Dienst van SURF
© 2025 SURF
In de rapportage over het deeltijdonderwijs van De Haagse Hogeschool is gekozen voor een beschrijvende benadering op tal van aspecten van dit onderwijs. Zo komen ondermeer aan de orde: doelgroep, onderwijsaanpak en studiesucces, begeleiding, personeel, organisatie, financiën, en ook communicatie en marketing van de deeltijd. In korte tijd heeft de onderzoeker een veelheid van informatie verzameld en is zij erin geslaagd dit toegankelijk te ordenen. Op elk van de onderzochte aspecten worden gegevens gepresenteerd die aanleiding kunnen vormen om op zoek te gaan naar verbetering van het deeltijdonderwijs. Het geheel overziende valt een aantal zaken op. In kwantitatief opzicht is sprake van 21 deeltijdopleidingen die op dit moment samen een aandeel van 14% hebben in de studentenpopulatie. Het deeltijdonderwijs kent daarmee een forse terugloop. Zo was een vijftien jaar geleden nog 40% van de studenten van De Haagse Hogeschool deeltijder. In kwalitatief opzicht valt op dat het deeltijdonderwijs een sterk academiegebonden beleid kent. Elke academie heeft zo haar eigen visie op elementen als instroom, onderwijsaanbod, werving en acquisitie. Ook laten de academies flinke verschillen in ambities zien. Al met al maakt de rapportage overduidelijk dat er een grote kloof bestaat tussen de praktijk van het deeltijdonderwijs en de beleidsambitie van De Haagse Hogeschool. Immers de aanleiding voor het uitgevoerde onderzoek was de vraag: hoe profileren we intern en extern De Haagse Hogeschool niet alleen als voltijd, maar ook als deeltijd school? Op basis van de verzamelde gegevens worden in het rapport uitgebreid aanbevelingen gedaan voor een sterkere profilering van De Haagse Hogeschool op het gebied van deeltijdonderwijs.
Onderzoek illustreert de resultaten van ervaringen van docenten en studenten over de inzet van hybride klaslokalen in deeltijdonderwijs.
MULTIFILE
Het HvA-programma ‘Flexibel, studeerbaar en robuust onderwijs’ streeft naar flexibel onderwijs in een studeerbaar en robuust curriculum in 2020 in alle opleidingen. De veronderstelling is dat door flexibiliteit de onderwijskwaliteit verbetert, want het onderwijs sluit beter aan bij de behoeften, kennis en ervaring van studenten. Het gaat om wendbaar onderwijs dat snel inspeelt op veranderingen, recht doet aan verschillen tussen studenten, en studenten meer eigenaarschap geeft over hun studie. In januari 2015 is de Faculteit Onderwijs en Opvoeding (FOO) gestart met een project ten behoeve van flexibilisering van de deeltijdopleidingen. Hoofddoel van het project was het ontwerpen en aanbieden van onderwijs dat aansloot bij de diversiteit aan instroom in de deeltijd. Hierbij werd getracht rekening te houden met de wensen van de studenten: wat, wanneer en waar zij wilden leren.In het studiejaar 2016-2017 is het Kenniscentrum Onderwijs en Opvoeding gestart met een onderzoek naar de flexibilisering van de deeltijdopleidingen FOO. Op dat moment was nog niet systematisch in kaart gebracht wat de percepties en de behoeften waren van deze doelgroep. De vraag was in hoeverre de studenten de opleiding voldoende flexibel vonden, en of ze behoefte hadden aan meer flexibiliteit. Ook riep de roep om flexibilisering de vraag op of studenten wel voldoende betrokken blijven als ze steeds meer individueel en thuis kunnen studeren. Voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van een mixed method design: kwantitatieve en kwalitatieve dataverzameling. Voor de kwantitatieve dataverzameling is gebruik gemaakt van een flexibiliteitsvragenlijst en van de schaal Thuisvoelen (Sense of Belonging) uit het meetinstrument studentbetrokkenheid van het lectoraat Beroepsonderwijs. Tevens zijn enkele achtergrondvragen gesteld. Voor de kwalitatieve dataverzameling is gebruik gemaakt van interviews van studenten en docenten.Uit dit onderzoek blijkt dat studenten beperkt keuzemogelijkheden ervaren op het gebied van onderwijs en toetsing en dat van de 28 onderzochte flexibiliseringsthema’s er drie zijn die ervoor zorgen dat studenten zich meer of minder thuisvoelen. Uit de interviews blijkt welke factoren in de beleving van docenten en studenten van invloed zijn op de mate waarin opleidingen tegemoetkomen aan de behoefte aan flexibilisering van studenten. Op basis van de datazijn in het rapport tien aanbevelingen geformuleerd. Over het algemeen kan geconcludeerd worden dat het loont te investeren in flexibilisering van het deeltijdonderwijs, maar met mate, en mits rekening wordt gehouden met de betrokkenheid van deeltijdstudenten. Maatwerk in het hbo biedt mooie kansen voor zowel studenten als docenten, mits doel, middel en mogelijkheden gericht op elkaar worden afgestemd. Van one size fits all is geen sprake, dus daarom: ‘Maatwerk? Ja zeker, maar wel met mate!’
In het postdoc-onderzoek gaat Dr. Machteld van Lieshout, hogeschooldocent bij de opleiding Voeding en Diëtetiek en onderzoeker in het lectoraat Gezonde Leefstijl in een Stimulerende Omgeving (GLSO) en het onderzoekscentrum van Voeding en Diëtetiek van De Haagse Hogeschool (HHs), kennis ontwikkelen over de wijze waarop persoonsgerichte mHealth ingezet kan worden ter bevordering van een gezonde(re) leefstijl van kwetsbare groepen. Dit is zeer belangrijk omdat mensen met een lage sociaaleconomische status en/of een niet-Nederlandse achtergrond een veel groter risico hebben op leefstijl-gerelateerde aandoeningen als hart- en vaatziekten, diabetes en kanker. De huidige mHealth leefstijl-activatie-tools sluiten onvoldoende aan op de wensen, behoeften en mogelijkheden van kwetsbare groepen (hier: jonge moeders en Hindoestanen) om het risico te verlagen. Het project bestaat uit vier, deels in de tijd overlappende, fasen gericht op de volgende onderzoeksvraag: Hoe kunnen kwetsbare doelgroepen gemotiveerd worden tot een gezonde(re) leefstijl middels een in co-creatie ontwikkelde mHealth leefstijl-activatie-tool? Binnen het project is een grote verwevenheid tussen onderzoek en onderwijs. Het project draagt bij aan de kennisagenda’s van het platform Kwaliteit van Leven: Mens en Technologie van de HHs, SPRONG Vitale Delta, alsmede aan de NWA-route Gezondheidszorgonderzoek, preventie en behandeling. De opgedane kennis vloeit rechtstreeks terug naar het onderwijs en werkveld. Deelonderzoeken zullen aangeboden worden als praktijkopdrachten in het reguliere curriculum. De ontwikkelde mHealth tool zal tevens ter beschikking worden gesteld aan de kwetsbare doelgroepen en het werkveld. Met haar achtergrond als voedingswetenschapper, haar ruime multidisciplinaire project- en onderzoekservaring en netwerk in binnen- en buitenland is Machteld de juiste kandidaat voor dit postdoc-onderzoek. Machteld wordt in dit onderzoek bijgestaan door de lector GLSO en het hoofd van het onderzoekscentrum van Voeding & Diëtetiek en de hierbij aangesloten onderzoeksgroepen. Daarnaast is een groot netwerk beschikbaar van samenwerkingspartners betrokken bij de thematiek van deze aanvraag.