In Nederland beslaan in 2014 de kleine bedrijven (5 of minder werkzame personen) 45% van het totaal aantal bedrijven. Tegelijkertijd werken in 2013 ruim 784.000 personen als zelfstandige zonder personeel (CBS, 2014). Daarbij verwacht het ING (2013) dat het aantal ZZPers (Zelfstandigen Zonder Personeel) in 2020 zal zijn gegroeid tot ongeveer een miljoen personen. Het aantal ZZPers en het aantal kleine bedrijven zal dus nog sterk toenemen, vooral als gevolg van veranderingen op de arbeidsmarkt en het sterke stimuleren van het ondernemerschap. Een baan voor het leven bestaat amper nog, omdat zowel werkgever als werknemer meer flexibiliteit willen. Inmiddels werkt een derde (34%) van de werkenden op de een of andere manier op flexibele basis (R.J.A. Muffels, A.C.M.J. Wilthagen & R. Dekker, 2011). Bedrijven nemen nog amper mensen in vaste dienst aan, terwijl de mensen eerder kiezen voor het ondernemerschap vanwege de grote vrijheid en de grote uitdaging. Dit is een grote structurele verandering die grote gevolgen heeft voor de vastgoedmarkt. Om vraag en aanbod meer op elkaar af te stemmen, is het dus van belang meer inzicht te krijgen in de segmentatie van de kleinschalige bedrijfshuisvestigingsmarkt.
In Nederland beslaan in 2014 de kleine bedrijven (5 of minder werkzame personen) 45% van het totaal aantal bedrijven. Tegelijkertijd werken in 2013 ruim 784.000 personen als zelfstandige zonder personeel (CBS, 2014). Daarbij verwacht het ING (2013) dat het aantal ZZPers (Zelfstandigen Zonder Personeel) in 2020 zal zijn gegroeid tot ongeveer een miljoen personen. Het aantal ZZPers en het aantal kleine bedrijven zal dus nog sterk toenemen, vooral als gevolg van veranderingen op de arbeidsmarkt en het sterke stimuleren van het ondernemerschap. Een baan voor het leven bestaat amper nog, omdat zowel werkgever als werknemer meer flexibiliteit willen. Inmiddels werkt een derde (34%) van de werkenden op de een of andere manier op flexibele basis (R.J.A. Muffels, A.C.M.J. Wilthagen & R. Dekker, 2011). Bedrijven nemen nog amper mensen in vaste dienst aan, terwijl de mensen eerder kiezen voor het ondernemerschap vanwege de grote vrijheid en de grote uitdaging. Dit is een grote structurele verandering die grote gevolgen heeft voor de vastgoedmarkt. Om vraag en aanbod meer op elkaar af te stemmen, is het dus van belang meer inzicht te krijgen in de segmentatie van de kleinschalige bedrijfshuisvestigingsmarkt.
-De opbrengst van het Omgevingslab Fries Platteland bestaat uit drie delen: 1. De “SYNTHESE” van omgevingslabs. De Synthese is een beknopt overzicht van de resultaten en een overzicht van de meest opvallende punten die uit de Omgevingslabs Fries Platteland naar voren komen. 2. Het “PROCESVERSLAG” van de opbrengsten van het Omgevingslab Fries Platteland. Dit verslag is bedoeld als terugkoppeling naar de deelnemers aan de omgevingslabs. Voor de leesbaarheid is deze opgenomen in bijlage 1. 3. Het “MENGPANEEL FRIES PLATTELAND” met bijbehorende gebruiksaanwijzing. Dit hoofdstuk kent als doelgroep/lezerspubliek de opstellers van omgevingsvisies die in samenspraak met hun bestuurders tot een passend invulling van de omgevingsvisie moeten. Het Mengpaneel Fries Platteland is het instrument dat de overheidspartijen in Fryslân kunnen (gaan) gebruiken om hun omgevingsvisies te maken. Het mengpaneel geeft relevante informatie en kan aangevuld worden met andere informatiebronnen zoals om in het onderdeel ‘gebruiksaanwijzing wordt uitgelegd.
