Dienst van SURF
© 2025 SURF
Assessment in higher education (HE) is often focused on concluding modules with one or more tests that students need to pass. As a result, both students and teachers are primarily concerned with the summative function of assessment: information from tests is used to make pass/fail decisions about students. In recent years, increasing attention has been paid to the formative function of assessment and focus has shifted towards how assessment can stimulate learning. However, this also leads to a search for balance between both functions of assessment. Programmatic assessment (PA) is an assessment concept in which their intertwining is embraced to strike a new balance. A growing number of higher education programmes has implemented PA. Although there is consensus about the theoretical principles that form the basis for the design of PA, programmes make various specific design choices based on these principles, fitting with their own context. This paper provides insight into the design choices that programmes make when implementing PA and into the considerations that play a role in making these design choices. Such an overview is important for research purposes because it creates a framework for investigating the effects of different design choices within PA.
Een reclasseringswerker heeft te maken met een bont gezelschap mensen dat met politie en justitie in aanraking is gekomen. Het gaat om mensen die verdacht of veroordeeld zijn voor een strafbaar feit. Delicten die gaan van winkeldiefstal tot moord en van huiselijk geweld tot een gewelddadige overval. De reclassering pendelt tussen advies, hulp en controle op straffen. De afgelopen decennia volgen diverse ontwikkelingen in het reclasseringswerk elkaar in hoog tempo op. Van een ‘zachte’ procesmatige benadering naar productgericht en methodisch werken en meer aandacht voor recidivevermindering. Op dit moment maakt sturing van bovenaf plaats voor meer eigen verantwoordelijkheid. De focus ligt op ‘betekenisvol reclasseren’ met de ene keer het accent meer op hulp, de andere keer meer op controle. In Hé reclassering is het allemaal te lezen.
MULTIFILE
"Purpose – Little is known about effective supervision of offenders with debt. This multiple case study aims to gain insight into working elements in offender supervision on debt. This is important for probation officers to choose the most effective interventions in daily offender supervision. Design/methodology/approach – This study included five best practice cases based on both interviews with involved professionals and clients and client file information. One case was described in detail to illustrate what probation officers and clients encounter when working on debt. All five cases were analyzed thematically using patternmatching techniques and crosscase syntheses on debt background, current supervision, barriers and working elements. Findings – Organization processes and lack of aftercare hinder effective supervision. Close collaboration with other professionals (e.g. debt counselors) is important in supervising clients with debt. The client’s own behavior and motivation for supervision are crucial in the success of debt supervision and can be both hindering and effective. Working elements in supervision depend on personal characteristics of professionals involved and on the extent to which elements of a working alliance, particularly trust and bonding, are built. Practical implications – Support and facilitation from probation organizations regarding primary conditions and collaboration, training professionals in methods of stimulating clients motivation and an effective working alliance are essential to supervise clients with debt adequately. Originality/value – To the best of the authors’ knowledge, no other in-depth study has yet been conducted on working elements in supervision of probationers with debt."
Erasmus project about training cultural workers for facilitating rural youths culture
MUSE supports the CIVITAS Community to increase its impact on urban mobility policy making and advance it to a higher level of knowledge, exchange, and sustainability.As the current Coordination and Support Action for the CIVITAS Initiative, MUSE primarily engages in support activities to boost the impact of CIVITAS Community activities on sustainable urban mobility policy. Its main objectives are to:- Act as a destination for knowledge developed by the CIVITAS Community over the past twenty years.- Expand and strengthen relationships between cities and stakeholders at all levels.- Support the enrichment of the wider urban mobility community by providing learning opportunities.Through these goals, the CIVITAS Initiative strives to support the mobility and transport goals of the European Commission, and in turn those in the European Green Deal.Breda University of Applied Sciences is the task leader of Task 7.3: Exploitation of the Mobility Educational Network and Task 7.4: Mobility Powered by Youth Facilitation.
In tijden van toenemende culturele diversiteit en arbeidsonzekerheid hebben jongeren in Nederlandse en Duitse stadswijken grote behoefte aan richting met betrekking tot hun toekomstige leven. Ouders en leraren lijken zelf vaak te worden overweldigd door de snel veranderende wereld waarin ze leven. Naast deze veranderingen neemt het gebruik van sociale media sterk toe, waardoor de al bestaande generatiekloof nog groter wordt. Deze ontwikkelingen hebben grote gevolgen voor de levensloopperspectieven van jongeren en leiden er vaak toe dat ze meer dan ooit richting zoeken bij hun leeftijdgenoten. In plaats van dit te zien als een problematische situatie, is dit project erop gericht de netwerken van jongeren te gebruiken als bron voor verbetering van de stadswijken. Het basisidee is jonge adolescenten (in de leeftijd van 12-14 jaar) te empoweren via bepaalde leeftijdgenoten die al gerespecteerd, verantwoordelijk en stabiel in het leven staan. Deze ‘homies’ (vier Nederlandse en vier Duitse jongeren) worden getraind en begeleid door experts op het gebied van oplossingsgericht denken en inspirerende communicatie. Daarna gaan de homies aan de slag in hun eigen wijk, waar ze drie maanden actief zullen zijn. De meeste communicatie met hun leeftijdgenoten zal verlopen via mobiele communicatie en sociale medianetwerken. In het begeleidende onderzoek wordt een analyse gemaakt van de leefsituatie van jongeren in de geselecteerde wijken voor en na de tussenkomst van de homies. De homies houden zelf een (mobiel) dagboek bij dat inzicht zal bieden in hoe zij zelf de veranderingen bij de jongeren in hun wijk zien.