Dienst van SURF
© 2025 SURF
Introductie: De behandeling van Anorexia Nervosa is multidisciplinair. Ondanks de uitvoerige behandeling blijkt dat herstelpercentages laag zijn en terugvalpercentages hoog. Er wordt vaak gezien dat (ex)eetstoornispatiënten een paar jaar na de behandeling nog restrictief eetgedrag vertonen. ‘Intuitief Eten’ is een wetenschappelijk onderbouwde methode die kan helpen met het herstellen van de relatie met eten en leren om weer te vertrouwen op het lichaam. Deze studie is opgezet om uit te zoeken hoe Intuïtief Eten het best geïmplementeerd kan worden in de behandeling van Anorexia Nervosa in de diëtistische praktijk. Methode: Om het (eet)gedrag tijdens en na de eetstoornis en de effecten van Intuïtief Eten bij Anorexia Nervosa in kaart te brengen is literatuuronderzoek uitgevoerd. De literatuur is gezocht in de volgende databases: CataloguePlus, Google Scholar, ScienceDirect en Pubmed. Vervolgens is kwalitatief onderzoek gedaan bij 17 vrouwen, in de leeftijd van 15-35 jaar die in behandeling waren voor Anorexia Nervosa of deze behandeling korter dan 5 jaar geleden hadden afgerond. Ze zijn naar hun meningen en voorkeuren bij de behandeling van Anorexia Nervosa gevraagd, door middel van semigestructureerde diepte-interviews. Resultaten: Uit de resultaten van het literatuuronderzoek is gebleken, dat Intuïtief Eten wordt geassocieerd met positieve behandeluitkomsten bij het herstel van Anorexia Nervosa, maar dat toepassing pas mogelijk is, nadat er een periode van hervoeden door middel van een gestructureerd eetschema heeft plaatsgevonden. Uit de diepte-interviews kwam naar voren dat de volgorde van de principes van belang lijkt voor een succesvolle toepassing van Intuïtief Eten. Het lijkt erop, dat er aan het begin van de behandeling mogelijk een grotere kans is dat er misbruik gemaakt wordt van bepaalde principes van Intuïtief Eten, doordat sommige principes als excuus gebruikt kunnen worden om minder te eten of extra te sporten en daarmee het eetstoornis gedrag voortzetten. Principes gericht op het herkennen van de eetstoornis, het lichaamsbeeld en omgaan met emoties, kunnen mogelijk al in een eerder stadium van de behandeling worden toegepast. De principes gericht op het luisteren naar honger- en verzadigingssignalen, bewegen en gezonde voeding worden door respondenten gezien als valkuilen en kunnen daardoor wellicht pas later toegepast worden. Conclusie: Om de toepassing van Intuïtief Eten bij Anorexia Nervosa succesvol te laten verlopen lijkt het van belang om rekening te houden met de volgorde waarin de principes worden geïntroduceerd. Rekening houden met de fase waarin bepaalde principes toegepast kunnen worden, kan mogelijk het verschil maken voor een succesvolle behandeling en zou de kans kunnen verkleinen dat de patiënt misbruik maakt van de principes. Het stroomschema: “Implementatie van Intuïtief Eten bij het herstel van Anorexia Nervosa” kan worden ingezet als hulpmiddel bij het toepassen van Intuïtief Eten bij patiënten met Anorexia Nervosa. Introduction: Anorexia Nervosa treatment is multidisciplinary. Despite comprehensive treatment, recovery rates are found to be low and relapse rates high. It is often seen that (former) eating disorder patients still exhibit restrictive eating behaviour a few years after treatment. 'Intuitive Eating' Wetenschap | Origineel artikel26 Voeding & Visie jaargang 36, nummer 1 2023 is a science-based method that can help restore the relationship with food and learn to trust the body again. This study was designed to find out how Intuitive Eating can best be implemented in the treatment of Anorexia Nervosa in dietetic practice. Method: To identify the (eating) behavior during and after the eating disorder and the effects of Intuitive Eating in Anorexia Nervosa, a literature search was conducted. The literature was searched in the following databases: CataloguePlus, Google Scholar, ScienceDirect and Pubmed. Next, qualitative research was conducted among 17 women, aged 15-35 years who were being treated for Anorexia Nervosa or who have completed this treatment less than 5 years ago. They were asked about their opinions and preferences in the treatment of Anorexia Nervosa, through semi-structured in-depth interviews. Results: The results of the literature review revealed that Intuitive Eating is associated with positive treatment outcomes in the recovery from Anorexia Nervosa, but that application is only possible after a period of refeeding through a structured eating schedule has taken place. The in-depth interviews revealed that the order of the principles appears to be important for the successful application of Intuitive Eating. There seems to be a greater chance of misusing certain principles of Intuitive Eating at the beginning of treatment, as some principles might be used as an excuse to eat less or exercise extra, thus continuing the eating disorder behavior. Principles focused on recognizing the eating disorder, body image and dealing with emotions can possibly be applied early in treatment. Principles focused on listening to hunger and satiety signals, exercise and healthy eating are seen as pitfalls and can possibly only be applied later. Conclusion: In order for the application of Intuitive Eating in Anorexia Nervosa to be successful, it seems important to take into account the order in which the principles are introduced. Considering the phase in which certain principles can be applied might make the difference to successful treatment and possibly reduces the likelihood of the patient misusing the principles. The flowchart: "Implementing Intuitive Eating in Recovery from Anorexia Nervosa" can be used as an aid in applying Intuitive Eating to patients with Anorexia Nervosa.
