Dienst van SURF
© 2025 SURF
Verslag van een onderzoek naar toegankelijkheid voor mensen met beperkingen in de welzijnssector in Amsterdam. Het gaat hierbij om mensen met een psychiatrische, verstandelijke, zintuiglijke en fysieke beperking en hun deelname aan activiteiten in de diverse welzijnsvoorzieningen. Aanleiding voor het onderzoek was de bezuinigingen in de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). De gemeente Amsterdam heeft een convenant opgesteld met afspraken waarmee de toegankelijkheid vergroot moet worden. Het onderzoek ‘Welzijn designed for all’ brengt de ontwikkelingen in zowel de fysieke als sociale de toegankelijkheid van welzijnsinstellingen in kaart. De drie centrale vragen in dit onderzoek aan de orde komen, zijn: 1)Dragen de afspraken in het convenant, resp. de Training Toegankelijkheid, uit het oogpunt van medewerkers en bezoekers bij aan het vergroten van de toegankelijkheid? 2) Kan door een grotere sociale toegankelijkheid van brede welzijnsorganisaties in Amsterdam een deel van de gevolgen van de pakketmaatregel AWBZ worden gecompenseerd? 3) Over welke competenties dienen (a.s.) professionals in het sociaal agogisch domein te beschikken om het reguliere aanbod ook bereikbaar en toegankelijk te maken/houden voor mensen met een beperking?
Een groot aantal hockeyclubs in Nederland biedt aangepaste hockeyfaciliteiten aan voor kinderen, jongeren en volwassenen met een verstandelijke beperking (G-hockey) of een lichamelijke beperking ( LG-hockey). Het doel van het aangepast hockey is mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking plezier en voldoening te laten beleven aan hockey- en spelactiviteiten. Het feit dat zij lid zijn van een "normale" sportvereniging met alle daarbij behorende activiteiten bevordert tevens de integratie en kan andere jeugdleden leren op een vanzelfsprekende manier met hun gehandicapte leeftijdgenoten om te gaan. In dit artikel willen we vertellen wat het is, hoe het begonnen is, welke hobbels er genomen moesten worden, hoe de gehandicapte sporters het hockeyen beleven, hoe de training en begeleiding geregeld is en hoe het G- en LG-hockey er nu landelijk en op clubniveau voor staat als voorbeeld van inclusie.
Welzijnswerk is uiterst gevoelig voor trends, veranderingen en discussies. De vraag hoe je het sociaal leven van mensen tot op zekere hoogte kunt reguleren en versterken levert geen eenduidige antwoorden op. Voor gemeentes en gemeenschappen is één ding wel duidelijk, er zijn momenten dat je in actie moet komen, dat je iets moet doen. Soms vanwege het gevoel van solidariteit, bewogenheid, rechtvaardigheid soms omdat je mensen moet beschermen, omdat mensen bedreigd worden, omdat het minder prettig wordt om er te wonen. In het spel tussen burgers en overheden heeft het welzijnswerk een vaste plek gekregen. 'Vast' niet in de zin van een duidelijke positie of een sterk profiel maar wel als niet meer weg te denken, je komt het steeds weer tegen. Het werk is permanent in uitvoering ondanks alle trends, veranderingen en twijfels. Dat is een troostrijke gedachte voor werkers in de sector maar geen excuus om niet te zoeken naar een steviger profiel en grotere herkenbaarheid. Dat is ook het debat van vandaag. Ik zal in dit debat stelling nemen. Ik doe dit door eerst kort drie belangrijke ontwikkelingen die het welzijnswerk raken toe te lichten om daarna een profielschets te geven van een moderne maatschappelijke dienstverlening, waarvan het welzijnswerk deel uitmaakt.
Door de vergrijzing ontstaat er een groeiende kloof tussen de behoefte aan zorgondersteuning en beschikbare menskracht om die ondersteuning te leveren. Robots kunnen hierbij mogelijk een rol spelen. Maar dan moeten deze robots wel veilig moeten zijn in hun interactie met mensen. Doel van dit project is het ontwikkelen van een Robot Safety-Module die kan garanderen dat een robot zich op een veilige manier gedraagt, of anders op een veilige manier tot stilstand komt. We richten ons daarbij op zorgrobots als Rose en Pepper, waarbij Rose model staat voor robots die een fysieke interactie met de omgeving kunnen aangaan, terwijl Pepper model staat voor de categorie sociale robots. Een robot die wordt gebruikt in een zorginstelling moet werken zonder enig risico voor lichamelijk of geestelijk gehandicapten die in die zorginstelling wonen. Rose is een semi-autonome servicerobot die zich autonoom kan verplaatsen (ronde lopen) en simpele interactie met de omgeving kan aangaan (bijvoorbeeld iets van de grond oprapen). Voor complexere handelingen kan Rose ook worden bestuurd door een operator op afstand, die Rose nauwkeurig naar een bepaalde locatie kan sturen, objecten herkennen, grijpen en plaatsen. Pepper is een sociale robot, die met armgebaren en body motion emotie ondersteunt, maar zich ook kan verplaatsen. De Robot Safety-Module moet garanderen dat de robot wordt gestopt en in een veilige toestand wordt gebracht, wanneer de signalen van de sensoren vooraf gedefinieerde grenzen overschrijden. Om het benodigde betrouwbaarheidsniveau te verkrijgen, zullen we een veiligheidsanalyse uitvoeren volgens de Failure Modes and Effects Analysis (FMEA). Vervolgens worden drie opties onderzocht: 1) een Robot Safety-Module (RSM) die zijn eigen set sensoren heeft, 2) een RSM die zowel zijn eigen set sensoren gebruikt als die van de zorgrobot en 3) een RSM die zich uitsluitend baseert op de reeds aanwezige sensoren en actuatoren van de zorgrobot.