Dienst van SURF
© 2025 SURF
Kleding vormt de interface tussen het menselijk lichaam en de leefomgeving. Kleding geeft mensen de mogelijkheid om hun identiteit en culturele achtergrond uit te drukken. Daarnaast heeft kleding vaak een beschermende rol, vooral tegen extreme weersomstandigheden zoals hoge en lage temperatuur, neerslag, wind, zonnestraling, maar ook tegen vuil, gifgas, kogels (zogenaamde ballistische bescherming), stoten, extreme druk, explosies e.d. Soms is kleding juist nodig om de omgeving af te schermen tegen vuil dat de mens produceert, zoals bij de productie van computerelektronica. Onder kleding wordt in deze verhandeling al het materiaal verstaan dat het menselijk lichaam omhult. Globaal betreft het voor het hoofd een hoofddeksel, voor de handen handschoenen of wanten, voor de voeten sokken en schoenen. Voor het boven- en onderlijf is meer keuze beschikbaar zoals een hemd, bh, Tshirt, polo, overhemd, trui, jas, onderbroek, broek en rok. Er zijn ook kledingstukken die boven- en onderlijf omspannen zoals een jurk, overall en lange jas. Bovendien is er een grote variatie binnen een categorie kledingstukken; hierbij kan onderscheid gemaakt worden in vorm, materiaal en kleur. In het lectoraat is gekozen voor drie speerpunten van onderzoek voor kleding/mode. Deze speerpunten zijn tot stand gekomen op basis van aanwezige expertise in de kenniskring van het lectoraat, analyse van kennislacunes en een inschatting van potentieel relevante maatschappelijke ontwikkelingen.
Hoofdstuk 10 in Moresprudentie in de praktijk. In dit hoofdstuk maakt Ed de Jonge een onderscheid tussen de professionele identiteit van enerzijds beroepsbeoefenaren en anderzijds beroepen. Hij betoogt dat de professionele identiteit van beroepen primair is gelegen in het realiseren van humanitaire waarden. Voor de professionele identiteit van beroepsbeoefenaren betekent dit dat zij ethiekwerk dienen te verrichten, en als onderdeel daarvan identiteitswerk. Voorbeelden van zulke werkzaamheden kunnen worden ontleend aan de casus waarmee het hoofdstuk opent.
Identiteit is 'in' en complex. Kan de professionele bestuurder als spil van identiteit fungeren? Hoe operationaliseren zij het begrip identiteit? Dit sensibiliserend, kwalitatief onderzoek heeft als centrale vraag: Wat denken bestuurders van het onderwerp identiteit en hoe operationaliseren zij 'identiteit'? Bestuurders van basisscholen zijn wel in staat een aantal aspecten van identiteit te beschrijven, maar zij zijn - door onvoldoende kennis over het begrip identiteit - niet in staat om het goed te operationaliseren. Het hanteren van (kern)doelen en competenties rond identiteit zou meer aandacht moeten krijgen in de praktijk en opleiding.