Dienst van SURF
© 2025 SURF
In veel analyses wordt ‘secularisatie’ over opgevat als een lineair proces waarmee de samenleving zich sinds de Verlichting losmaakt van de druk van de kerk. De verwachting is dan dat dit proces zich geleidelijk zal doorzetten om uiteindelijk te leiden tot het verdwijnen van het christendom uit de samenleving. Hoewel een dergelijke voorstelling van zaken verleidelijk is door haar eenvoud, maakt nadere beschouwing duidelijk dat er meer aan de hand is. Bestudering van de wijze waarop in het verleden door onder anderen Groen van Prinsterer en Kuyper antwoord werd gegeven de secularisatie van hùn tijd maakt duidelijk dat het proces complexer in elkaar zit dan op het eerste gezicht lijkt.
Nederland is altijd een land geweest van culturele diversiteit. Steeds is in Nederland de noodzaak geweest te komen tot een formule waarbij mensen van verschillende geloofsovertuiging toch in goede harmonie met elkaar kunnen samenleven. Omdat het onderwijs daarbij zowel een traditie-beschermende als een sociaal-integrerende rol moet vervullen, speelt het begrip ‘vrijheid van onderwijs’ – in al zijn meerduidigheid – daarbij een centrale rol. Het maatschappijmodel dat ooit door Abraham Kuyper werd ontworpen bood in zijn tijd een nieuwe ‘oplossing’ voor de religieuze verdeeldheid in Nederland. Kuyper legde er de basis mee voor het model van ‘verzuiling’ dat lange tijd de Nederlandse samenleving zou typeren en ook het denken over onderwijsvrijheid nog steeds domineert. De oplossing van Kuyper zou de hele twintigste eeuw dienst doen. Maar in de 21e eeuw begint het model van onderwijsvrijheid onder de druk van de komst van nieuwe religieuze groepen te kraken. Het lijkt te zijn gedaan met de ‘pacificatie’ en de vrijheid van onderwijs wordt voortdurend ter discussie gesteld. Meer dan ooit blijkt daarbij de meerduidigheid van het begrip. Hoe uiteindelijk voor de 21e eeuw die formule van pacificatie er uit zal gaan zien, zal de toekomst moeten leren.
Toen met de verkiezingen van 1994 het CDA uit het centrum van de politieke macht verdween werd eerst goed duidelijk wat al veel langer in de samenleving aan de gang was: Het christendom was bezig haar greep op het openbare leven te verliezen. Volgens velen stond de val van het CDA dan ook niet op zich. Mismoedig, of met een zekere graagte, werd gewezen op het proces van secularisatie waarvan nu eindelijk ook het CDA de wrange vruchten plukte. In dergelijke analyses wordt ‘secularisatie’ over het algemeen opgevat als een lineair proces waarmee de samenleving zich sinds de Verlichting heeft losgemaakt van de druk van de kerk. Verwacht wordt dan dat dit proces zich geleidelijk zal doorzetten om uiteindelijk te leiden tot het verdwijnen van het christendom uit de samenleving. Hoewel een dergelijke voorstelling van zaken verleidelijk is door haar eenvoud, maakt nadere beschouwing duidelijk dat er meer aan de hand is. Christelijke organisaties blijken zich te repositioneren en vormen zo een forum waarop ook het levensbeschouwelijk argument telt.