Dienst van SURF
© 2025 SURF
In deze publicatie geven we een beschrijving van de strategie die Koplopers gehanteerd heeft en we delen onze ‘lessons learned’. Met behulp van een ervaringsdeskundig Jongerenteam is drie jaar lang participatief actieonderzoek gedaan naar psychische kwetsbaarheid. Onder begeleiding van coaches en onderzoekers hebben jongeren op gelijkwaardige wijze met andere jongeren, studenten en professionals gesproken over psychische kwetsbaarheid en hebben samen met hen belemmerende en bevorderende factoren onderzocht. Het resultaat leest u in het drieluik van publicaties - Koplopers: lessons learned, Koplopers: factoren in participatie en het digitale magazine Koplopers: kwetsbaarheid is de kracht.
LINK
In de ‘Barometer Gemeentelijk Maatschappelijk Vastgoed’ wordt aan alle gemeenten gevraagd welke gemeente voor hen een goed voorbeeld is en om welke reden ze die gemeente zien als koploper. Hieruit komt naar voren dat zij de koplopers vooral inspirerend vinden om hun wijze van organiseren. Daarom zijn deze gemeenten gevraagd om aan de hand van de drie hoofdelementen van corporate real estate management1 (CREM) inzicht te geven in hun vastgoedmanagement: richting (strategie, plannen), verrichtingen (uitvoering en resultaten) en inrichting (organisatorische vormgeving). In aanvulling hierop is gevraagd wat voor hen nog uitdagingen zijn in de komende vijf jaar. In dit artikel geven we een overzicht van wat deze voorbeeldgemeenten hebben geschreven over hoe zij met hun vastgoed om gaan.
Participatie van jongeren met psychische kwetsbaarheid versterken in onderwijs, werk, zorg en welzijn. Dat was het doel van Koplopers, een gezamenlijk project van Hogeschool Rotterdam, Hogeschool Inholland en de gemeente Rotterdam. In het rapport Koplopers: Lessons Learned beschrijft Judith van Vliet (lectoraat Dynamiek van de Stad, Hogeschool Inholland) de gevolgde strategie: jongeren zoveel mogelijk zelf 'in the lead'. Daaruit kunnen vijf lessen worden getrokken. Die lessen geven we graag mee aan ieder die zelf gelijkwaardig wil samenwerken met (psychisch kwetsbare) jongeren of die daarin interesse heeft.
Agroforestry is het inpassen van langjarige gewassen zoals bomen en houtachtige gewassen in de akkerbouw of veeteelt. Bomen en houtachtige gewassen dragen bij aan het verhogen van biodiversiteit, vastleggen van CO2 en het verbreden van het verdienmodel van de agrariër. Voor implementatie is kennis nodig over het ontwerp, verdienvermogen, bodemtype en grondwaterstand, type en rassen van bomen, inpassing van dieren, belangrijke stakeholders, plantmateriaal, enz. Deze kennis is erg versnipperd en wordt door de koplopers zelf samengesteld of onderzocht. Ook de beslissingen die moeten worden genomen over de inpassing van agroforestrysystemen in hun context worden door henzelf en/of adviseurs gemaakt, eventueel met hulp van diverse stakeholders. Uit de praktijk blijkt dat meer agrariërs geïnteresseerd zijn in het starten met agroforestry, maar dat de handelingsperspectieven ontbreken om dit te doen. Om agrariërs die belangstelling hebben voor agroforestry verder te helpen, is een volgende stap nodig. Zij moeten op een passende wijze handelingsperspectieven aangeboden krijgen die in hun bedrijfssituatie toegepast kunnen worden. Het doel van dit project is om concrete handelingsperspectieven aan agrariërs, die agroforestry willen implementeren, te geven die rekening houden met het type ondernemer, hun omstandigheden en het gewenste systeem. Voor het behalen van dit doel zijn vier werkpakketten opgezet die zich richten op: 1. aanleg en beheer, 2. verdienvermogen, 3. noodzakelijke stakeholders en netwerk en 4. impact waarin de ontwikkelde informatie wordt gedissemineerd. Het uiteindelijke resultaat is een toegankelijk, op de Nederlandse situatie gebaseerde wiki, waarmee agrariërs en adviseurs een volgende stap kunnen maken in het ontwikkelen en implementeren van agroforestry in conventionele landbouwsystemen.
