Dienst van SURF
© 2025 SURF
Uitvoeren van een (beknopte) procesanalyse van de herstructurering van de Binnenhaven van Enschede. Het doel van de procesanalyse was om het inzicht in - en overzicht van - de complexiteit van de herstructurering te verbeteren. De procesanalyse is uitgevoerd in 2012, gebruikmakend van een decision support model voor het omgaan met complexe herstructureringsprocessen van bedrijventerreinen gebaseerd op jaren onderzoek (Bugge, 2013; Bugge, 2010; Bugge et al. 2010; Bugge, 2006; Brand, Bugge en Roelofs, 2004).
MULTIFILE
Het onderzoek van de afstudeergroep SILO@live.nl is een poging tot aanvulling en verdieping van onderzoek van DAAD. Het architectenbureau verricht research naar een reeks industriële erfgoederen (in plattelandsgebieden) met de bedoeling een nieuwe ontwerpmethodiek te formuleren. Het bureau probeert op deze wijze de structurele leegstand van industriepanden tegen te gaan. De nieuwe ontwerpmethodiek moet het (financieel) aantrekkelijker moeten maken om de oude silo’s te herstructureren, en daarmee de dikwijls gebiedseigen panden behouden van sloop. DAAD heeft daartoe een aantal vragen opgesteld die als weegfactor kunnen dienen voor de verlenging van de levensduur van het erfgoed.
De belangrijkste trend waar het gaat om maatschappelijk vastgoedmanagement bij gemeenten is het streven naar professionalisering en kostenreductie. Met maatschappelijk vastgoed wordt over het algemeen vastgoed aangeduid dat wordt gebruikt om een maatschappelijke (publieke) functie te huisvesten: onderwijs, sport, cultuur, zorg, religie, welzijn en overheidsorganisaties. Een derde van dit soort vastgoed is in eigendom bij overheden en dan voornamelijk bij gemeenten. Andere eigenaren van maatschappelijk vastgoed kunnen bijvoorbeeld zorg- of onderwijsinstellingen en woningcorporaties zijn.
Grote steden staan de komende decennia voor enorme uitdagingen om ruimtelijke herstructurering en versterking van sociaaleconomische posities van bepaalde wijken, te combineren met leefbaarheids-, duurzaamheids-, en mobiliteitsambities. Dit zijn vraagstukken waar bij uitstek verschillende fysieke, sociale, economische en bestuurlijke professionals moeten samenwerken. Dit onderzoek richt zicht op boundary spanners, professionals die een sleutelrol spelen in het verbinden van domeinoverstijgende vraagstukken. Met de toename en complexiteit van maatschappelijke vragen in het grootstedelijke domein groeit ook de behoefte aan en het belang van boundary spanners in het realiseren van effectieve samenwerking. Kennis over de effectiviteit van hun werkpraktijken blijft echter achter. Gezien de urgentie van grootstedelijke vraagstukken, is het van groot belang deze kennis te ontwikkelen. De (grootstedelijke) professionals die in de rol van boundary spanner vervullen of die rol ambiëren vragen zich dan ook af: Hoe krijg ik zicht op mijn eigen boundary spanner praktijk als individu of binnen een team werken, welke mogelijke verbeteringen zijn er in ons handelen en wat daarvan is overdraagbaar naar andere professionals en andere situaties? Door deze praktijkvraag te combineren met theoretische kennis vanuit bestuurskunde en verandermanagement, geeft dit onderzoek antwoord op de overkoepelende onderzoeksvraag: Wat zijn de kenmerken van de werkpraktijken waarin (grootstedelijke) professionals, die we kunnen typeren als of boundary spanners, de grenzen tussen domeinen bij grootstedelijke vraagstukken weten te overbruggen? Het onderzoek is een co-creatie van stedelijke professionals in teams van vijf praktijkcases: het programma Haven-Stad (Amsterdam); de regiodeal Den Haag Zuidwest; het project Cruciale Mijl (Amsterdam); Combiwel buurtwerk (Amsterdam) en het team gebiedsadviseurs (Amsterdam), met onderzoekers van de Centres of Expertise van de Hogeschool van Amsterdam en de Haagse Hogeschool. Dit onderzoek expliciteert de werkregels die boundary spanners in staat stelt om domeinoverstijgend te werken en levert op die manier een wezenlijke bijdrage aan het realiseren van deze grootstedelijke vraagstukken.
