Dienst van SURF
© 2025 SURF
Inleiding bij de Noorderbreedte-special over het Kansen in Krimp-project. Dit project richt zich op energietransitie in krimpgebieden.
Verslag van het symposium: Kansen in Krimp: op zoek naar duurzame strategieën in krimpgebieden, symposium 19 juni 2014.Op de Hanzehogeschool in Groningen kwamen die dag circa 50 professionals, studenten en onderzoekers bijeen om de resultaten van de lopende onderzoeken te bespreken. Deze onderzoeken zijn de afgelopen maanden uitgevoerd door studenten en junior medewerkers van verschillende opleidingen in samenwerking met onderzoekers van Kenniscentrum NoorderRuimte en professionals van de verschillende organisaties uit het KIK netwerk.Centraal thema: de zoektocht naar duurzame strategieën van woningcorporaties en andere partijen in krimpgebieden.
Op 21 februari 2014 vond de tweede expert meeting/workshop van Kansen in Krimp plaats. Deze keer stond de bijeenkomst in het teken van het ontwikkelen en uitwerken van de verschillende deelonderzoeken. Deze onderzoeken zullen door de junior medewerkers van bureau NoorderRuimte de komende tijd worden uitgevoerd als onderdeel van hun afstudeertraject. De studenten zijn afkomstig van verschillende opleidingen van de Hanzehogeschool Groningen: Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek, Bedrijfskunde, Facility Management, Communicatie, Economie en Vastgoed&Makelaardij. Naast deze afstudeerders zijn er ook nog eens 19 studenten van de opleiding Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek en 3 studenten Toegepaste Psychologie betrokken bij Kansen in Krimp vanuit het reguliere curriculum van hun opleiding. Om alle studenten zoveel mogelijk op wegte helpen hadden we voor deze bijeenkomst - naast de vaste kern KIK deelnemers - ook een aantal andere experts uitgenodigd. Bovendien stond er een heuse inspiratielezing op het programma, verzorgd door Studio Papaver. In dit document wordt een verslag gedaan van die middag.
Meer dan de helft van de boerenbedrijven moet stoppen of krimpen vanwege de stikstofaanpak. Veel boeren willen toch al stoppen, omdat ze geen opvolger kunnen vinden én omdat het verdienmodel al jaren onder druk staat. Tot 2030 komen er in de Regio Foodvalley meer dan 1,6 miljoen vierkante meter aan stallen en schuren leeg te staan. We spreken dan van Vrijkomende Agrarische Bebouwing (VAB). Regio Foodvalley bestaat uit acht gemeenten, namelijk Barneveld, Ede, Nijkerk, Rhenen, Renswoude, Scherpenzeel, Veenendaal en Wageningen. Betonfabrikanten zoeken naar alternatieve grondstofstromen voor zand en grind door stijgende grondstofprijzen en ontregelde toeleveringsketens. VAB bestaat voor 56% uit beton en 28% uit metselwerk. De stromen worden op dit moment laagwaardig hergebruikt als funderingsmateriaal onder wegen. Bij demontage van VAB (het separaat breken van beton- en metselpuin) kunnen de stromen worden hergebruikt door betonfabrikanten voor hoogwaardige betonproducten, waardoor de cirkel wordt gesloten. Dit project heeft tot doel om de keten in Foodvalley in beeld te brengen qua hoeveelheden VAB en wie per ketenschakel partijen zijn en welke partners gezamenlijk een circulaire betonketen uit VAB willen vormen. Het projectresultaat is de aanzet tot een circulaire betonketen in Foodvalley met een goede businesscase en passende governance. Het consortium bestaat uit de Christelijke Hogeschool Ede (CHE), Bosch Beton en Living Lab Regio Foodvalley Circulair en betreft een nieuw netwerk. Partijen uit de triple helix werken in Regio Foodvalley, onder de naam Living Lab Regio Foodvalley Circulair, aan een toekomstbestendige en volhoudbare economie waarin circulair de gewoonte is. Betonfabrikant Bosch Beton heeft behoefte aan een continue stroom van beton uit VAB, een winstgevend verdienmodel en zekerheid dat alle ketenpartijen meewerken aan de circulaire betonketen uit VAB, voordat zij hierin gaat investeren. In dit project worden deze randvoorwaarden onderzocht.
