddelen om (1) de ondersteuningsvraag van burgers goed in kaart te brengen, (2) samen met burgers geschikte oplossingen te vinden en uit te voeren, en (3) de uitkomsten van dit traject goed en eenvoudig te monitoren. Hiervoor hebben de professionals en betrokken gemeenten ondersteuning gevraagd aan de Wmo-werkplaats van Zuyd Hogeschool, het Huis voor de Zorg en het Expertisecentrum voor Innovatieve Zorg en Technologie, waarvan Zuyd de penvoerder is. Ze worden daarbij ondersteund door Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, Universiteit Maastricht, Movisie en diverse Limburgse welzijn- en zorgorganisaties. In leergemeenschappen in iedere gemeente gaan professionals, burgers, docent-onderzoekers en studenten samen aan de slag om de lokaal reeds ingezette hulpmiddelen en methodieken verder aan te scherpen en te verbeteren. Dit gebeurt middels actie-onderzoek waarin stapsgewijs verbeteringen in de aanpak worden uitgeprobeerd, geëvalueerd en doorgevoerd. Op systematische wijze worden kennis en ervaringen tussen de twee leergemeenschappen uitgewisseld zodat er optimaal van elkaar geleerd kan worden. Dit leidt uiteindelijk tot een concreet en gedragen ondersteuningspakket voor professionals en burgers dat zowel voor de beroepspraktijk als een breed scala aan opleidingen ter beschikking komt.
Sociaal ondernemingen onderscheiden zich van traditionele ondernemingen doordat ze missie-gedreven zijn, waarbij winst geen doel op zichzelf is, maar een middel om maatschappelijke meerwaarde te creëren. Het combineren van de maatschappelijke doelstelling en financieel economische duurzaamheid is één van de grootste uitdagingen voor veel sociaal ondernemers. Dit projectvoorstel richt zich op sociale ondernemingen die als primaire doelstelling verhoogde arbeidsparticipatie ofwel werk voor kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt nastreven. Het aantal sociaal ondernemingen groeit. Echter, veel sociaal ondernemingen hebben moeite om vanuit de startfase een volgende fase te bereiken. Dit project richt zich op sociaal ondernemers in de start-up fase die hun onderneming toekomstbestendig willen maken. Deze ondernemers worstelen met het in balans houden van hun sociale en commerciële waardepropositie. Ze zijn gestart vanuit een primaire, sociale, doelstelling. Maar om te verduurzamen moeten ze voldoende aandacht besteden aan de secundaire, commerciële, doelstelling. Deze draagt immers zorg dat de onderneming kan blijven bestaan en sociale impact kan realiseren. De centrale onderzoeksvraag luidt: “Hoe kunnen sociale ondernemingen na de start-up fase hun onderneming organiseren opdat bij de volgende fase de balans tussen commerciële als sociale doelstelling wordt behouden?”. Dit project heeft als doel nieuwe kennis te ontwikkelen over de balans tussen de commerciële en maatschappelijke waardepropositie en over wat in de organisatie nodig is om deze balans te behouden: Hoe kunnen sociaal ondernemers in de start-up fase hun dubbele waardepropositie verduurzamen en welke product-markt-doelgroep combinaties sluiten hierop aan? Hoe kunnen werkprocessen en inzet van personeel worden georganiseerd die hieraan bijdragen? Welke leiderschapsrol past bij de fase van verduurzaming van de sociale onderneming? Kennis over de wijze waarop deze ondernemers een fundament kunnen leggen als basis voor verduurzaming, kan bijdragen aan de duurzaamheid van sociaal ondernemingen en daarmee aan duurzaam werk voor mensen met een kwetsbare arbeidsmarktpositie.