Sinds de financiële crisis van 2008 klinkt er een brede maatschappelijke roep om herstructurering van het financiële stelsel en de financiële dienstverlening. Toch zijn veel problemen in de sector ruim tien jaar later nog onopgelost. Denk aan het vraagstuk van ongelijkheid, de verhouding schuld/inkomen en de onbedoelde neveneffecten van overheidsbeleid rondom lenen en sparen. Door hun prominente rol in het Nederlandse financiële landschap vormen hypotheken een bijzonder hoofdpijndossier bij de hervorming van de financiële sector. Een aantal spelers in de hypothekensector lijkt zich terdege bewust te zijn van de schaduwzijdes van het eigen bedrijfsmodel. Zij heeft al grote stappen gezet, onder meer door de ontwikkeling en implementatie van ethische gedragscodes en richtlijnen. Er worden nu al minder risicovolle hypotheken verkocht. We hebben kortom te maken met een ethisch actieve groep financiële bedrijven die een voortrekkersrol speelt in de verduurzaming van de financiële dienstverlening rondom hypotheken. Zij vormt een niche waarbinnen de contouren worden verkend van de toekomstige hypothekenmarkt. In het voorgenomen verkennend onderzoek willen wij kijken naar de morele dilemma’s waarvoor deze bedrijven zich gesteld zien. Hoe laveren zij tussen de wens sociaal en financieel te verduurzamen en de druk om winstgevend te zijn? In het bijzonder zal worden onderzocht hoe onder andere bij hypotheekadviseurs Viisi en MBG Maatbeleg wordt omgegaan met de spanning tussen zelfopgelegde richtlijnen, commerciële belangen en de wensen van de klant. Wat zijn de praktijklessen van het pionierswerk in duurzaam hypotheekadvies? Doel van dit onderzoek is morele dilemma’s te articuleren, de consequenties van keuzes zichtbaar te maken en ‘best-practices’ te identificeren. Zo bieden de resultaten van dit onderzoek organisaties in de hypothekensector een verkennend inzicht in de uitdagingen rond de verduurzaming van hypotheekverkoop. De resultaten komen ook ten goede aan het onderwijs, zoasls bij bedrijfsethiek in het economische domein.
Sinds 2017 vindt er landelijk een reorganisatie van de economische opleidingen plaats. De 35 nieuwe opleidingen zullen in september 2018 gaan starten. In voorbereiding op deze herstructurering is er landelijke onderzoek o.a. in samenwerking met grotere bedrijven en multinationals uitgevoerd. Echter, veel afgestudeerden uit het internationaal-economische domein – vooral de afgestudeerden van de landelijk gelegen hogescholen – zouden graag na hun afstuderen in de regio blijven en solliciteren daarom bij het regionale MKB. Tegelijkertijd valt te verwachten dat als gevolg van toegenomen globalisering binnen het MKB nog steeds veel behoefte bestaat aan afgestudeerde HBOers met een internationaal profiel. Om die reden is een aanvullend regionaal onderzoek relevant. Centraal staat hierbij een behoefteanalyse van het regionale MKB - waaronder veel familiebedrijven - in de landelijk gelegen gebieden waarin de deelnemende hogescholen zich bevinden. Dit onderzoek wil ingaan op de behoeften die de regionale MKBs en familiebedrijven hebben aan economisch-internationaal geschoolde medewerkers en aan de vaardigheden waaraan deze moeten voldoen, specifiek m.b.t. de zogenaamde 21st century skills. De internationaal geschoolde afgestudeerden die in de regio aan de slag gaan noemen wij “internationale bruggenbouwers” en deze kunnen door hun internationale achtergrond de regionale economie (indirect) versterken, mits zij ook voldoen aan de vaardigheden die bekend staan onder de 21st century skills. Kortom: Dit onderzoek combineert een behoefteanalyse vanuit de kenniskant van de opleiding International Business (IB) met de vaardighedenkant (21 century skills), waarbij de nadruk zal liggen op de facetten: intermenselijke communicatie, interculturele competenties, de kritische reflectie en het onderzoekende vermogen zoals ook de creatief-flexibele werk- en denkwijze.