Dienst van SURF
© 2025 SURF
Naar aanleiding van het wetsvoorstel Leerlingvolgsysteem en diagnostische tussentijdse toets voortgezet onderwijs (kamerstuk 33661) heeft het ministerie van OCW aan het College voor Toetsen en Examens (het CvTE) de opdracht gegeven te starten met de ontwikkeling van een diagnostische tussentijdse toets (DTT). Het is de uitdrukkelijke wens van de staatssecretaris van OCW dat de DTT ontwikkeld wordt in nauwe samenwerking met het onderwijsveld. In september 2014 start daarom een meerjarige pilot. Samen met 150 VO-scholen (vmbo, havo en vwo) uit heel Nederland zal intensief en constructief worden samengewerkt aan de ontwikkeling van een voor scholen waardevolle en aantrekkelijke DTT. De DTT is bedoeld voor leerlingen aan het eind van de onderbouw in het voortgezet onderwijs (VO). Voor havo-vwo gaat het om een afname in leerjaar 3, voor het vmbo in leerjaar 2. De ontwikkeling van de DTT is gericht op de vakken Nederlands, Engels en wiskunde. Het CvTE heeft de regie op de ontwikkeling en afname van de DTT. Stichting Cito is aangewezen als toetsontwikkelaar. Het CvTE heeft de taak om de inhoudelijke eisen voor een toets te specificeren in een toetswijzer. Op basis van de toetswijzer stelt het CvTE een constructieopdracht vast voor het construeren van de DTT. Ook geeft de toetswijzer aan leraren en schoolleiders informatie over de inhoud van de DTT. Het CvTE heeft voor elk van de drie doorstroomrelevante vakken Nederlands, Engels en wiskunde een toetswijzercommissie ingesteld om de toetswijzer tot stand te brengen. In deze toetswijzercommissies nemen inhoudsexperts en leraren uit het betreffende onderwijs zitting. De commissies hebben elk een toetswijzer ontwikkeld. Het kader dat het CvTE daarvoor gesteld heeft, is: de inhoud van de toetswijzer dient gebaseerd te zijn op de concept-tussendoelen (SLO, 2012).
Although there is an array of technical solutions available for retrofitting the building stock, the uptake of these by owner‐occupants in home improvement activities is lagging. Energy performance improvement is not included in maintenance, redecoration, and/or upgrading activities on a scale necessary to achieve the CO2 reduction aimed for in the built environment. Owner‐occupants usually adapt their homes in response to everyday concerns, such as having enough space available, increasing comfort levels, or adjusting arrangements to future‐proof their living conditions. Home energy improvements should be offered accordingly. Retrofit providers typically offer energy efficiency strategies and/or options for renewable energy generation only and tend to gloss over home comfort and homemaking as key considerations in decision‐making for home energy improvement. In fact, retrofit providers struggle with the tension between customisation requirements from private homeowners and demand aggregation to streamline their supply chains and upscale their retrofit projects. Customer satisfaction is studied in three different Dutch approaches to retrofit owner‐occupied dwellings to increase energy efficiency. For the analysis, a customer satisfaction framework is used that makes a distinction between satisfiers, dissatisfiers, criticals, and neutrals. This framework makes it possible to identify and structure different relevant factors from the perspective of owner‐occupants, allows visualising gaps with the professional perspective, and can assist to improve current propositions.
MULTIFILE
From teh UU repository: "Background: Oral immunotherapy (OIT) is a promising therapeutic approach to treat food allergic patients. However, there are some concerns regarding its safety and long-term efficacy. The use of non-digestible oligosaccharides might improve OIT efficacy since they are known to directly modulate intestinal epithelial and immune cells in addition to acting as prebiotics. Aim: To investigate whether a diet supplemented with plant-derived fructo-oligosaccharides (FOS) supports the efficacy of OIT in a murine cow's milk allergy model and to elucidate the potential mechanisms involved. Methods: After oral sensitization to the cow's milk protein whey, female C3H/HeOuJ mice were fed either a control diet or a diet supplemented with FOS (1% w/w) and received OIT (10 mg whey) 5 days a week for 3 weeks by gavage. Intradermal (i.d.) and intragastric (i.g.) challenges were performed to measure acute allergic symptoms and mast cell degranulation. Blood and organs were collected to measure antibody levels and T cell and dendritic cell populations. Spleen-derived T cell fractions (whole spleen-and CD25-depleted) were transferred to naive recipient mice to confirm the involvement of regulatory T cells (Tregs) in allergy protection induced by OIT + FOS. Results: OIT + FOS decreased acute allergic symptoms and mast cell degranulation upon challenge and prevented the challenge-induced increase in whey-specific IgE as observed in sensitized mice. Early induction of Tregs in the mesenteric lymph nodes (MLN) of OIT + FOS mice coincided with reduced T cell responsiveness in splenocyte cultures. CD25 depletion in OIT + FOS-derived splenocyte suspensions prior to transfer abolished protection against signs of anaphylaxis in recipients. OIT + FOS increased serum galectin-9 levels. No differences in short-chain fatty acid (SCFA) levels in the cecum were observed between the treatment groups. Concisely, FOS supplementation significantly improved OIT in the acute allergic skin response, %Foxp3+ Tregs and %LAP+ Th3 cells in MLN, and serum galectin-9 levels. Conclusion: FOS supplementation improved the efficacy of OIT in cow's milk allergic mice. Increased levels of Tregs in the MLN and abolished protection against signs of anaphylaxis upon transfer of CD25-depleted cell fractions, suggest a role for Foxp3+ Tregs in the protective effect of OIT + FOS. "
LINK