Dienst van SURF
© 2025 SURF
A reflective account of being Alone, Asian and Atheist in the Middle East
LINK
Massafabricage in de (MKB) maakindustrie is aan het veranderen in flexibele fabricage en assemblage van kleine series, klantspecifieke onderdelen en eindproducten. Hiervoor zijn nieuwe systemen voor het MKB nodig, waarin robots en mensen samen kunnen werken en die zich snel kunnen aanpassen aan nieuwe productieomstandigheden met lage opstartkosten. De ambitie van het project ?(G)een Moer Aan!? is om het herconfigureren van een robotsysteem voor een nieuwe taak in een productieomgeving net zo eenvoudig en snel te maken als het gebruik van een smartphone. Zo?n benadering biedt kansen om de skills van de operator te benutten. De operator kent immers zijn processen en de robot wordt zijn hulpje. Op vraag van betrokken mkb partners is de focus gelegd op een repeterende productiehandeling die in veel sectoren voorkomt en die relatief veel arbeidstijd kost: het indraaien van moeren en bouten in een object. De centrale onderzoeksvraag van het project luidt: Hoe kan een operator een robot eenvoudig, snel en veilig inleren om assemblage handelingen te verrichten voor het snel en robuust verbinden van bouten, moeren en ringen met objecten? Resultaat van dit praktijkgerichte onderzoeksproject is een algemeen bruikbare en gevalideerde ontwerpmethodiek voor de opzet van een gebruiksvriendelijke user interface van een boutmontagerobot op de werkvloer. Door slim gebruik van geïntegreerde inzet van CAD productinformatie, vision technologie en compliant (meegaand) gripping en placing wordt de robot zo veel als mogelijk vooraf automatisch geconfigureerd. Het projectconsortium dat het onderzoek gaat uitvoeren bestaat uit: " 13 bedrijven (12 mkb) actief als toeleverancier, system integrator of gebruiker op het terrein van industriële robotica (Yaskawa, ABB, Smart Robotics, Hupico, Festo, CSi, Demcon, Heemskerk Innovate, WWA, Van Schijndel Metaal, Van Beek, Tegema en Zest Innovate); " Hogescholen Fontys (penvoerder), Avans, Utrecht en NHL; " Kennisinstellingen TNO en DIFFER; " Coöperaties Brainport Industries, FEDA en Koninklijke Metaalunie; " De gemeente Eindhoven is betrokken als partner in de klankbordgroep. De gemeente ondersteunt het belang van dit project voor behoud en verbetering van arbeidsplaatsen in de maakindustrie. Er zullen circa 20 (docent)onderzoekers van de hogescholen en ongeveer 80 studenten betrokken worden bij dit project, die in de vorm van stages en afstudeeronderzoeken werken aan interessante vraagstukken direct afkomstig uit de beroepspraktijk. Naast genoemde meerwaarde voor het bedrijfsleven beoogt het project een verdere verankering van kennis en kunde in onderwijs en lectoraten en een vergroting van de kwaliteit van docenten en afstudeerders.
In June 2016, two Dutch SME companies which are active in the area of urban solid waste management approached the International Environmental Sciences department of Avans about the current R&D activities on urban solid waste management in cooperation with the Federal University of Minas Gerais (UFMG) Brazil. The companies had interest in developing activities in Brazil, since they are aware of the great potential for exporting both knowledge and technology. Solid waste poses a major problem in Brazil which affects 200 million residents. The Brazilian municipalities collect around 71 million tons solid municipal waste on a yearly basis and only a tiny percentage of this collected waste gets recycled. As such. the overwhelming majority of the collected urban solid waste goes to landfills. Within the State of Minas Gerais there are 850 towns of which 600 have less than 20.000 residents and are agriculturally oriented. Current organic waste composting practices take place under very poor conditions (pathogens and weeds still remain in the compost) and most often the resulting compost product is not well received by its residential and agricultural consumers. As such there is huge room for improvement. The SME companies work with Avans and UFMG to address these challenges. The joint research team consisting of the two Dutch SME companies and the two Research and educational institutes have defined the following research question: What is the current status of organic solid waste management in Minas Gerais and how can cooperation between Brazil and the Netherlands result in a win-win for both countries? Two individual KIEM VANG proposals have been defined in order to address these challenges. The planned activities are a joint effort with professor R. T. de Vasconcelos Barros of the Universidade Federal de Minas Gerais (UFMG) and are executed within the Living Lab Biobased Brazil program (www.biobasedbrazil.org).