De stap naar een eerlijke, gezonde en leefbare wereld moet in de eerste plaats worden opgevat als een machtsstrijd tussen private en publieke belangen.’ Maar Mensa Mensa houdt het niet bij strijdlustige taal alleen en zet iets te eten op tafel. Dit hoofdstuk is onderdeel van Eco-social praktijken. Redactie: Richard de Brabander, Jeanet de Jong, Karijn van den Berg, Mirjam Andries, Marcel Ham
Inleiding Het tweejarige onderzoeksproject ‘Dierzaam’ richt zich op het verleiden van consumenten om duurzaam geproduceerd vlees te kopen in plaats van regulier vlees. Vlees eten is diepgeworteld in onze eetcultuur. Het veranderen van eetpatronen naar minder en beter vlees, naar geheel geen vlees of de overstap naar kweekvlees, vraagt tijd. Om op kortere termijn een verschil te maken, zal het stimuleren van de keuze van consumenten voor duurzaam geproduceerd vlees in belangrijke mate bijdragen aan de gewenste verandering richting ‘minder en beter
De transitie naar een gerobotiseerde industriële omgeving is in volle gang. Robots zijn zich aan het ontwikkelen tot collaboratieve robots (co-bots) en worden zo meer een collega dan een geïsoleerde machine in een kooi. Een goede co-bot-mens-samenwerking heeft positieve effecten op de werkbeleving, resulteert in minder stress, verzuim, minder ‘bijna-ongelukken’ en leidt tot hogere productiviteit en kwaliteit op de werkvloer. Onderling vertrouwen tussen medewerker en co-bot speelt een belangrijke rol in een goede samenwerking en voor effectieve teamprestaties. De interactie tussen medewerker en co-bot dient daartoe zo natuurlijk mogelijk, voorspelbaar en intuïtief te verlopen. Op dit terrein valt nog veel winst te boeken in het industriële MKB. Co-bots moeten leren anticiperen op wat in de directe omgeving komen gaat, zodat de medewerker nimmer in een onveilige situatie verkeert en zich comfortabel voelt in de samenwerking met de co-bot. Van de andere kant moeten medewerkers leren begrijpen hoe co-bots werken en wat ze van hen kunnen verwachten. Ambitie van het project “Close Encounters with Co-bots” is het verbeteren van de effectieve samenwerking tussen medewerker en co-bot op de industriële werkvloer en daarbij vertrouwen en beleefde veiligheid te borgen voor de medewerker. In het project wordt daartoe gewerkt aan begrip van de co-bot in de mens, begrip van de mens in de co-bot, het bouwen aan technische oplossingen voor effectieve communicatie, en prototyping en testing in relevante praktijkomgevingen in het MKB. Het bedrijfsleven kan met de resultaten van het project versneld de door hen gewenste leercurve doorlopen om samenwerkende industriële mens-co-bot-systemen substantieel te laten bijdragen aan operationele winst in economisch, (productie)technisch en sociaal opzicht. Het project is een interdisciplinair samenwerking tussen de vakgebieden psychologie, mechatronica en ICT binnen Fontys Hogescholen en Saxion Hogeschool. De negen participerende (MKB) bedrijven zijn actief als industrieel productiebedrijf, in robotica ontwikkeling, als systeem- en robotleverancier, in productieautomatisering en in de sociale werkvoorziening. Daarnaast zijn kennisinstelling TU/e, coöperatie Brainport Industries en samenwerkingsverband Holland Robotics nauw betrokken. In het project zal bestaande kennis toepasbaar worden gemaakt en zal nieuwe kennis worden ontwikkeld t.b.v. een natuurlijke, voorspelbare en intuïtieve samenwerking tussen medewerker en co-bot op de industriële werkvloer. Verder zal verankering van kennis en kunde in onderwijs en lectoraten plaatsvinden en een vergroting van de kwaliteit van docenten en afstudeerders. Er zullen circa 17 docent-onderzoekers van de hogescholen en circa 100 studenten betrokken worden, die in de vorm van studentenprojecten, stages en afstudeeronderzoeken werken aan interessante vraagstukken direct uit de beroepspraktijk.