Klimaatverandering maakt dat steden zich moeten aanpassen. Dit vraagt om grootschalige aanpassingen op publieke en private grond. Amsterdam en Rotterdam hebben als koplopers in stedelijke klimaatadaptatie de afgelopen jaren geëxperimenteerd met twee platforms (Amsterdam Rainproof en Water Sensitive Rotterdam) om met bewoners, woningcorporaties en bedrijven de stad klimaatadaptief te maken. Het succes van beide platforms, in combinatie met de groeiende urgentie voor klimaatadaptatie, zorgt anno 2019 voor een roep om een ‘nieuw normaal’: hoe kan deze vernieuwende, uitnodigende werkwijze mainstream worden? Juist de kenmerken die de platforms zo succesvol hebben gemaakt, kunnen nu een barrière voor mainstreaming vormen. Waar in eerste instantie een kleine kopgroep veel kan bereiken met flexibiliteit, ad-hoc besluiten en gelijkwaardig partnerschap, vraagt het opgaan in reguliere beleidsprocessen om meer vastigheden die gebruikelijk zijn bij de overheid-gedreven aanpak van stedelijk waterbeheer. Mainstreaming van de vernieuwende, uitnodigende werkwijze lijkt daardoor moeilijk te bereiken. Dit onderzoek evalueert de succesfactoren en barrières van een uitnodigende werkwijze op basis van lessen van Amsterdam Rainproof en Water Sensitive Rotterdam. Tevens wordt onderzocht via welke routes deze aanpak mainstream kan worden in beide steden. Met een interactieve routekaart, opgesteld in workshops met deelnemers uit Amsterdam en Rotterdam wordt theoretische kennis over de barrières voor mainstreaming vertaald naar proactieve keuzes en routes. Waterbeheerders kunnen zo beter anticiperen op mainstreaming-barrières, en daarmee hun uitnodigende werkwijze beter bestuurlijk inbedden. Hiermee dragen we bij aan steden die beter voorbereid zijn op klimaatverandering, en aan kennis over het ontwikkelen van een uitnodigende werkwijze binnen de watersector.
Met het BAAM- (Big Area Additive Manufacturing) of 3DXL-printproces kunnen groot formaat producten geprint worden met granulaat van vezelversterkte thermoplasten. Voor succesvolle toepassing van het 3DXL-printproces door de industrie zijn betrouwbare prestaties nodig met een hoge mate van stabiliteit en voorspelbaarheid. In dit project wordt getracht de betrouwbaarheid en voorspelbaarheid van de 3DXL printtechniek te verbeteren door het ontwikkelen en valideren van een methode om statische mechanische performance van geproduceerde producten te simuleren met een gebruiksvriendelijke FEM-solver. In het werkveld is weinig tot beperkte kennis aanwezig om de lineaire- en niet-lineaire statische mechanische performance van 3DXL geprinte producten te kunnen simuleren en mist de externe referentie uit het werkveld om de gebruikte methodes en resultaten te valideren. Het simuleren van statische belastingen met een FEM solver helpt om voorspellingen te kunnen doen over de geschiktheid van een component of constructie voor een specifieke belastingsituatie, onder invloed van tijd en Temperatuur. Hierdoor kunnen optimale dimensies gevonden worden, zonder dat het component of constructie daadwerkelijk is geproduceerd. Voor het simuleren van statische belastingen met een FEM solver is het noodzakelijk om bepaalde materiaaleigenschappen te kwalificeren en in te voeren in een transverse isotroop materiaalmodel. Het gebruikte productmodel en de solver zullen geoptimaliseerd moeten worden voor de 3DXL toepassing. De resultaten uit de simulaties moeten vergeleken worden met resultaten uit testen. De partners binnen dit project behoren tot de koplopers in de Noordelijke regio op het gebied van 3DXL productie. Het Centre of Expertise Smart Sustainable Manufacturing van de NHL Stenden University voert sinds 2020 onderzoek uit naar de 3DXL-printtechniek met drie zelf-ontwikkelde onderzoekssystemen in Emmen en Leeuwarden. NedCam Solutions B.V. is een internationale speler op het gebied van complexe mallenbouw en composiet constructies. Paques Europe B.V. maakt met de 3DXL printtechniek unieke onderdelen voor de turbines van afvalcentrales.