Als geen andere grondstof is metaal oneindig herbruikbaar. De Koninklijke Metaalunie heeft daarom de ambitie uitgesproken om samen met de ketenpartners - onderwijs- en kennisinstellingen, de ministeries van Infrastructuur en Milieu (IenM) en Economische Zaken (EZ) en ondernemers - onderzoek en projecten uit te voeren om de circulariteit van de metaalketen te verbeteren. De sector sluit daarbij aan bij het stimuleringsbeleid van de Rijksoverheid gericht op de overgang naar een 100 procent circulaire economie. De Metaalunie wil geen volger zijn, maar een actieve rol vervullen om circulariteit binnen de metaalsector te bevorderen. Kennis is er weliswaar voldoende maar vindt nog onvoldoende zijn weg naar de sector. Wanneer meer bedrijven in de metaalketens de potentie van de circulariteit zien, zal dit leiden tot nieuwe en verbeterde producten. De verwachting is dat door het in kaart brengen en benoemen van de meerwaarde/toegevoegde waarde, meer bedrijven de circulaire economie als uitgangspunt zullen nemen bij productontwikkeling. En dit creëert dan weer afzetmogelijkheden, verbetert de concurrentie-positie en draagt bij aan groei en werkgelegenheid. De Metaal Recycling Federatie (MRF) stelt zich het bevorderen van de milieuvriendelijke en economisch verantwoorde recycling van alle gebruikte metalen in Nederland ten doel. De MRF vertegenwoordigt 160 van de 400 ondernemingen die actief zijn op de recycling van ferro en non-ferro. De federatie vertegenwoordigt daarmee 85 procent van het totale verhandelde volume van de gehele branche in Nederland. De MRF constateert dat gebruikt metaal weliswaar voor meer dan 90 procent wordt gerecycled, maar is van mening dat verdere optimalisatie kan worden bereikt door de producten (nog) beter geschikt te maken voor hergebruik. Dat stelt bijzondere eisen aan het ontwerp van die producten: design-for-recycling. Met dit KIEM-project wil de MRF een beter inzicht krijgen in de problemen die recyclers ondervinden bij de demontage en vervolgens recycling van producten waarin metaal is verwerkt. Uiteraard wil de MRF vervolgens bezien hoe de knelpunten kunnen worden weg genomen. Twee MRF-leden, die zich bezig houden met resp. de verwerking van elektronica en restmaterialen en met het inzamelen van accu?s en non ferro materialen, hebben concreet aangegeven hun keten meer circulair in te richten. Zij hebben behoefte aan praktisch toepasbare kennis hoe dit te realiseren. Het project legt de focus op het inzicht krijgen in de mogelijkheden (het HOE) van de elektrische huishoudelijke apparaten en de accuketens om de circulariteit van de ketens verder te verbeteren. Het slaat daarmee een brug tussen beschikbare kennis en de toepassing daarvan, met als uiteindelijk doel dat meer bedrijven in de metaalsector de circulaire economie als uitgangspunt hanteren in hun business model. De praktijkvragen van de bedrijven zijn vervat in drie clusters: 1. De wijze waarop hoogwaardig hergebruik en recycling van huishoudelijke apparaten en accu?s (verder) kan worden verbeterd; 2. Onderzoek naar de praktijk van ontmanteling, scheiding en recycling van producten: - Welke keten- c.q. netwerksamenwerkingen zijn opportuun? - Welke knelpunten (techniek, communicatie, anders) moeten opgelost worden? - Welke internationale kennis en ervaring is opportuun? 3. Wat betekent dit voor de, overwegend MKB-, bedrijven in de metaalrecycling sector? Er wordt samengewerkt met Avans Hogeschool en partners in de elektrische huishoudelijke apparaten en accu-recycling ketens. De uitkomsten van het project zijn: - een beschrijving van de circulaire keten met de verbeteringen daarvan in elk van de twee gekozen ketens, t.w. huishoudelijke elektrische apparaten en accu?s; - een voorstel voor oplossingsrichtingen naar verschillende aspecten: ontwerpmethodes, verdienmodellen, juridische en samenwerkingsaspecten, en tenslotte - ?best practices? vanuit de twee ketens.