Dit KIEM-VANG project gaat een bijdrage leveren aan het verwerken en beter verwaarden van heterogene biotische afvalstromen zoals restaurantafval. Voor een dergelijke afvalstroom is verwaarden van individuele componenten problematisch en de stroom wordt daarom doorgaans door vergisting omgezet in biogas. Een vloeibare energiedrager als methanol zou hanteerbaarder en attractiever zijn, bijvoorbeeld voor opslag. Bovendien is methanol één van de belangrijkste platformchemicaliën voor de chemische industrie. Methanol wordt nu gemaakt uit aardgas in een duur en complex proces. Dit project beoogt de haalbaarheid van een alternatieve route van biogas naar methanol te onderzoeken: omzetting van biogas naar methanol in een biologische route. De biologische productie van methanol uit biogas draagt bij aan het verminderen van het gebruik van fossiele bronnen en broeikasgasemissies, creëert een nieuwe kringloop van biotisch afval naar hernieuwbare chemische synthese en is potentieel decentraal en kleinschalig toe te passen. Kleinschaligheid impliceert decentrale productie en opslag, vergemakkelijkt de logistiek, vermindert benodigde investeringen en verhoogt tevens de zichtbaarheid voor en daarmee de acceptatie door het grote publiek. Het onderzoek richt zich met literatuurstudie, virtueel prototyping en laboratoriumtesten op de technologische (biologische en/of chemische) parameters die de efficiënte productie van methanol uit biogas bepalen, met aandacht voor katalysatoren, (kunstmatige) enzymen en microbiële omzetting, resulterend in het conceptontwerp van een grote installatie. Daarnaast wordt de economische haalbaarheid en duurzaamheid van biologische methanolproductie onderzocht en vergeleken met bestaande alternatieven in een adaptief rekenmodel met het oog op duurzame inpassing in (kleinschalige) biogasketens. De samenwerkende MKB’s Enki Energie en Physixfactor zien kansen met dit idee hun marktpositie in kleinschalige duurzame energie (Enki) en het doorrekenen van innovatieve installaties (Physixfactor) uit te breiden. Samen met de kennisinstelling Hanze University of Applied Sciences Groningen is een goede aanzet te geven tot een groter vervolgproject met een groter kennisnetwerk van belang en belangstelling hebbende bedrijven en kennisinstellingen.
Grote organisaties nemen regelmatig publiekelijk een sociaal-maatschappelijk standpunt in. Consumenten verwachten dit steeds meer van organisaties en organisaties doen dit om verbinding te zoeken met hun doelgroepen en om relevant te blijven. Mkb-ondernemingen gaan hier zelden in mee, ondanks dat maatschappelijke thema’s ook aan hen niet voorbijgaan; zij vinden het moreel aan te raden om een standpunt in te nemen, maar hoe ze dat precies moeten doen is onduidelijk. Toch wordt dit van hen wel verwacht. Maatschappelijke vooruitgang is namelijk zonder het mkb ondenkbaar, omdat het mkb niet alleen gezien wordt als economische motor, maar ook als sociale motor van de samenleving; veel mkb-ondernemers dragen bij aan inclusiviteit, leefbaarheid, duurzaamheid en welzijn. Zo dragen ze bij aan de ‘Sustainable Development Goals voor inclusieve mondiale ontwikkeling’. (Communicatie)bureaus die voor mkb-organisaties werken, herkennen deze handelingsverlegenheid bij hun mkb-opdrachtgevers. Ondanks hun expertise, zijn ze toch onvoldoende geëquipeerd om de handelingsverlegenheid van hun mkb-opdrachtgevers systematisch op te heffen. Dit onderzoeksproject wil deze communicatieprofessionals ondersteunen door het ontwikkelen van de MKB Guideline Public Dilemma. Deze tool stelt hen in staat om samen met hun mkb-opdrachtgever, een authentiek sociaal-maatschappelijk standpunt te ontwikkelen en uit te dragen. Mkb’s kunnen hierbij door hun kleinschaligheid maatwerk leveren in het debat door goed te luisteren en te communiceren en zo gezamenlijk knelpunten aan te pakken. Het ontwikkelen van de Guideline gebeurt via ontwerpgericht onderzoek, waarin het onderzoekstraject en ontwerptraject geïntegreerd zijn. Beide trajecten vormen samen een leeromgeving, waaraan alle consortiumpartners vanuit hun eigen expertise deelnemen. In het onderzoekstraject dragen de partners actief bij aan het verzamelen en analyseren van data. In het ontwerptraject ontwikkelen de partners samen met de onderzoekers de Guideline. Dit leidt tot grote betrokkenheid bij de consortiumpartners, én een eindproduct waar zij, door hun voortdurende inbreng invloed op hebben uitgeoefend en zo draagvlak voor hebben ontwikkeld.