Dienst van SURF
© 2025 SURF
This article will analyze how blockchain technology is applied tomanage and track cargo movement across the globe. First, thedistribution of goods, as well as the bill of lading and quality assurance,the shipping time with the lowest cost, is always a problem for logisticscompanies. The cost of securing goods during transit or long time tocomplete customs procedures also affects the delivery results. This studywill provide problems for the company as well as the impact of the useof blockchain technology developed by IMB in Maersk 's logisticsmanagement system. Thereby the management of goods as well asguarantee orders to win the trust of customers as well as bringenormous profits for themselves Maersk company and provide a newdirection for Indo-Trans Logistics, Vietnam.
MULTIFILE
Our paper investigates the microfoundations of sustainable entrepreneurship and aims to shed light on trade-offs made in decisions about social, ecological and economic sustainability. Balancing the three dimensions of sustainability (social, ecological and economic) inherently requires choices in which one dimension or another has less optimal outcomes. There is not much known about the rationale that sustainable entrepreneurs use for making such trade-offs. Thus, we ask how does entrepreneurial orientation affect decisions and trade-offs on sustainability impact? Our study is an exploratory, qualitative study of 24 sustainable entrepreneurs. We collected data about entrepreneurial orientation and sustainability trade-offs and held in-depth interviews with a subsample of six firms. We conducted a cluster analysis based on four entrepreneurial orientations (innovativeness, proactiveness, riskiness and futurity) and three sustainability trade-off dimensions (environmental, social and economic). From the findings, we derive a typology of three types of sustainable entrepreneurs: green-conflicted, humanitarian-oriented and holistically-oriented. We uncover salient characteristics and aspects of entrepreneurial orientation in relation to trade-off decisions. We find that the entrepreneurs accept slower economic growth or lower performance in order to maintain the integrity of their social and ecological principles and values.
Cut, cooled, packed, transported and traded all over the world, flowers represent a showcase of a worldwide integrated trade-logistics system. As one of the most perishable, vulnerable and time-critical products, speed is everything in harvesting, moving and trading of flowers. In the international trade of flowers and logistics of florticulture products, the Netherlands is the largest center of trade and logistics of flowers, taking a share of more than 40% in global cut flower export volume. When COVID-19 hit the world, this ever-moving system came to a full stop. What did this mean for the trade and logistics system? Which players were hit most? Did the crises change the system, just interrupt it or has it set the stage for developments already under way to strengthen and accelerate? This chapter presents and discusses the international position of the Dutch trade-logistics system as the most dynamic part of a worldwide flower industry. It sketches key trends in the industry over the last decade and draws a line towards possible post-COVID-19 scenarios for the worldwide flower industry and the international position of the Netherlands. The Dutch flower industry has shown incredible resilience to the external shock of COVID-19, but the crisis also has uncovered some weaknesses of the international flower industry. However, the chapter concludes that it is unlikely that these weaknesses will change the direction of developments in the sector, some of which already started to take shape in the 1970s. The chapter is based on pre-COVID-19 research and literature on the trade-logistics hub of the Netherlands, an analysis of trade and logistics data from around 2000 up to the first months of 2021, and existing economic scenarios for the flower industry and world trade.
Events:Project meetings & trainings with the COMMITTED partners•Kick-off meeting at Hanze University of Applied Sciences, Groningen, 5 April 2022•Partner meeting & training at Technical University of Applied Sciences Würzburg-Schweinfurt, Wurzburg, 12- 14 Dec. 2022•Partner meeting & training at Moravian College Olomouc, 31 May – 2 June 2023•Partner meeting at Lappeenranta-Lahti University of Technology LUT, Kouvola, 18 Sept. 2023•Final partner meeting at Budapest Business University, Budapest, 18 March 2024Trainings for university staff and SMEs:•Deemed export compliance pilot training for university staff,1 Feb. 2024, IBS Hanze. •Deemed export compliance pilot training for SMEs, 12 Feb. 2024, IBS Hanze.Conference presentations:Project pitch at Conference of the Centre of Expertise Entrepreneurship, Hanze, May 21, 2024Workshops:Deemed export workshop at the annual Enterprise Europe Network (EEN) consortium day on June 27, 2024The proposed project will help companies, policy makers and university researchers and students involved in international projects for which export compliance is applicable, recognize the risks related to the dissemination/use of data, R&D results and other products of international cooperation. Such items regulated by export control regimes require preparedness and understanding what is necessary to comply with the rules, in order to prevent infringement, which can have profound negative consequences for all parties involved. EU calls for tailored guidance to address those distinct challenges (2021/821 Regulation) and the proposed project is inline with this need.
