Dienst van SURF
© 2025 SURF
This paper researches perceptions of the concept of price fairness in the Dutch coffee market. We distinguish four alternative standards of fair prices based on egalitarian, basic rights, capitalistic and libertarian approaches. We investigate which standards are guiding the perceptions of price fairness of citizens and coffee trade organizations. We find that there is a divergence in views between citizens and key players in the coffee market. Whereas citizens support the concept of fairness derived from the basic rights approach, holding that the price should provide coffee farmers with a minimum level of subsistence, representatives of Dutch coffee traders hold the capitalistic view that the free world market price is fair.
This article researches factors that influence price fairness judgments. The empirical literature suggests several factors: reference prices, the costs of the seller, a self-interest bias, and the perceived motive of sellers. Using a Dutch sample, we find empirical evidence that these factors significantly affect perceptions of fair prices. In addition, we find that the perceived fairness of prices is also influenced by other distributional concerns that are independent of the transaction. In particular, price increases are judged to be fairer if they benefit poor people or small organizations rather than rich people or big organizations.
Paper presented in the workshop 'SMEs, CSR and employment relations in a global economy' at the USE 2015 Conference, Groningen, Oct 21-23 2015European labour market integration has, unfortunately, also led to attempts at unfair competition on employment conditions s. Competitive pressures to lower labour costs can gradually lure to explore and (un)consciously cross the borders of fair competition into dubious to illegal practices. Next to workers who may not receive all the benefits they are entitled to, one other category of potential victims are ‘fair’ employers, as they may lose market share to ‘unfair’ employers that compete with lower prices based on unfair labour practices. State governance and legal prosecution are currently not able to effectively combat all such practices. In the Netherlands, in some problems apparently became severe enough that employers and other parties joined forces and developed self-regulation initiatives, such as a certification system. This paper explores this emerging field of practice. Section 2 presents an overview of a number of different emerging initatives in the Netherlands based on desk research, Section 3 explores one of those cases – from the mushroom -a bit more in depth based upon desk research and a number of interviews. Based upon this exploratory research, section 4 develops a conceptual framework that can be used to analyse them. Section 1 first discusses the underlying problem of unfair competition, and specifies the research question.
De creatieve industrie speelt een hoofdrol bij het bedenken van oplossingen waarmee de betalingsbereidheid (Willingness To Pay, WTP) van consumenten voor duurzame natuurlijke voedingsproducten verhoogd kan worden. Mensen zijn vanuit jarenlange marktwerking en commerciële communicatie gewend geraakt aan ‘every day low prices’. Hierdoor beweegt hun waardeperceptie nauwelijks mee met het aanbod van duurzame, en daarmee vaak ook duurdere productvarianten. Extra barrière is dat mensen geneigd zijn te denken dat natuurlijke producten zoals groenten of vis, van nature duurzaam zijn terwijl dat niet altijd zo is. Hierdoor is het moeilijk om mensen bereid te krijgen een ‘fair price’ te betalen voor duurzaam geproduceerde voedingsproducten. Dit zet druk op de continuïteit van investeringen in de verduurzaming van de productieketens. Pure kennisoverdracht naar consumenten, zoals via informatieve campagnes, werkt deels. Creatieve bureaus exploreren alternatieve interventietechnieken, maar hen ontbreekt fundamenteel inzicht in deze materie om gericht innovatieve creatieve methoden te ontwikkelen, en te weten welke wanneer in te zetten. Een eerste verkenning van de wetenschappelijke literatuur wijst uit dat er beperkte kennis aanwezig is over hoe de WTP van duurzame producten tot stand komt, en hoe deze positief te beïnvloeden is; al helemaal ten aanzien van duurzame voedingsproducten. Dit vraagt om fundamentele kennisontwikkeling, met daaropvolgend innovatie van kansrijke interventietechnieken door de creatieve industrie. De huidige aanvraag is bedoeld om allereerst gestructureerd literatuuronderzoek en praktijk-casestudies onderzoek te faciliteren. Dit leidt tot de ontwikkeling van een conceptueel kader (werknaam ‘Consumer Sustainability Value Perception’ model) van waaruit empirisch onderzoek naar innovatieve creatieve interventies opgezet en uitgevoerd kan worden. Uitgangspunt is dat inzicht in de psychologische principes van fair prices, waardeperceptie en WTP de creatieve industrie helpt om effectieve interventies te ontwerpen en toetsen. Daarmee kunnen zij hun clientèle in de duurzame voedingssector ondersteunen. Dit project draagt specifiek bij aan KIA Veerkracht en KIA Landbouw, Water en Voedsel.