Recommender systemen zijn kunstmatige intelligenties die hun gebruikers suggesties geven over bijvoorbeeld te kijken films, of over passende dating profielen. Dit project focust op recommenders die aanbevelingen geven over duurzaamheid (welke verduurzamingsmaatregel past het best) en gezondheid (advies over gezonde voeding, bewegen en medicijngebruik). Onderzoek toont aan dat als gebruikers een goed kloppend mentaal model hebben (een kloppend idee over hoe het recommender systeem werkt) de adviezen van dat systeem beter vertrouwd worden en daardoor vaker opgevolgd. Een deel van dat mentale model construeren mensen op basis van de gebruikersinterface van de recommender. Een interface is de manier waarop gebruikers een recommender bedienen, bijvoorbeeld een scherm met knoppen. Echter, de designers van die interfaces geven aan niet goed te weten hoe een mentaal model dat gebruikers hebben van een intelligent systeem effectief en efficiënt achterhaald kan worden, welke elementen van de interface bijdragen aan het construeren van het model, of hoe ze hun weg in het bestaande onderzoek naar recommenders moeten zoeken. Als gevolg ontwerpen zij interfaces voor recommenders vaak intuïtief. Om effectieve interfaces te ontwerpen voor recommenders die gedrag van mensen op het gebied van gezondheid en duurzaamheid veranderen, is het daarom cruciaal dat designers grip hebben op wat wel en niet goed werkt - en waarom – in de interfaces voor dit soort recommenders. Terwijl er veel onderzoek is gedaan naar de wiskundige kant van recommenders, en het onderzoek naar mentale modellen begint toe te nemen, is het vormen van mentale modellen nog niet vaak gerelateerd aan het interface design. Dit onderzoek neemt juist interface design als uitgangspunt. Het resultaat moet zijn een voor het werkveld goed toegankelijk en systematisch overzicht van methoden om mentale modellen te achterhalen, en een overzicht van interface elementen en hoe zij bijdragen aan het construeren van een mentaal model.
Overheidsorganisaties worstelen met de vraag hoe er meer en andere burgers kunnen worden betrokken bij maatschappelijke vraagstukken. De inzet van digitale participatietools lijkt een oplossing. De keuze voor de inzet van online of offline participatietools wordt vaak intuïtief gemaakt, op basis van aannames of ervaringen. Om effectieve participatieprocessen te ontwerpen is het nodig om onderbouwde keuzes te maken voor de inzet van online en/of offline participatietools. Doel Doel van dit project is om meer inzicht te krijgen in de werking van online en offline participatietools. Hoe dragen tools bij aan de doelen van burgerparticipatie? Welke burgers worden bereikt? Hoe verlopen interacties? En met welke uitkomsten? Onze resultaten maken duidelijk in welke contexten online en offline participatietools bijdragen aan effectieve participatieprocessen. Resultaten Doel van het project is komen tot een (concept) strategie-instrument dat initiatiefnemers van participatieprocessen helpt bij het ontwikkelen van geïntegreerde online en offline participatiestrategieën. Keuzes voor participatietools kunnen hiermee worden gemaakt op basis van wetenschappelijke kennis. De resultaten zijn onder andere gedeeld via de slotbijeenkomst. Hierbij gaf Christine ook een minicollege over online en offline participatietools. Bekijk het minicollege. Downloads Longread keuzes maken voor participatietools Visual keuzes maken voor participatietools Blog Frankwatching Burgerparticipatie zo kies je de juiste tools Looptijd 01 januari 2020 - 01 april 2021 Aanpak In dit KIEM-project gebruiken we bestaande wetenschappelijke kennis over offline en online interacties voor de ontwikkeling van het concept strategie-instrument. Dit instrument wordt ontwikkeld aan de hand van inzichten in het verloop van, de wisselwerking tussen, en de inhoudelijke uitkomsten van online en offline interacties als onderdeel van participatieprocessen in drie gemeenten.