Dienst van SURF
© 2025 SURF
This paper discusses challenges in assessing design students within studio model education. It reflects on the assessment methods used in the M.Sc. Digital Design, Amsterdam University of Applied Sciences, with input from an online survey targeting former students and assessors of the programme. Building on the particularities they see in this assessment process and its perceived advantages and disadvantages; we reflect on the extent to which these methods respond to the intentions for their development. Lastly, we discuss these issues in relation to the literature with the purpose of providing input to others that, like us, are in search of improved assessment tools for studio-based education.
MULTIFILE
The purpose of this paper is to discuss the insights gained by testing in a design studio a particular research-by-design strategy, focusing on the generation of innovative solutions for climate change adaptation. The strategy is based on the Design Thinking Process and has been applied in the climate adaptation design studio, which took place in 2022 at a Master of Architecture degree program in the Netherlands. The case study area was the Zernike university campus in Groningen, the Netherlands, which is situated in the verge between the city and the surrounding rural landscape, facing the urgent climate change challenges of the wider region, mainly floodings due to increased frequency of rainfalls and sea level rise. Furthermore, the area faces particular challenges, such as the increasing demand for serving additional needs, beyond the current educational and business related functions, such as (student) housing. Three indicative design research projects were selected to illustrate the tested research-by-design strategy, while systematic input has been collected from the participating students regarding the impact of this strategy on their design process. The results reveal that this strategy facilitates the iterative research-by-design process and hence offers a systematic approach to convert the threats of climate change into opportunities by unravelling the potentials of the study area, resulting in place-based, innovative and adaptive solutions.
circular economy as a system change is gaining more attention, reusing materials and products is part of this, but an effective method for repurposing seems to be missing. Repurpose is a strategy which uses a discarded product or its parts in a new product with a different function. Literature on specific design methods for 'repurposing’ is limited and current design methods do not specifically address repurpose driven design. This paper aims to contribute to the literature on repurpose as a circularity strategy by evaluating repurpose driven design processes which are deployed in practice and evaluate to what extend existing design methods are suited for repurpose driven design. Building on a multiple case study two main design approaches are identified. First, a goal-oriented approach in which a client commissions the design studio. Second, a resource-oriented approach in which a discarded product or its components is the starting point of a design process initiated by the designers. Although both approaches follow a more or less standard design process, each intervenes with repurpose specific input at different phases in the design process, depending on the role of the designer. Results show that in order to be able to deal with the inconsistencies of discarded products, specific repurpose-related tools are required for an efficient and effective repurpose driven design process. Future research should address these issues in order to develop comprehensive and practical tools that accommodate the two repurpose driven design approaches.
Mensen die moeite hebben met lezen en schrijven (laaggeletterden) zijn ondervertegenwoordigd in onderzoek, waardoor een belangrijke onderzoekspopulatie ontbreekt. Dit is een probleem, omdat zorgbeleid dan onvoldoende op hun behoeften wordt aangepast. Laaggeletterden hebben vaak een lage sociaal economische positie (SEP). Mensen met een lage SEP leven gemiddeld 4 jaar korter en 15 jaar in minder goed ervaren gezondheid vergeleken met mensen met een hoge SEP. Om laaggeletterden te betrekken in onderzoek, is het o.a. nodig om onderzoek toegankelijker te maken. Dit project draagt hieraan bij door de ontwikkeling van een toolbox voor toegankelijke (proefpersonen)informatie (pif) en toestemmingsverklaringen. We ontwikkelen in co-creatie met de doelgroep toegankelijke audiovisuele materialen die breed ingezet kunnen worden door (gezondheids)onderzoekers van (zorggerelateerde) instanties/bedrijven én kennisinstellingen voor de werving voor en informatieverstrekking over onderzoek. In de multidisciplinaire samenwerking met onze partners YURR.studio, Pharos, Stichting ABC, Stichting Crowdience, de HAN-Sterkplaats en de Academische Werkplaats Sterker op eigen benen (AW-SOEB) van Radboudumc stellen we de behoeften van de doelgroep centraal. Middels creatieve sessies en gebruikerservaringen wordt in een iteratief ontwerpende onderzoeksaanpak toegewerkt naar diverse ontwerpen van informatiebrieven en toestemmingsverklaringen, waarbij de visuele communicatie dragend is. Het ontwikkelproces biedt kennisontwikkeling en hands-on praktijkvoorbeelden voor designers en grafisch vormgevers in het toegankelijk maken van informatie. Als laaggeletterden beter bereikt worden d.m.v. de pif-toolbox, kunnen de inzichten van deze groep worden meegenomen. Dit zorgt voor een minder scheef beeld in onderzoek, waardoor (gezondheids)beleid zich beter kan richten op kwetsbare doelgroepen. Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan het verkleinen van gezondheidsverschillen.