VraagstukPlattelandsgebieden in Noord-Nederland krimpen en vergrijzen sneller dan in de Randstad. Door het decentralisatiebeleid van de overheid worden taken en verantwoordelijkheden op bijvoorbeeld het vlak van een gezonde leefomgeving nu bij gemeenten gelegd. Kleine gemeenten hebben maar beperkte kennis en capaciteit om dit te realiseren. In GO! Noord Nederland hebben verschillende gemeenten, kennisinstellingen, GGD-en, het RIVM en een veiligheidsregio de handen ineengeslagen om gezamenlijk: 1. kansen voor een gezondere leefomgeving samen met lokale stakeholders te identificeren; 2. deze kansen te verbinden aan effectieve maatregelen voor zowel bewoners als andere lokale belanghebbenden.OnderzoekUitgangspunt voor het project is de Go! methode van het RIVM. Deze methode brengt op integrale wijze met data en interviews een dorp of buurt nauwgezet in kaart, waarna burgers en experts aan kunnen geven welke combinaties van maatregelen lokaal effectief zijn om een gezondere leefomgeving te realiseren.
Net als voor andere rurale regio’s in Nederland en de rest van Europa is een nieuw toekomstperspectief voor het Noord-Nederlandse platteland hard nodig als gevolg van complexe vraagstukken rondom aardbevingsproblematiek, landbouwtransitie en bevolkingskrimp. Een aantal professionele musici ziet voor zichzelf een rol weggelegd voor het leveren van een bijdrage aan dit nieuwe perspectief als het gaat om leefbaarheid. Stakeholdergesprekken en kleinschalige experimenten laten zien dat deze bijdrage relevant is. Participatieve kunstvormen lijken met name veelbelovend: ze versterken de sociale cohesie tussen en het welzijn van bewoners en hebben het unieke potentieel om mensen (opnieuw) in contact te brengen met elkaar en met de natuur, en systeemverandering te verbeelden. Tegelijkertijd geven musici die reeds werkzaam zijn in rurale contexten aan te worstelen met traditionele rollen en zijn zij zoekende in het ontwikkelen van passende (participatieve) werkwijzen. Systematisch vergaarde kennis over gevalideerde rurale (participatieve) muziekpraktijken is namelijk schaars. Verder zijn musici en muziekpartners in Noord-Nederland die met ruraliteit bezig (willen) zijn alsook hun ambities nog onvoldoende in beeld. Het praktijkgerichte, verkennende onderzoeksproject Sound Soils speelt in op de vraag van muziekprofessionals om rurale contexten als toekomstig werkveld te willen verkennen. Het heeft als doel het formuleren van kansen voor musici en muziekorganisaties in Noord-Nederlandse rurale gebieden, met specifieke aandacht voor participatieve muziekpraktijken, als mogelijke opmaat naar (ontwerpend) actie-onderzoek als vervolg op dit projectvoorstel. Methodologisch stoelt Sound Soils op Participatief Actie-Onderzoek en etnografisch vergaarde onderzoeksdata. Gezien de vergelijkbare problematiek in andere rurale gebieden zijn de resultaten overdraagbaar. Daarnaast, met het oog op de ontwikkeling van de nieuwe onderzoekslijn Muziek & Ruraliteit als uitbreiding van het onderzoeksportfolio van het lectoraat Music in Context, dient dit project ook als voeding voor het identificeren van onderzoeksthema’s en behoeftes van stakeholders voor verder onderzoek.