Verpleegkundig specialisten (VS’en) zijn hbo-master-opgeleide professionals die acteren op het hoogste beheersingsniveau binnen de verpleegkunde (NLQF 7). Zij hebben in Nederland hun intrede gedaan sinds de eeuwwisseling. Binnen de ggz is de inzet van de VS als regiebehandelaar echter pas sinds januari 2017 bekrachtigd in het Model Kwaliteitsinstituut. Elke ggz-instelling is verplicht om een Kwaliteitsstatuut te heb-ben, waarin inzichtelijk wordt gemaakt hoe de kwaliteit en doelmatigheid van de zorgverlening vorm krijgt. De VS als regiebehandelaar wordt in het Model Kwaliteitsstatuut aanbevolen voor cliënten waarbij de pri-maire focus van de behandeling gericht is op de gevolgen van de psychiatrische stoornis. VS’en-ggz vragen zich af hoe zij invulling kunnen geven aan de rol van regiebehandelaar. Het resultaat van dit RAAK-project moet een handreiking worden voor VS’en-ggz om hen te ondersteunen bij het invullen van de rol als regie-behandelaar binnen het multidisciplinaire team. We richten ons in dit project op de basis- en specialistische ggz die geboden wordt vanuit de ggz-instellingen. Om te komen tot een handreiking kiezen we voor data-triangulatie door drie verschillende methoden in te zetten, namelijk 1. nationale survey, 2. multiple casestu-die met mixed methods en 3. ontwerpgericht design om een handreiking te ontwikkelen. Tijdens het onder-zoeksproject en bij de verspreiding van kennis werken we samen met: cliëntraden, cliënten/naasten, VS’en-ggz, psychiaters en psychologen uit zeven ggz-instellingen; lectoren en docenten uit zes instellingen voor Hoger Beroeps Onderwijs; beroepsverenigingen voor VS’en, psychiaters en psychologen; hoogleraar verple-gingswetenschap en brancheorganisatie GGZ Nederland. Op deze wijze borgen we dat het onderzoek en de handreiking daadwerkelijk leiden tot breed gedragen handvatten voor de dagelijkse praktijk die bijdragen aan de invulling van de rol van regiebehandelaar door de VS, wat resulteert in kwaliteitswinst voor cliënten die in behandeling zijn bij een ggz-instelling.
De horeca-sector en het toerisme worden zwaar getroffen door de huidige crisis. Omzetschade is historisch groot; tegelijkertijd zijn er vanuit de praktijk veel vragen over hoe nieuwe werkwijzen moeten worden ontwikkeld en toegepast. Voor onze sector voorziet onderzoek in het kader van de Impuls-regeling daarom onmiskenbaar in een grote maatschappelijke behoefte. Hotelschool The Hague (HTH) zet strategisch in op het behoud en de versterking van praktijkgericht onderzoek en op het onderzoekend vermogen van haar studenten. Onderzoekend vermogen is, voor toekomstige afstudeerders in een snel veranderende arbeidsmarkt, door de HTH gedefinieerd als cruciale kernvaardigheid. In dit kader zijn recent de onderwijs- en onderzoeksprogramma’s van de HTH hervormd rond de principes van Design Oriented Research. Door de COVID-19 crisis is de continuïteit van het praktijkgericht onderzoek van de HTH, misschien nog wel meer dan bij brede hogescholen onder druk komen te staan. Met het hier voorgestelde Impuls 2020 bestedingsplan wil HTH de onderzoeksfunctie van haar praktische outlets — haar schoolrestaurants en -hotels— verder versterken zodat deze kunnen worden ingericht en gebruikt als ‘test-beds’ of HTH Labs. De schoolrestaurants en -hotels worden hiermee een faciliteit voor experimenteel, praktijkgericht onderzoek waar in commerciële bedrijven vaak geen mogelijkheid voor is. Dit Impuls 2020 voorstel behelst de visievorming voor de HTH Labs en de netwerkvorming met andere kennisinstellingen en met bedrijven als beoogde afnemers van de kennis die in de Labs ontwikkeld zal worden. Het voorstel voorziet tevens in de uitvoering van 3 pilotstudies die de mogelijkheden van de HTH Labs inzichtelijk maken voor het bedrijfsleven. De Impuls financiering zal uiteindelijk resulteren in een operationele onderzoeksfaciliteit in de schoolrestaurants en -hotels van de HTH, en in drie onderzoeksrapporten met bijbehorende disseminatie-activiteiten.