De 55plus Toolbox (www.55plustoolbox.nl) ondersteunt ondernemers, ontwerpers en marketeers, bij het innoveren voor 55plussers: wie zijn 55plussers, hoe ontwerp je daar producten voor, hoe richt je de marketing hiervoor in en hoe vermarkt je producten voor deze doelgroep? De gratis toegankelijke toolbox bevat informatie over de doelgroep, handige tools voor bij het innoveren en inzichtelijke cases. De 55plus Toolbox is het resultaat van het RAAK-project Vitale Oudere dat begin 2011 is afgerond. Het was een samenwerking tussen Saxion lectoraat Industrial Design, lectoraat Gezondheid Welzijn en Technologie en andere partners in de regio, waaronder Jaarsma + Lebbink en Panton. Jaarsma + Lebbink biedt tegenwoordig met een aantal partners commerciële diensten aan op het gebied van markt- en productstrategie en –ontwikkeling ter ondersteuning van bedrijven die actief willen zijn op de ouderen-markt. Sinds begin 2017 heeft Jaarsma + Lebbink het beheer over de 55 plus Toolbox. Jaarsma + Lebbink wil met partners bedrijven en instellingen helpen om hun producten en diensten beter af te stemmen op de doelgroep, de 50-plusser, zodat deze organisaties hun concurrentiepositie kunnen versterken. De Toolbox is daarbij een heel nuttig instrument, een bron van informatie en inspiratie, maar dan dient deze wel geüpdatet te worden. Voor Panton, een ontwerpstudio voor de gezondheidzorg in Deventer, zijn ouderen een belangrijke doelgroep voor de producten die ontwikkeld worden. Panton en Jaarsma + Lebbink hebben Saxion Lectoraat Industrial Design gevraagd mee te werken aan de vernieuwing van de 55 Plus Toolbox. Doel van het project is te komen met een vernieuwde Toolbox die een stap verder gaat dan de huidige Toolbox. De vernieuwde Toolbox sluit aan op de huidige vragen en behoeften van potentiële gebruikers: bedrijven en organisaties die met producten en diensten willen innoveren voor de doelgroep ouderen, deze doelgroep op een positieve manier willen bereiken en benaderen via marketing en producten en diensten in de markt willen zetten voor deze doelgroep. De vernieuwde Toolbox biedt organisaties enerzijds de mogelijkheid zelf aan de slag te gaan met innovatie voor de 50 plus doelgroep. Hiervoor worden in de Toolbox kennis, innovatietools en cases aangeboden waarmee organisaties zich kunnen oriënteren op de 50 plus doelgroep en eerste vragen beantwoord kunnen krijgen. Anderzijds wordt organisaties de inzet geboden van professionele bureaus zoals Jaarsma en Lebbink en Panton, voor de ondersteuning op het gebied van marketing en productontwikkeling, en hogeschool Saxion voor praktijkgericht onderzoek op dit vlak.
Het 3D-BioLOKAAL project wil een bio-based filament met karakteristieke lokale vulstoffen ontwikkelen, de eigenschappen van het filament bepalen en het filament inzetten bij de productie van innovatieve designproducten. Bijvoorbeeld voor geïndividualiseerde producten voor de souvenirmarkt of “business to business” relatiecadeaus en promotieproducten. 3D Bakery en Eric Klarenbeek Studio, Inktweb B.V. en Danvos BV, willen innovatieve 3D filamenten ontwikkelen gebaseerd op bio-based polymeren met vulstoffen uit lokale bronnen. Door de ontwikkeling van 3D technologieën en benutting van bio-based materialen, is de productie van bio-based filamenten de laatste jaren sterk toegenomen. 3D-printen met bio-based plastics kan de carbon footprint drastisch verminderen (meer dan 60-70% vermindering is haalbaar)(REF). Om het potentieel van deze systeeminnovatie in de circulaire economie volledig te benutten, is het belangrijk dat materialen lokaal geproduceerd kunnen worden en dat hergebruik van materialen ook zoveel mogelijk gestimuleerd wordt. De lokale productie versterkt tevens de lokale economie. BioLOKAAL onderzoekt vooral de mogelijkheden van zeewier als filament. De innovatieve composieten moeten een hoogwaardige en natuurlijke “look and feel” creëren voor het geprinte product dat voor de beoogde toepassingen zeer belangrijk is. De keuze van het materiaal is tevens belangrijk voor de boodschap die de ontwerper wil overbrengen. Bijvoorbeeld door materialen te gebruiken die aansluiten bij de lokale natuur, zoals zeewier van de Nederlandse kust. 3D printen maakt complex design mogelijk en maakt kleine productievolumes en de productie van geïndividualiseerde producten economisch haalbaar. 3D filament composieten op basis van PLA en bio-based vulstoffen zijn al (beperkt) op de markt voorhanden dus de technische haalbaarheid is bewezen. De filamenten die in BioLOKAAL nieuw ontwikkeld worden zijn vernieuwend vanwege het gebruik van lokale (rest)materialen en sterke gerichtheid op duurzaamheid in combinatie met specifieke visuele en andere tactiele eigenschappen die met filamenten gecreëerd worden.