Dienst van SURF
© 2025 SURF
Deze publicatie is het resultaat van een internationaal onderzoeksproject dat zich afspeelde van 2012-2014. De deelnemende organisaties waren vier universiteiten/hogescholen, een aantal instellingen voor zorg en welzijn, en mensen met psychische en verstandelijke beperkingen uit Amersfoort en Maastricht in Nederland, Budapest in Hongarije en Tallinn in Estland De verhalen in dit boek zijn afkomstig uit de interviews die tijdens het project gehouden zijn door de onderzoekers. De portretten illustreren ervaringen van ziekte, beperkingen en herstel, met uitsluiting en insluiting. Zij reflecteren ook ervaringen met het gebruik van maatschappelijke dienstverlening en geestelijke gezondheidszorg. Door deze verhalen te lezen zien we hoe veelzijdig het leven kan zijn, en wat de uitdagingen zijn voor echte participatie in de samenleving In dit boek beschrijven we ook in het kort een aantal thema’s die belangrijk zijn om professionele hulp- en dienstverlening meer te richten op het ondersteunen van herstel en participatie. Om verder te lezen zijn bronnen opgenomen. Samen vormen deze thema’s een nieuw en waardevol raamwerk -De betekenis van herstel, empowerment en participatie • Principes van herstel-gebaseerde en persoon-gecentreerde dienstverlening • Het belang van peer support en informele zorg • De transformatie van institutionele naar gemeenschapszorg • Essentiele kwaliteiten van professionals: visie, attitude, taal, gedrag • Steun voor het leven in de samenleving • De rechten van mensen met een beperking, en strategieën om deze rechten toe te passen
20 Nederlandse leraren hebben zich in 2015 samen met 20 schoolleiders uit Estland gebogen over de vraag hoe het onderwijs beïnvloed zal worden door trends en ontwikkelingen in de samenleving. Die uitwisseling bestond uit wederzijdse bezoeken in elkaars scholen, een analyse van trends die het onderwijs beïnvloeden (aan de hand van de OECD publicatie ‘Trends shaping education’), kleinschalige innovatieprojecten in de eigen school, en een afsluitend weekend waarin gezamenlijk toekomstscenario’s voor het onderwijs ontwikkeld werden. De uitwisseling maakt voor de Nederlandse deelnemers deel uit van het masterprogramma Pedagogiek (profilering Leren & Innoveren) en is onderdeel van het project Education for the Future dat gesubsidieerd wordt door de Europese Commissie
The primary objective of the project is to identify policies for the transformation of the Norwegian tourism sector to become resilient to climate change and carbon risks; to maintain and develop its economic benefits; and to significantly reduce its emissions-intensity per unit of economic output. Collaborative partnersStiftinga Vestlandforsking, Stiftelsen Handelshoyskolen, Stat Sentralbyra, Norges Handelshoyskole, Stiftelsen Nordlandsforskning, Fjord Norge, Hurtigruten, Neroyfjorden Verdsarvpark, Uni Waterloo, Uni Queensland, Desinasjon Voss, Stift Geirangerfjorden Verdsarv, Hogskulen Pa Vestlandet.
In De Haagse Hogeschool werken de lectoraten vanuit faculteiten, dicht bij het onderwijs, nauw samen in zeven kenniscentra. Deze kenniscentra zijn de verbinding tussen de regio, met zijn actuele thema’s (vaak gelinkt aan het missiegedreven innovatiebeleid van de overheid) en het onderwijs en onderzoek van de Haagse Hogeschool. De zeven kenniscentra van De Haagse Hogeschool zijn: Cybersecurity, Digital Operations & Finance, Global & Inclusive Learning, Global Governance, Health Innovation, Governance of Urban Transitions & Mission Zero. Deze kenniscentra zijn in opstartende fase en worden ondersteund door centrale diensten. De Haagse Hogeschool kiest voor versterking van de onderzoeksinfrastructuur die centraal staat in de kenniscentra: ‘de Haagse Labs’. Praktijkgericht onderzoek vindt in deze omgevingen plaats als een vervlechting van onderwijs (studenten en docenten), onderzoek, het werkveld en maatschappelijke partners. Sommige labs hebben een tijdelijk karakter, andere, zoals de hogeschool zelf, zijn continu een omgeving waarbinnen onderzoek gedaan wordt. De Haagse Labs zijn bij uitstek de plek waarin nauw samengewerkt wordt met andere hogescholen of kennisinstellingen (veelal zijn ze ontstaan uit een samenwerking zoals The Green Village, of het Basalt SmartLab). De keuze voor de Haagse Labs geeft verdieping aan regionale samenwerkingen en bijbehorende speerpunten. De huidige, meer informele inrichting, kan met behulp van Impuls 2020, verder structuur krijgen, leiden tot een betere kennisdeling tussen de kenniscentra heen en de regionale netwerkvorming versterken. Naast het formaliseren van ‘de Haagse Labs’ zetten we in op zichtbaarheid van de Hogeschool in de regio door te investeren in communicatie (denk bijvoorbeeld aan het opzetten van podcasts, en digitale middelen in Corona-tijd). Die profilering van ons onderzoek wordt verder ondersteunt door een traject rond visievorming en strategische positionering. De kenniscentra zullen begeleid worden om einde 2021 een visie te ontwikkelen met bijbehorende acties om de rol van de hogeschool in de regio te versterken.
Teeltsubstraten zoals potgrond zijn onmisbaar voor het kweken van planten. Deze planten zorgen onder andere voor een groene, gezonde en aangename leefomgeving voor mens en natuur. Veel Nederlandse potgrond, bestaan voor een groot deel uit turf. Turf wordt gewonnen uit veengebieden in onder andere Duitsland, Ierland, Finland en Estland. Het ontginnen van turf tast het ecosysteem aan in deze landen en draagt bij aan de uitstoot van broeikasgassen. Lokale en hernieuwbare grondstoffen, zoals wilgenvezels, kunnen een duurzaam alternatief bieden voor het destructief ontgonnen turf. Om te weten of wilgenvezels dezelfde eigenschappen hebben als turf, wordt er onderzoek gedaan naar de houdbaarheid, het vasthouden van water en voedingsstoffen. Daarnaast wordt er onderzoek gedaan of dit alternatief potgrond geschikt is voor het kweken van planten die de biodiversiteit verhogen in het Hollandse-Utrechtse veenweidegebied. Het practoraat ’Water en Bodem’ ‘en het lectoraat ‘Integrale Voedsel en Productieketens’ van Hogeschool Inholland doen samen met het bedrijfsleven onderzoek naar de wilg als grondstof in potgrond. Dit onderzoek heeft als doel duurzamere kweekoplossing te bieden voor streekeigen en biodiversiteit verhogende planten voor het veenweidegebied. Zowel studenten als leerlingen van het mbo en het vmbo zetten zich in, in het opzetten van kweekproeven met planten, in potgrond met wilgenvezel als grondstof. Zij onderzoeken de kwaliteit van deze potgrond en de ontwikkeling van planten gekweekt in dit substraat, vergeleken met conventionele potgrond.